VV04 Omslag 600
December 2024

‘Al wordt het een paar jaar later, we gaan de doelen halen’

Interview met Lector Energietransitie dr.ir. Martien Visser

10 01

Dr.ir. Martien Visser, lector Energietransitie aan de Hanzehogeschool, stuurt dagelijks energieweetjes de wereld in om de energietransitie objectief te duiden voor het publiek. Op X heeft hij met ‘De grafiek van de dag’ ruim 30.000 volgers, ook zijn bijdragen op Energiepodium.nl zijn populair. Kijkend naar de feiten, vindt Visser dat we best wat positiever mogen zijn. ‘De drie klimaatdoelen voor 2020 hebben we allemaal gehaald. Nu lopen we dan wat vertraging op, maar we komen er wel. 55 procent CO2-reductie bereiken we snel na 2030, fossielvrij zijn we echter pas in 2100,’ zegt hij.

2025 is een belangrijk ijkmoment voor de energietransitie. Zijn we op koers of moeten we versnellen om de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 te halen? Dr.ir. Martien Visser: ‘We waren goed op dreef om de doelen te halen, maar de afgelopen tijd hebben we vertraging opgelopen. Zoals ik al verwachtte op basis van mijn eigen analyses heeft het Plan-bureau voor de Leefomgeving geconcludeerd dat we de CO2-doelen niet op tijd gaan halen. Dat heeft veel kritiek opgeleverd en velen zullen daarbij wijzen naar het nieuwe kabinet. Maar echt eerlijk is dat niet. De ambities zijn overeind gebleven en de maatregelen zijn maar summier veranderd. De vertraging komt vooral door uitstel van projecten de afgelopen jaren. Vanwege stikstofproblemen, vertraagde leveringen van windinstallaties op zee, uitstel van de warmtewet en netcongestie. Uiteindelijk waren de ambities misschien te hoog gegrepen voor wat we als maatschappij, inclusief politiek, aankunnen. Maar we boeken zeker vooruitgang. Ook al wordt het een paar jaar later, we gaan de doelen halen.’

Positief

Wat bijna niemand weet, merkt Visser tot zijn spijt, is dat de tussenstand in 2020 juist heel positief was. ‘De meeste mensen denken dat we in 2020 geen enkel klimaatdoel hebben gehaald. Maar niets is minder waar. We realiseerden 31 procent CO2-reductie in de niet-ETS sectoren, terwijl we van de EU slechts 16 procent reductie hoefden te halen. Verder behaalde Nederland veel meer energiebesparing dan de eis van de EU en tot slot haalde Nederland de beloofde 14 procent hernieuwbare energie. Weliswaar via aankoop van rechten in Denemarken, maar dat vormde onderdeel van de EU-afspraken.’
‘Tot slot heeft Nederland, met dank aan de covid-maatregelen, zelfs 25 procent reductie van haar totale CO2-emissie gehaald. Dat doel vormde trouwens geen onderdeel van de afspraken in de EU, maar werd door de Nederlandse rechter opgelegd. Maar de omstandigheden waar we nu mee te maken hebben, richting 2030, maken het schier onmogelijk om dat ritme vast te houden.’

Cocon

Die omstandigheden komen niet zomaar uit de lucht vallen. De politiek had die – voor een deel – kunnen voorzien en er op moeten voorsorteren. ‘De nieuwe warmtewet had er allang moeten zijn. Forse ontwikkeling van zon en wind zonder het netwerk te verzwaren, was niet handig. Roepen dat je de kolencentrales gaat sluiten zonder alternatieven te ontwikkelen, is ook niet slim, want dat leidt geheid tot onvoldoende leveringszekerheid van stroom. De kennis van deskundigen is helaas te weinig meegenomen in de plannen. De energiesector had ook eerder aan de bel moeten trekken, maar deed dat pas toen het al te laat was. Iedereen zat in zijn eigen coconnetje. Gelukkig is er nu een Nationaal Plan Energie, waarin er eindelijk integraal naar de problematiek wordt gekeken. Maar ik mis daar wel een uitvoeringsagenda bij. Het blijft bij ambities, zonder dat er concrete plannen aan ten grondslag liggen.’

Nieuw kolonialisme

Veel van de randvoorwaarden om door te pakken, zullen niet zo een-twee-drie ingevuld zijn, vreest Visser. ‘Stikstof blijft ons parten spelen, tenzij de overheid een geitenpaadje weet te verzinnen waardoor bouwwerken die over de hele levensduur minder stikstof uitstoten dan is toegestaan, tijdens de bouw wat meer mogen uitstoten. De industrie kan pas stappen maken als ze met waterstof en CCS (carbon capture and storage, red.) aan de slag kunnen, en beide liggen nog lastig.’
‘Leveringsproblemen zullen we blijven houden, omdat alle landen bezig zijn met verduurzaming en ze allemaal dezelfde spullen nodig hebben. Ook handjes voor de uitvoering blijven schaars. Je kan wel mensen overvliegen uit Roemenië of Polen, maar die landen willen ook verduurzamen en hebben hun eigen technische mensen dus zelf hard nodig. Dan krijg je een nieuw soort kolonialisme; goede mensen weghalen uit landen om onszelf te verrijken. Dat is geen duurzame oplossing.’

Wereldkampioen

Toch blijft Visser hoopvol gestemd. ‘Nederland scoort goed als het gaat om de opwek van wind- en zonne-energie. Daar horen we bij de top. We zijn zelfs wereldkampioen zonne-energie. Aan de productiekant doen we het dus heel goed. Daarnaast hebben we nu steeds meer kennis, kunde en technologie beschikbaar om de volgende stappen te zetten in de transitie.’
‘Laten we ook niet vergeten wat we de afgelopen decennia hebben bereikt. Toen ik geboren werd, stookten we nog op kolen, we konden de was niet buiten ophangen vanwege roet in de lucht en de auto’s walmden. We gingen over van kolen op gas en nu naar warmtepompen. We rijden steeds vaker elektrisch en de luchtkwaliteit is een stuk beter. Onze uitdagingen liggen nu vooral bij transport en distributie van energie. Daarnaast blijft de ontwikkeling van batterijen en elektrolysers nog achter, waardoor we steeds vaker windmolens moeten stilzetten en zon wordt afgeschakeld. En de industrie kan nog niet aan de slag met waterstof. Daar moeten we echt vaart gaan maken.’

‘Ook niet vergeten wat we de afgelopen decennia hebben bereikt’

Verwijten

Het nieuwe kabinet mag dan grotendeels de plannen van het vorige hebben overgenomen, een aantal nieuwe en geschrapte maatregelen hebben grote invloed op de installatiebranche. Visser onderkent dat. ‘Het schrappen van het verbod op cv-ketelvervanging ten gunste van hybride warmtepompen, en het gemak waarmee dat is gedaan, vind ik echt stuitend. De maatregel was weloverwogen en een stap in de goede richting, ook omdat hybride warmtepompen het net veel minder belasten dan all-electric varianten.’
‘Het gedoe en ge-jojo over salderen heeft ook geen goed gedaan. Dan weer wel, dan weer niet. De verwijten van de technische sector aan het adres van de overheid zijn dus best terecht. Veel bedrijven hebben hun productiecapaciteit opgeschaald voor warmtepompen en zonnepanelen en zitten daar nu mee. Tegelijkertijd is de energietransitie natuurlijk één groot onontgonnen terrein. Dat de politiek daarbij soms een bok schiet, is niet te vermijden.’

Zonnepanelen

Het schrappen van de salderingsregeling en de terugleverkosten voor eigenaren van zonnepanelen hebben bij veel woonconsumenten de lol van de energietransitie weggenomen, geeft Visser aan. ‘Dat is heel jammer, want we willen en moeten nog steeds uitbreiden met opwek van zonne-energie. Dat kan je wat mij betreft beter op daken van woningen en bedrijven doen, dan op groene weiden.’
‘Pv maakte de energietransitie leuk voor mensen. Nu ontstaan er irritaties en worden de incentives weggenomen voor mensen die nog niet eerder de mogelijkheid hadden om panelen te plaatsen. Dat merk je aan de vraaguitval. Ik denk dat zowel de vraag naar (hybride) warmtepompen als naar zonnepanelen na deze tijdelijke dip toch weer gaat groeien. Mensen willen uiteindelijk toch naar minder klimaatbelastende manieren van verwarmen en zonnepanelen blijven ook na het salderingstijdperk nog gunstig.’

10 02

Twee petten

Het klinkt tegenstrijdig, maar Visser is naast lector Energietransitie bij de Hanzehogeschool, ook manager bij Gasunie. De twee petten passen hem allebei prima, geeft hij aan. ‘Bij de Hanzehogeschool onderwijs ik vooral over elektriciteit in het duurzame energiesysteem. En bij Gasunie houd ik me bezig met strategie, dus met de energietransitie en het beperken van de CO2-uitstoot. Dat we van het aardgas af gaan, dat staat in beide functies voorop. Waar bij het toekomstige energiesysteem de balans komt te liggen tussen moleculen – en dan vooral duurzame gassen – en elektronen, hangt af van de kosten van de systemen en de politieke keuzes die gemaakt worden: gaan we voor de meest wenselijke of de meest goedkope oplossing?’

Warmtepompen

In de mix waterstof, warmtepomp en warmtenet ziet Visser vooral kansen voor de warmtepomp. ‘Waterstof hebben we voorlopig gewoon nog niet. Daar kunnen we hooguit na 2030 iets mee. Groen gas is in dat opzicht een betere optie; het is beter in te passen in ons systeem, omdat het dezelfde eigenschappen heeft als aardgas.’
‘De optie warmtenetten zie ik somber in. Ze zijn duur en bieden geen keuzevrijheid voor de afnemer. Maar het grootste probleem is dat we ze moeten voeden met duurzame energie en daar hebben we niet genoeg van. We willen er geen biomassa voor inzetten, geothermie is enorm duur en met alleen restwarmte komen we er niet. Bovendien is de nieuwe warmtewet er nog steeds niet en dat leidt tot onzekerheid en uitstel van warmtenetten.’
‘De (hybride) warmtepomptechniek is goed doorontwikkeld en breed beschikbaar. En omdat we druk aan het isoleren zijn met zijn allen, zijn ze inmiddels ook bijna overal toepasbaar met een goed rendement. Dus ik geloof echt dat we vooral daar op moeten inzetten.’

Ontzorgen

Zelf heeft Visser vier jaar geleden nog wel een cv-ketel aangeschaft, maar verder is zijn woning al flink verduurzaamd. ‘Met driedubbel glas en dikke dakisolatie zit ik al op 50 procent van mijn oude gasverbruik. En uiteraard heb ik zonnepanelen. Ik was van plan om een warmtepomp aan te schaffen als mijn cv-ketel het zou begeven. Maar dat gebeurde op een slecht moment, midden in een koude winterweek. De installateur zei: ‘Binnen twee dagen kan ik een nieuwe cv-ketel ophangen, op een warmtepomp zal je veel langer moeten wachten’. Tja, toen was de beslissing snel genomen.’
Een gemiste kans, geeft hij toe. Zijn advies aan installateurs is dan ook: zorg voor snelle beschikbaarheid van duurzame technieken, in combinatie met een aantrekkelijk aanbod en ontzorging van de klant.

Innovatieve sector

Ervaring met de technische sector heeft Visser ook vanuit zijn functie op de Hanzehogeschool. Op het terrein van de hogeschool is het energietransitiecentrum ‘Entrance’ gevestigd. Een proeftuin voor innovatie. ‘Daar werken studenten, onderzoekers, bedrijven en overheden samen aan oplossingen om de energietransitie te versnellen. Er wordt volop gebruik van gemaakt, ook door installatiebedrijven die er proefnemingen doen. Zij zijn het immers die de energietransitie vormgeven. En dat doen ze mijns inziens heel goed, binnen de mogelijkheden en onmogelijkheden waarmee ze te maken hebben. Er zit veel daad- en denkkracht in de sector, het innovatiegehalte is groot en er wordt goed samengewerkt met kennisinstellingen.’
‘Wat mij betreft zou de overheid meer initiatieven moeten nemen om in samenwerking met de technische sector innovaties naar een hoger plan te brengen. Zoals op het gebied van waterstof, geothermie en batterijen. Vooral op het gebied van waterstof en geothermie zijn grootschalige pilots nodig, met hulp van de overheid, om de technieken door te ontwikkelen en praktisch toe te passen.’

Passie

Duurzaamheid is meer dan een beroepsmatig thema voor Visser. Hij zet zich er ook in zijn vrije tijd voor in. Elke avond stuurt hij een energieweetje de wereld in via X en op Energiepodium.nl heeft hij een maandelijkse blog over energiebeleid. Elke zondag om 9 uur verschijnt een grafiek op X met hoeveel elektriciteit de afgelopen week van hernieuwbare bronnen kwam.
‘Mijn hart ligt bij de transitie naar een schonere wereld. Als dat geen passie was, had ik niet mijn hele leven in deze sector gewerkt. Het delen van data op X is een uit de hand gelopen hobby. Elke avond ben ik weer even zoet met nieuwe grafiekjes. Ik vind het belangrijk om het publiek objectief en eerlijk te informeren over de energietransitie. Want aan ongegrond doemdenken of juist euforie hebben we niets. Ik kan de wereld niet veranderen, maar wel bijdragen aan begrip, vertrouwen en draagvlak voor verandering.’
‘CDA-listtrekker Henri Bontenbal heeft eens gezegd: ‘We moeten de wereld mooier achterlaten dan we die hebben aangetroffen’. Fraaier had ik het niet kunnen zeggen en dat is ook wat mij beweegt om mijn steentje bij te dragen.’

Dr.ir. Martien Visser

Martien Visser (1958) is werkzaam bij Gasunie als Manager Corporate Strategy en als parttime lector aan de Hanzehogeschool op het gebied van Energietransitie en Fellow bij het Centre of International Energy Policies (CIEP), een denktank over energiebeleid in Den Haag. Hij heeft technische natuurkunde gestudeerd aan de Technische Universiteit Eindhoven. Visser begon zijn loopbaan in de windenergie. Later werkte hij bij de International Flame Research Foundation in IJmuiden. Sinds 1992 is hij in dienst van Gasunie, waar hij begon als senior onderzoeker met betrekking tot energiebesparing en schone verbranding van aardgas. Visser heeft een maandelijkse column bij Energiepodium.nl en publiceert op X dagelijks een grafiek met uitleg over de energietransitie.

Tekst: Astrid Zoumpoulis - Verbraeken
Fotografie: Jan BuwAlda