VV08 Omslag 600
April 2025

‘Blauw-groene ­daken moeten ‘nieuwe ­normaal’ worden’

Interview met Joris Voeten, onderzoeker bij WUR en specialist blauw-groene daken

10 02

Op veel gebouwen is het dak nog altijd de meest onoverdachte en onbenutte ruimte. Een plek die een veel beter lot verdient. Dat is althans de mening en ook de vurige wens van Joris Voeten, onderzoeker Nature-based Solutions aan de Wageningen University & Research (WUR). Afgelopen jaar presenteerde hij -samen met collega Louden Kremer de resultaten van het onderzoek ‘Focus op Daken’. Daarin laten zij duidelijk zien wat de enorme voordelen zijn van -zogeheten blauw-groene daken.

Een groen dak kennen veel mensen inmiddels wel, maar een blauw-groen dak is minder bekend. Eenvoudig uitgelegd heeft een blauw-groen dak twee functies: zowel regenwaterberging als irrigatie van de aanwezige begroeiing. Deze functies hebben niet alleen veel voordelen voor het gebouw en zijn bewoners, maar – zeker in dicht bebouwde omgevingen – ook een grote, maatschappelijke impact.
Dat er meerdere varianten van dit type daken bestaan, blijkt uit de inventarisatie die Joris Voeten en zijn collega Louden Kremer in het rapport ‘Focus op Daken’ publiceerden op initiatief van TVVL. Volgens Voeten is de kennis ruimschoots beschikbaar, is de techniek uitontwikkeld en vormt alleen de toepassing nog het obstakel. De implementatie hapert, en dat wordt met name veroorzaakt door de grote onbekendheid met de enorme voordelen.

Twee lagen

‘Een blauw-groen dak is echt anders dan de meer bekende, bijna ouderwetse, sedumdaken. De combinatie blauw-groen is dan ook essentieel’, begint Voeten. ‘Alleen als we een dak als waterberging én vegetatiedak inzetten, benutten we de enorme voordelen die zo’n dak heeft.’ Een ‘ouderwets’ vegetatiedak met alleen sedumbeplanting is bij droogte gedoemd om binnen de kortste keren tot een ‘verdroogde vlakte’ af te sterven. Met de huidige hete zomers drogen dergelijke groene daken sterk uit en na verloop van tijd doet het dak niet meer waartoe het is bedoeld: verkoeling brengen en biodiversiteit ondersteunen.
‘Een blauw-groen dak daarentegen bestaat uit twee onderdelen. Allereerst de waterberging van tenminste 85 mm hoog, die bestaat uit een holle drainagelaag met een flinke buffercapaciteit. Daarbovenop ligt de substraatlaag waarop we heel uiteenlopende beplanting kunnen laten groeien. Essentieel voor het blauw-groene dak is een goede capillaire werking tussen de drainagelaag en de substraatlaag. Dit garandeert dat de beplanting voldoende water uit de waterberging kan opzuigen om een weelderige en levenslustige daktuin te vormen.’

Verschillende typen

Het onderzoek dat Voeten en Kremer uitvoerden, kende globaal gezien twee fasen. In fase 1 gingen zij op zoek naar allerlei kengetallen rondom het gebruik van multifunctionele (vegetatie)daken. In fase 2 inventariseerden zij de normen, richtlijnen en regelgeving die beschikbaar en van toepassing zijn op dergelijke daken. In die eerste fase identificeerden zij verschillende multifunctionele daken, waarbij ze via een classificatie tot een selectie van 14 typen kwamen. Van al deze varianten stelden zij in hun rapport een korte omschrijving op met voorbeeldfoto en doorsnedetekening.
‘Het mooie is dat de techniek voor blauw-groene daken steeds intelligenter wordt. We kunnen inmiddels de waterberging in de drainagelaag actief aansturen. Dus als er veel regen wordt verwacht, kun je de berging van tevoren gecontroleerd laten leeglopen, zodat je bij een forse bui dat water weer kunt bergen. De wateroverlast op straat of in het riool wordt daardoor beperkt. Bij een droge zomer kun je de drainagelaag aanvullen met eventueel drinkwater, of beter: met gezuiverd grijs- of huishoudwater. Daarvoor hoef je maar op één punt het water in de drainagelaag te laten lopen, die voor de verdere distributie zorgt. Op die manier hoef je het dak niet met slangen, sproeiers of druppelleidingen van water te voorzien. En de capillaire werking tussen berging en substraat is juist weer ‘techniekarm’ en betrouwbaar. Het gaat niet kapot, want capillaire irrigatie is een natuurlijk principe.’

‘Alleen als we een dak als waterberging én vegetatiedak inzetten, benutten we de enorme voordelen’

Voordelen

Een blauw-groen dak heeft veel voordelen: praktische, maar ook comforttechnische en zelfs maatschappelijke. Voeten somt deze met gemak op, waarbij enkelen, zoals het voldoen aan de gemeentelijke waterparagraaf en een prettig uitzicht voor bewoners met zicht op de begroeide daken, voor de hand liggen en andere mogelijk nog onbekend zijn.
‘Als je een blauw-groen dak aanlegt, heb je, bij een passieve uitvoering, alleen aan de zijkanten een overloop of regenwaterafvoer nodig. Je hoeft dus veel minder dakdoorvoeren te maken. Wel moet je vooraf goed bedenken of je een passief of actief systeem voor regenwaterbuffering ambieert. Bij een actief systeem zal je wat meer techniek moeten installeren, zoals sensoren, een klep of een pomp om water af te voeren. Het voordeel daarvan is dat je de staat waarin het dak zich bevindt actief kunt monitoren. Daarnaast heeft een blauw-groen dak een isolerende functie. We onderzoeken inmiddels hoe deze daken voor een aantoonbare EPC-reductie zorgen en gebouwen met deze Nature-based Solution energiezuiniger worden. En dan heeft een dergelijk dak ook maatschappelijke voordelen, zoals minder hitte-ontwikkeling in steden, ruimte voor biodiversiteit en het afvangen van fijnstof uit de atmosfeer.’
Zijn er dan ook nadelen? ‘Ik zou het geen nadelen willen noemen, maar wel aandachtspunten. Het dak moet namelijk 100 procent vlak zijn. Dat is de bouwwereld niet gewend. Een bepaalde helling om voor afwatering te zorgen, zit sterk ingebakken in onze bouwpraktijk. Daarmee zullen ontwerpers dus rekening moeten houden. Ook constructeurs zullen moeten zorgen dat wij de daken iets zwaarder kunnen belasten. Een blauw-groen dak zorgt minimaal voor een belasting van 95 kg/m2, maar kan, afhankelijk van de uitvoering en de waterbergende capaciteit, oplopen tot 175 kg/m2.’

Isolerende werking

Voor de gebouweigenaar zit de meerwaarde dus ook in de energetische voordelen. Tijdens het onderzoek kwamen Voeten en Kremer erachter dat het lastig is om exact te bepalen wat de isolerende werking van een vegetatiedak is. Er waren wel globale getallen in omloop, gebaseerd op standaard sedumdaken, maar de onderzoekers vermoedden dat deze te ver van de werkelijkheid van blauw-groene daken lagen. Daarom voerden zij, samen met energieadviseur Leo Pelgrom, een onderzoek uit.
Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er verschillen zijn, die worden veroorzaakt door de hoeveelheid water die de blauw-groene daken kunnen opslaan. Desondanks stelden de onderzoekers vast dat juist ook de luchtspouw tussen het water en substraat en de beter groeiende vegetatie een groot aandeel hebben in de Rc-waarde van een dak. Uit de eerste modelberekeningen blijkt dat dit in de zomer zorgt voor een extra Rc-waarde van circa 1,3 en in de winter van 0,7.
‘Op de TU Delft voert Jorrit Parmentier nu een nader onderzoek uit, waarbij nadrukkelijk wordt gekeken naar het energiegebruik van begroeide gebouwen.’

10 01

Extra verblijfsruimte

Een andere meerwaarde voor het gebouw en zijn gebruikers is de recreatieve en esthetische functie van het dak. ‘Het dak wordt ineens een extra verblijfsruimte. Dit zien we bijvoorbeeld bij gebouw De Boel in Amsterdam waar de bewoners ineens een weelderige daktuin met een prachtig uitzicht over de stad kregen. Ook voor bewoners in andere, hoger gelegen gebouwen biedt zo’n dak meerwaarde, omdat zij niet meer op een zwart en rommelig dak hoeven neer te kijken. Ook neemt de waarde van een gebouw aantoonbaar toe.’
Voeten vindt het überhaupt verfoeilijk dat de bouw- en installatiewereld het dak nu nog altijd als rommelige opslagplaats voor installaties gebruikt. ‘Lukraak worden apparaten, dakdoorvoeren en afvoerpijpen geplaatst. Dat zal echt anders moeten als we er een multifunctioneel blauw-groen dak van willen maken. De installaties moeten een beter doordachte plek krijgen, kleiner is beter, en al die doorvoeren zouden installateurs ook wat slimmer kunnen concentreren.’
‘Een weelderig, begroeid dak heeft dus ook maatschappelijke functies’, gaat Voeten verder. ‘In de zomer straalt zo’n dak veel minder warmte af dan die kale, zwarte asfaltdaken of andersoortige stenen daken. De stad warmt dus minder op. Ook versterkt zo’n gebouw de biodiversiteit in de stad, die al enorm onder druk staat.’

Zonnepalen

Het eventuele dilemma, de keuze tussen een groen dak of een zonnedak, bestaat volgens Voeten niet. Sterker nog, het is juist voordelig om waterberging, beplanting én zonnepanelen op een dak te combineren. Uit onderzoek op gebouw Mannoury in Amsterdam, waarbij men twee identieke gebouwen met verschillende technische configuraties kan vergelijken (zie kader), blijkt dat het rendement van zonnepanelen maar liefst 4,4 procent hoger ligt op een blauw-groen dak.
Mannoury is voor nog meer onderdelen een voorbeeld. Zo vult men bij dit gebouw in de zomer de drainagelaag aan met het water dat uit de douches van de appartementen komt. Dit water wordt gefilterd via een helofytenfilter dat door de beplanting op het dak wordt gevormd. ‘Alle mogelijke obstakels voor de aanleg van dergelijke daken die je zou kunnen bedenken, zijn onderzocht, weggenomen en bestaan dus niet meer’, zegt Voeten. ‘Ook de technieken en materialen voor goed functionerende, biodiverse, blauw-groene, energie- en watercirculaire daken zijn volop aanwezig. De enige barrière zijn de toepassers in de praktijk. Of het gebrek daaraan.’

Kennis en kunde

Wat is de reden dat de praktijk nog terughoudend is en niet elk nieuw gebouw met een blauw-groen dak wordt uitgerust? Volgens Voeten is dat vooral de onbekendheid met de werkwijze en de normen die men moet hanteren. Op bepaalde punten zijn er wellicht nog kennishiaten, maar tegelijk, zegt Voeten, is er al veel kennis en informatie te vinden.
In de tweede fase van het onderzoek dat Voeten en Kremer uitvoerden, inventariseerden zij de normen en kennis die beschikbaar zijn. Hun rapport bevat dan ook een normenmatrix waaruit blijkt dat er tenminste tien normen zijn die betrekking hebben op één of meerdere aspecten van een multifunctioneel (vegetatie)dak. Eigenlijk is er maar één bundel die de voorschriften bevat voor alle onderzochte onderdelen, en dat is het ISSO-praktijkboek met de ‘Norm begroeide daken VBB-FLL’. Deze is opgesteld in samenwerking met de Vereniging van Bouwwerk Begroeners (VBB), die op haar beurt sinds haar oprichting nauw samenwerkt met de Forschungsgesellschaft Landschaftsentwicklung Landschaftsbau (FLL). Hier komt een Duitse richtlijn voor dakbegroeiing vandaan, die sinds jaar en dag ook in Nederland wordt gebruikt bij ontwerp, aanleg en onderhoud van dakbegroeiing.
Een eventueel kennishiaat dat nog naar voren kwam, is de vraag welke planten het beste vocht vasthouden. Het is duidelijk dat het verdampen van het water op dak via planten significant bijdraagt aan verkoeling. Maar hoeveel en met welke planten dat het beste lukt onder specifieke klimaatomstandigheden, dat zijn vragen die nader onderzoek -vergen.

‘De enige barrière zijn de toepassers in de praktijk. Of het gebrek daaraan’

‘Het nieuwe normaal’

‘Een blauw-groen dak zie ik de komende jaren vooral weggelegd voor nieuwe gebouwen of gebouwen die een grootschalige renovatie ondergaan. Op die daken zouden we daar toch echt ‘het nieuwe normaal’ van moeten maken. Een verplichting vanuit overheden kan het opschalen versnellen, omdat daarmee het vrijwillige karakter van klimaatadaptief en toekomstbestendig ontwikkelen en bouwen verdwijnt. We hoeven in ontwerpen, aanbestedingen en vergunningen geen specifieke systemen te eisen, maar we kunnen wel toekomstgerichte, functionele eisen vastleggen die specificeren wat de ontwikkeling moet doen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan een x-aantal millimeters regenwaterberging, maximale afvoersnelheden, groen-voor-groen of percentages groene ruimte, hoeveelheden waterhergebruik, of zelfs een biodiversiteitseis zoals die in Engeland bestaat met het Biodiversity Net Gain-principe dat daar sinds 2024 voor nieuwbouw van kracht is.’
Dat de investeringen voor zo’n dak hoger liggen, is logisch, zegt Voeten, maar je krijgt er extra waarde voor terug. ‘Je vastgoed is meer waard en de eventuele opwekking van zonnestroom is hoger.’
‘Maar niet alles is in euro’s uit te drukken. Hoe verdien je een grotere natuurwaarde terug? Naar wie kun je een rekening sturen voor meer bijen en vlinders of minder fijnstof? En wie verdient eraan als we minder wateroverlast op straat ervaren zodra er hoosbuien vallen? Draai het eens om. Creëer je geen blauw-groen dak, dan leg je alle huidige en toekomstige schade door oververhitting, tekort aan biodiversiteit en wateroverlast op straat bij de maatschappij. Je mag van een gebouweigenaar of investeerder, best een bepaalde mate van goed rentmeesterschap eisen. Een blauw-groen dak hoort daar, met de kennis van nu, zeker bij. Samen moeten we werken aan een omslag in denken. Van: ‘Ik moet van mijn regenwater af’, naar: ‘Regenwater dat op mijn perceel valt, is van mij en ik moet zorgen dat ik het slim benut’.’

Vergroot je kennis

Voor de vakwereld heeft Voeten vooral het advies om zijn kennis te vergroten en zoveel mogelijk opdrachtgevers te inspireren en motiveren om het dak nuttig in te zetten. Het onderzoeksrapport ‘Focus op Daken’ – verkrijgbaar via TVVL – bevat een Excel-tabel met de kengetallen voor multifunctionele daken. Deze laat zien hoeveel kennis er al beschikbaar is voor de selectie aan onderzochte daken; deze zijn hierdoor ook veel toegankelijker.
Ook het ISSO-praktijkboek ‘Multifunctionele groene daken en gevels’ is een actuele kennisbron en bevat een holistische Nederlandse norm voor vegetatiedaken. ‘Het belangrijkste bij de aanleg van blauw-groene daken is dat de verschillende vakmensen nauw en in een vroegtijdig stadium samenwerken. De architect en constructeur moeten al in gesprek met de dakdekkers en de hoveniers. En installatie-deskundigen moeten snel weten hoe zij hun installaties moeten ontwerpen om zo’n biodivers blauw-groen energiedak te kunnen faciliteren.’

Tekst: Rob van Mil
Fotografie: Jan Reinier van der Vliet