VV03 cover 600
Mei 2022

‘8- voor zowel gezondheid als energie is goed haalbaar met integraal ontwerp’

Interview - Corona schuift het belang van gezonde gebouwen naar vore

10 01

Nooit zaten we zoveel binnen als de afgelopen twee jaar. Soms zelfs verplicht. Ventilatie werd een standaardmaatregel tegen corona en de aandacht voor een gezond binnenklimaat groeide. En dat deed binnenmilieu-expert Atze Boerstra goed. ‘Eindelijk groeit het bewustzijn dat we in de toekomst gebouwen nodig hebben die niet alleen energiezuinig, maar ook gezond en comfortabel zijn. Je kunt het één niet los zien van het ander. En het één sluit het ander ook niet uit.'

Door de eenzijdige focus op energiezuinige woningen en gebouwen, zijn andere belangen van bewoners en gebouwgebruikers de afgelopen jaren soms miskend. Natuurlijk willen zij een lage energierekening, maar ze zijn niet gecharmeerd van de geluidsoverlast die slecht ontworpen duurzame installaties soms veroorzaken. Natuurlijk willen ze warmte binnen houden, maar zogenaamde bio-effluenten, fijnstof en ziekteverwekkers moeten er wel uit kunnen. En oververhitting in hun energieneutrale woning, kantoor of school, daar hadden ze niet om gevraagd.
Nu corona het belang van gezonde gebouwen naar voren heeft geschoven, is de tijd rijp voor een meer integrale aanpak, vindt Atze Boerstra, directeur van adviesbureau bba binnenmilieu en hoogleraar Building Services Innovation aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. ‘Energie en gezondheid zullen niet allebei een 9,5 kunnen scoren bij een integrale aanpak, maar een 8- is haalbaar voor beide. En dat is prima.’

Cholera-aanpak

Als Boerstra politici spreekt, verwijst hij graag naar de Nederlandse aanpak van cholera in de 19e eeuw. ‘Rond 1850 hadden we grote problemen met de volksgezondheid, met name door cholera. Koning Willem III verzamelde een groep mensen om zich heen met twee achtergronden: techneuten en medici. Samen bedachten ze een plan van aanpak. Mede door de inbreng en advisering van deze samenwerkende ingenieurs en artsen kwamen er centrale drinkwatersystemen en een rioleringsstelsel en werd de gezondheidszorg verbeterd.’
‘Daar kunnen we een voorbeeld aan nemen. Zet virologen, epidemiologen, longartsen en experts op het gebied van luchtreiniging, luchtfiltering en aerosolen nu eens bij elkaar in een hok en laat hen een langetermijnstrategie maken voor toekomstige pandemieën,’ stelt Boerstra voor. Want dat dit niet de laatste pandemie is geweest, dat is zeker.
‘We weten nu dat goede ventilatie essentieel is om de overdracht van luchtweginfecties te beperken, zeker als je kijkt naar groepsbesmettingen. Het ‘kwartiertje luchten’ van Rutte was misschien wat slap en laat, maar ventilatie staat nu wel op ieders netvlies. Dat biedt kansen om weer eens kritisch vanuit verschillende disciplines naar de ventilatie-eisen uit het Bouwbesluit te gaan kijken. Vanuit een breder perspectief dan alleen het verdrijven van vervelende geurtjes en het verbeteren van (leer)prestaties. Want alleen daarop zijn de eisen nu gebaseerd.’

Bouwbesluit

Volgens Boerstra zal zo’n discussie leiden tot het inzicht dat de eisen in het Bouwbesluit bij lange na niet afdoende zijn voor een groot aantal categorieën gebouwen. De nieuwbouweisen voor scholen zijn inmiddels redelijk op orde, vindt hij. Maar voor verpleeghuizen en veel uitgaansgelegenheden bijvoorbeeld, zou het echt veel beter moeten.
‘Ook dat is iets wat we tijdens corona hebben geleerd. We zagen massale uitbraken in verpleeg- en verzorgingshuizen, maar ook in nachtclubs en kroegen. Daar zijn de regels lang niet streng genoeg en zie je vaak suboptimale installaties die ook nog eens verkeerd worden gebruikt. Royalere ventilatie is hier echt pure noodzaak. Bij verpleeghuizen omdat we daar met kwetsbare groepen mensen te maken hebben en in kroegen en nachtclubs omdat daar de omstandigheden riskant zijn: je ziet er vaak lage plafonds, hoge bezettingsgraden en mensen die in elkaars oor brullen om de muziek te overstemmen. Eén persoon kan daar in een mum van tijd honderd anderen besmetten, onder andere omdat je, als je hard praat of zingt, significant meer aerosolen verspreidt.’

Meer dan nodig

Bij gebouwen waarvoor de specifieke Bouwbesluit-eisen ondermaats zijn, is een gezond binnenklimaat overgeleverd aan de overtuigingskracht van een ambitieuze installatie-ontwerper. Of aan een gebouweigenaar die uit vrije wil de lat hoger legt. Dat laatste gebeurt de laatste tijd gelukkig steeds vaker, merkt Boerstra.
‘Ik was laatst bij een grote horecaondernemer die meer dan vijftien zaken heeft en vorig jaar te maken kreeg met een grote corona-uitbraak. Die zegt nu: ‘Los van wat de overheid zegt en voorschrijft, ik wil dat niet meer. Ik wil zeker weten dat we ruim boven de minimale eis ventileren en dat er CO₂-meters zijn die waarschuwen als het benauwd wordt. Want ik ben als horecaondernemer verantwoordelijkheid voor de gezondheid van mijn medewerkers en mijn klanten.’ Dat vind ik een mooie ontwikkeling; dat opdrachtgevers zelf meer gaan vragen dan wettelijk gezien vereist is.’

‘Veel gebouweigenaren beseffen niet dat het Bouwbesluit minimale eisen stelt’

Labels

Die ontwikkeling wordt gestimuleerd door labels als het Amerikaanse WELL-label en het recent geïntroduceerde Binnenklimaatlabel (zie: www.binnenklimaattechniek.nl). Labels als deze dragen bij aan een beter begrip van wat binnenklimaat nu eigenlijk is en doet. En daarmee ook aan het bewust streven naar bovengemiddelde prestaties.
Boerstra: ‘Stofjes in de lucht of ventilatie-debieten, dat is voor veel gebouweigenaren een abstracte aangelegenheid. Maar een Binnenklimaat label A, dat aantoont dat je het extra goed doet op het gebied van gezondheid en comfort, dat spreekt hen wel aan. Veel gebouweigenaren beseffen niet dat het Bouwbesluit minimale eisen stelt. De eisen zijn, vind ik, te zuinig en zonder visie. Voldoe je daar aan, dan krijg je in feite een 5+. Goed doe je het dan nog altijd niet. Met labels als WELL en Binnenklimaat streeft men nu bewust naar meer. Omdat opdrachtgevers snappen wat dat oplevert.’

Houvast

Het genoemde nieuwe Binnenklimaatlabel wordt getoetst aan de hand van de vier onderdelen in het Programma van Eisen (PvE) Gezonde Kantoren 2021: lucht, licht, klimaat en geluid. Voor de vier onderdelen zijn drie ambitieniveaus geformuleerd; van C (voldoende, doorgaans Bouwbesluit-niveau) naar A (zeer goed). Een gelijksoortig document, is er ook voor Frisse Scholen. Boerstra en zijn bba-collega’s werkten ook daar aan mee.
‘Met deze handreikingen kunnen gebouweigenaren hun wensen concretiseren en ze helpen ontwerpers om daar heel concreet vorm aan te geven. De documenten behandelen ook aspecten die niet in het Bouwbesluit staan. Een voorbeeld: er staat daarin niks over wat de vloertemperatuur in de winter moet zijn, maar op basis van onderzoek weten we dat mensen het als oncomfortabel ervaren als die onder de 17 °C komt. Dus bevat het PvE een klasse C-eis voor vloertemperatuur op minimaal 17 °C en voor klasse B op minimaal 19 °C.’
‘Hetzelfde geldt voor oververhitting. Daar staat niks over in het Bouwbesluit, behalve dan nu de TO Juli-methode voor woningbouw. Het standaard PvE-document helpt om daar toch richtlijnen voor te vinden en maatregelen op te nemen.’

10 02

Prestaties borgen

De twee standaard PvE’s voor gezonde gebouwen (het PvE Frisse Scholen en het PvE Gezonde Kantoren) hebben volgens Boerstra al een behoorlijk positief effect gehad op de kwaliteit van het binnenklimaat in gebouwen. Er wordt nu veel vaker in een vroeg stadium nagedacht over welke kwaliteit men vindt passen bij de primaire functie van een kantoor of school.
‘Soms zijn opdrachtgevers zelfs te enthousiast. Ze willen overal een klasse A scoren, maar bij renovaties bijvoorbeeld, is dat lang niet altijd haalbaar of verstandig. Ook zien we dat zelfs grote partijen aan de Amsterdamse Zuidas het document als leidraad hanteren, terwijl ze zich best een advies op maat kunnen permitteren. Juist omdat het laagdrempelig en helder is, pakt men in een vroeg stadium de standaard PvE’s erbij. We zien echt dat de markt hierdoor zelf de lat nu stukken hoger legt. Je kan als eigenaar nu zeggen ‘ik wil een gebouw dat A presteert op luchtverversing, B op zomercomfort en C op geluid. Ga je voor het Binnenklimaatlabel dan ben je er ook nog eens zeker van dat de bijbehorende prestatie-eisen in de praktijk, na oplevering, gehaald worden.’

Energie en ‘feel good’

Gezondheid en comfort wegen vandaag de dag best al wat zwaarder in het gebouwontwerp. Maar we zijn er nog niet. En we moeten ook niet doorslaan naar alleen maar ‘feel-good-buildings’, waarschuwt Boerstra. Energie en ‘feel good’ gaan goed samen, als je daar integraal en verstandig mee omgaat.
‘Inzetten op gezondheid en comfort hoeft niet altijd een hogere energierekening tot gevolg te hebben. De laatste tijd hoor je vaak ‘royaal ventileren leidt tot een onnodig hoge energierekening.’ Maar ruimer ventileren hoeft in bijvoorbeeld een gebouw met een mechanisch ventilatiesysteem en warmteterugwinning niet tot een hoger energiegebruik te leiden. Daarmee kun je minimaal 80 procent van de warmte uit de retourlucht hergebruiken.’
‘Er zijn ook andere manier om de milieu-impact van extra ventileren te beperken. Om de installatie vanuit energie-oogpunt niet al te veel te laten draaien, kun je die bijvoorbeeld intelligent aansturen. Op basis van aanwezigheidsdetectie of een CO2-meting gaat de installatie dan automatisch naar de laagstand als er niemand aanwezig is. En als er wel mensen zijn, ventileer je wat mij betreft juist fors royaler dan wat het Bouwbesluit voorschrijft.’

Laatste redmiddel

Zo komt Boerstra terug op de stelling dat comfort- en gezondheidsspecialisten samen met energiespecialisten naar gebalanceerde oplossingen moeten zoeken in het ontwerp. Hij noemt een voorbeeld: ‘Als we van alle woningen in Nederland de begane grondvloer isoleren, dan krijgen bewoners warmere voeten, schimmel krijgt geen kans, de huismijt blijft weg en de energierekening valt lager uit. Dat is nou typisch een win-win maatregel op beide vlakken.’
Maar er zijn meer energievreters in gezonde, comfortabele gebouwen, zoals koeling. Die functie wordt belangrijker nu we met meer hitte te maken krijgen en nieuwe woningen en gebouwen kierdichter zijn. Volgens Boerstra is het hier belangrijk om niet alleen vanuit installatietechnische oplossingen te denken. ‘Er is zeker een noodzaak om aan de voorkant na te denken over oververhittingsproblematiek in gebouwen. Vooral als die met veel glas zijn uitgevoerd. Maar het devies zou dan moeten zijn ‘eerst kijken naar passieve, bouwkundige maatregelen’. Denk aan zonwering, overstekken, de inzet van phase change materials en andere innovaties.’
‘Als we dan toch de afslag moeten nemen naar mechanische koeling, wat natuurlijk toch weer energie kost, dan is het wel verstandig om kritisch te kijken naar temperatuurwaarden en setpoints. Een setpoint van 22 of 23 °C in de zomer is wat mij betreft echt overdreven. En toch kom je dat in kantoorgebouwen ’s zomers nog vaak tegen. Het mag best 25 of 26 °C zijn, zonder dat mensen zich daar oncomfortabel bij voelen. Zeker als je voor de zomermaanden een relaxed kledingprotocol met elkaar hebt afgesproken. Dat scheelt behoorlijk op de energierekening.’

Jojo-effect

Corona zette het onderwerp gezonde gebouwen hoger op de agenda, maar de acute energiecrisis waar we nu mee te maken hebben, leidt de aandacht daar weer van af. De focus ligt nu opeens weer grotendeels op energiezuinigheid. Boerstra: ‘Waarbij er bijvoorbeeld opeens weer wordt gesteld dat je ’s winters prima af bent met een binnentemperatuur van 19 °C. Onverstandig, omdat we op basis van onderzoek weten dat bijna één op de drie kantoorwerkers bij lang stilzitten de omgeving dan als oncomfortabel koud gaat ervaren.’
Dat jojo-effect doet de integrale ontwikkeling geen goed. ‘We moeten ervoor waken dat elke keer dat de wereld in brand staat om iets, alles doorslaat in één richting. Het is aan ontwerpers en adviseurs om alle belangen en aspecten steeds gelijkwaardig mee te wegen in het ontwerp, ongeacht waar de maatschappij op dat moment het meeste belang aan hecht. Daarvoor moeten we steeds de gebruiker voor ogen houden en luisteren naar nieuwe inzichten en innovaties. Ik ben er echt van overtuigd dat wij techneuten dat kunnen; het vinden van het optimum in aspecten die op het eerste gezicht tegenstrijdig lijken.’ <<

Gezonde Verpleeghuizen

Volgend jaar krijgt de serie Programma’s van Eisen voor gezonde gebouwen uitbreiding. Op initiatief van TNO wordt er momenteel gewerkt aan een PvE Gezonde Verpleeghuizen. Ook Atze Boerstra draagt vanuit de TU Delft bij aan de publicatie. Tevens is de TU Eindhoven is bij het initiatief betrokken.
Boerstra: ‘Het is juist bij deze gebouwfunctie hard nodig om eenduidige eisen vast te leggen en het binnenklimaat te verbeteren. De budgetten zijn er veel kleiner dan bij ziekenhuizen, maar de noodzaak is er net zo groot.’

CLIMA 2022

Eind mei werd het internationale CLIMA HVAC World congres voor het eerst in Nederland gehouden. Het is georganiseerd door TVVL, in samenwerking met de technische universiteiten van Delft en Eindhoven. Atze Boerstra was congresvoorzitter. CLIMA 2022 richtte zich op vijf hoofdthema’s die verband houden met maatschappelijk ontwikkelingen: energie, circulariteit, digitalisering, gezondheid & comfort.

Tekst: Astrid Zoumpoulis - Verbraeken
Fotografie:Erik de Vries