September 2022
Bim aan de basis van Museum of the Future
Het Museum of the Future is in februari van dit jaar geopend in Dubai. Het visuele en artistieke baken op een groene heuvel – direct naast de Emirates Towers – is holistisch ontworpen via Bim. Dit heeft geleid tot een iconische torusvorm die bekleed is met Arabische teksten en 1.024 panelen; precies het aantal bits dat in een kilobyte zit. Een eerbetoon aan wetenschappers uit het verleden, een inspiratie voor de toekomst.
In samenwerking met Killa Design architects ontwikkelde engineeringbureau Happold engineering consultancy het Museum of the Future. Een expressief en dynamisch herkenningspunt in Dubai dat uit drie hoofddelen bestaat: de groene heuvel, het gebouw zelf en een elliptische leegte. De groene heuvel vertegenwoordigt de aarde: stevig, duurzaam en geworteld in plaats, tijd en geschiedenis. Het gebouw zelf staat voor de mensheid. Met al zijn kracht, kunstzinnigheid en het vermogen om in harmonie met zijn omgeving scheppend bezig te zijn. De architect heeft dit tot uitdrukking gebracht in een bijzondere torusvorm die bedekt is met citaten uit gedichten van sjeik Mohammed bin Rashid Al Maktoum, de emir van Dubai. Het derde element is de elliptische leegte die de ongeschreven toekomst symboliseert. Een open en onbelaste toekomst als inspiratie voor de vernieuwers en makers van nu.
Opbouw
Het 78 meter hoge gebouw herbergt zes tentoonstellingsverdiepingen en een verdieping voor administratie. Verder
zijn in en bij het gebouw een podium, auditorium, winkels en een parkeerdek te vinden. De vaste collectie geeft een indruk van de toekomst zoals deze zich mogelijk de aankomende vijftig jaar zal voltrekken. Daarbij is een keuze gemaakt om vijf thema’s verder te verdiepen: klimaatverandering, ruimtereizen, welzijn, spiritualiteit en gezondheid. Tevens richt het museum zich op technieken als mens-machine-interactie, VR en IR en artificial intelligence.
Het gebouw zelf is uiteraard gemaakt met de technieken van nu. Opvallend daarbij is de rol die Bim speelde. Volgens
Marko Ruljanovic van Happold engineering consultancy, is het museum volledig binnen de Bim-omgeving gecreëerd
en opgeleverd. ‘Onze ingenieurs hebben Bim-software ontwikkeld waarmee zij de opties voor de structuur konden
modelleren en analyseren.’ Zo droeg een meshing-algoritme bij aan het ontwerpen van de stalen elementen van de diagrid die de belangrijkste staalconstructie van de torusvorm vormen. Het resulterende complexe diagrid-raamwerk was daarbij afgestemd op de digitale oppervlaktevorm van het gebouw en moest in staat zijn om de 1.024 roestvaststalen en glasvezelversterkte polymeer (GFRP) panelen te ondersteunen.
Duurzame installatietechniek
Het gebouw (met LEED-platina-status) maakt voor koeling gebruik van water afkomstig van de stadskoelingsinstallatie in de directe nabijheid. Ruljanovic: ‘Verder zijn in de HVACsystemen verschillende maatregelen genomen om het energiegebruik te minimaliseren, zoals EC-motoren in ventilatorconvectoren en enthalpiewielen – voor de uitwisseling van zowel warmte als vocht – in de ventilatiesystemen.’ Voor zowel het interieur als het exterieur is ledverlichting toegepast. Voor het aanlichten van de buitengevel gaat het om een strook van maar liefst 14 km programmeerbare ledverlichting. De lichtregelsystemen binnen in het museum baseren zich op daglichttoetreding en aanwezigheid. Ruljanovic: ‘Alle systemen worden aangestuurd en bewaakt door het gebouwbeheersysteem. Daarnaast monitoren we het stroomverbruik en kijken we hoe dit is verdeeld over de installaties. Deze gegevens vergelijken we met het gemodelleerde energiegebruik om te controleren of dit klopt en om eventueel bij te stellen. Een deel van de stroom is afkomstig van een nabijgelegen zonnepark dat uitsluitend aan dit museum levert. Het beoogde vermogen van 4 GWh per jaar dekt waarschijnlijk niet het volledige verbruik, maar wel een groot deel.’ Tot slot maakt het gebouw gebruik van grijswaterrecycling, condensaatopvang en een vernuftig systeem voor de irrigatie van het groene heuvelpark, waarop meer dan honderd soorten streekgebonden bomen en planten groeien.
Tekst: ing. Marjolein de Wit - Blok
Fotografie: Happold engineering consultancy