VV03 cover 600
Januari 2019

Gebruiker centraal stellen voorkomt dat energiezuinig en gezond elkaar bijten

VV01 10 Itho 001

Bij een eenzijdige focus op energiezuinigheid bij woningen, komen het comfort en de gezondheid van bewoners vaker in het gedrang. Hoe beter we isoleren, hoe belangrijker ventilatie wordt. Maar bij de keuze voor een ventilatiesysteem laat de markt zich veelal leiden door epc-scores en de minimale eisen in het bouwbesluit. Het lijkt inmiddels alsof duurzaamheid en gezondheid elkaar bijten. Maar dat hoeft niet.

‘Het wordt tijd dat we de gebruiker centraal gaan stellen, die nu nog vaak de duurzame rekening betaalt met comfortproblemen’, zegt Jimmy Onstenk, Category Manager Ventilatie bij Itho Daalderop. Hij pleit voor maatwerk en gezond verstand, zowel in het advies als de uitvoering.
Bij ventilatieoplossingen wordt onderscheid gemaakt tussen A-, B-, C- en D-systemen. A staat voor natuurlijke aan- en afvoer, B voor mechanische toevoer en natuurlijke afvoer, een C-systeem maakt gebruik van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer en D-systemen bestaan uit balansventilatie met wtw op basis van mechanische toe- en afvoer. Bij energiezuinige nieuwbouw en renovatie komen vooral C- en D-systemen voor. Energieprestaties, comfort en luchtkwaliteit hangen in de praktijk grotendeels af van het systeemontwerp. Maar ook uitvoering en gebruik zijn van grote invloed op de uiteindelijke prestaties en ervaringen. Voor elk bouwtype, energieconcept en wensenpakket is er een oplossing. Maar dan zijn doordachte keuzes en een afgestemd ontwerp wel cruciaal.

Gebruikerservaring

Ook als een ventilatieoplossing voldoet aan de bouwregelgeving en volgens de epc-berekeningen is toegestaan, leidt deze niet vanzelfsprekend tot een optimaal binnenklimaat. Meerdere onderzoeken tonen dat aan, maar bewoners die aan den lijve tocht en hinder ondervinden, hebben daar weinig aan. Ze zetten de ventilatie simpelweg uit, en alle berekeningen kunnen de prullenbak in.

In feite is het motto in de markt: ‘we doen het zo slecht als we mogen’

Volgens Onstenk komt dat vooral omdat er in de modellen te weinig rekening wordt gehouden met het uiteindelijke gebruik. ‘In feite is het motto in de markt: ‘we doen het zo slecht als we mogen’. Vrijwel iedereen gebruikt de ondergrens. Zowel van de prestatie-eisen aan de ventilatie zelf, als de bijdrage van het systeem aan de energiezuinigheid van de woning. Daarbij wordt naar mijn idee te veel gefocust op het energieaspect en te weinig op de feitelijke bedoeling van het systeem: het realiseren van een gezond en comfortabel binnenklimaat.’

VV01 10 Itho 006Het project De Willem en De Zwijger is ondermeer voorzien van ventilatie met warmteterugwinning.

Ambitie

Ambitieuze ontwikkelaars en architecten laten zien dat het toch ook anders kan. Itho Daalderop is betrokken bij veel projecten waar de lat hoog ligt en waar het ontwerp gericht is op een eindresultaat dat energiezuinigheid, comfort en gezondheid optimaal combineert (zie kader Climate for Life). De laatste tijd neemt ‘de vraag naar meer’ vooral toe vanuit de corporatiewereld, merkt Onstenk.
De fabriek van Itho Daalderop maakt overuren om aan de vraag naar renovatiesystemen te voldoen. Gedwongen tot labelstappen nemen corporaties hun woningvoorraad flink onder handen. Zo loopt er nu een project bij Woningcorporatie Oost Flevoland Woondiensten in Swifterbant. In het streven naar Energielabel A voor het totale woningbezit, renoveert de corporatie momenteel 48 woningen. Met afgewogen aandacht voor zowel energiezuinigheid als een gezond binnenklimaat. Eerst vervangt de corporatie de gevel, het dak en de kozijnen. De nieuwe schil is optimaal geïsoleerd. De oude cv-ketels maken plaats voor hybride warmtepompen, bijgestaan door nieuwe cv-ketels. Pv-panelen en het vraaggestuurde ventilatiesysteem Optima met CO2-sensoren maken de cirkel rond. Voor deze renovatie lag natuurlijke toevoer en mechanische afvoer voor de hand. Onstenk: ‘Bij het vervangen van glas en kozijnen, kun je eenvoudig ook drukgestuurde ventilatieroosters meenemen. In dit geval gaat het ventilatierooster bij winddruk op de gevel wat verder dicht om zo een onbedoeld teveel aan ventilatie te voorkomen. Want dat blijft natuurlijk een nadeel van luchtroosters. Maar in een bestaande situatie is het lastig om balansventilatie toe te passen en toevoerkanalen naar de verblijfsvertrekken aan te brengen. Dat is nogal een ingreep en een investering.’

Prettig en duurzaam

Als het even kan, gaat de voorkeur van Itho Daalderop uit naar D-ventilatie met wtw, ofwel balansventilatie. Dit systeem is bij energiezuinige nieuwbouw, ook vanuit beng-optiek, de beste oplossing, vindt Onstenk. Vooral als het gaat om woningen met een warmtepomp voor lt-verwarming via vloer of wand. In dat geval is er minder luchtcirculatie dan bij convectie- of radiatorverwarming. Koude lucht die in de winter door ventilatieroosters binnen komt, zal minder snel mengen met opstijgende warme lucht. Dat vergroot de kans op tocht.
‘Een D-systeem zonder roosters is in dat geval een betere optie’, vindt Onstenk. ‘En duurzamer kan niet, want je gaat warmte terugwinnen uit de afgevoerde ventilatielucht. Je hebt minder ventilatieverliezen en er is minder vermogen nodig voor de warmtepomp. Dat is een belangrijk argument voor balansventilatie bij nom-woningen. Want als de energetische balans daar niet klopt, moet je dat compenseren met pv. Met balansventilatie loop je dat risico minder snel.’
Het vraagt wel om een goede, kierdichte schil. Maar bij energiezuinige nieuwbouw is dat al een randvoorwaarde. Bovendien, zo geeft hij aan, levert D-ventilatie esthetisch gezien een beter beeld van de gevel op. Architecten zijn er dan ook blij mee. Ventilatieroosters zijn hen vaak een doorn in het oog.

VV01 10 Itho 005Warmtepomp en balansventilatie vormen een goed duo.

Warmtepomp en balansventilatie

Toch worden er nog altijd nieuwe woningen gebouwd met een warmtepomp en C-ventilatie. Simpelweg omdat het volgens de epc-berekeningen nog altijd kan en het een goedkopere oplossing is. Itho Daalderop vindt dat onverstandig. ‘Dat geeft gegarandeerd comfortproblemen. Tochtverschijnselen ervaren bewoners als vervelend. Dan geven ze de warmtepomp de schuld, want het wordt maar niet warm genoeg, of ze doen de roosters dicht en blokkeren zo de ventilatie. Vervolgens vergeten ze om die weer open te zetten.’
‘Dan heb je op papier dus een systeem dat voldoet, maar in de praktijk heb je toch comfort- en gezondheidsklachten. Bij balansventilatie met automatische sturing op CO2, vocht en temperatuur, luchtfiltering en optimale luchtstromingen, heb je die problemen niet en voelt de bewoner zich bijna altijd het prettigst.’ Onstenk merkt dat warmtepompen enorm in de lift zitten en dat balansventilatie meestijgt in die trend. ‘Gelukkig lijkt gezond verstand te prevaleren.’

Enthousiaste bewoners

Een recent voorbeeld van de toepassing van een balansventilatiesysteem bij energieneutrale nieuwbouw is dat van de twee nom-appartementencomplexen in Best. Een uniek voorbeeld van ketensamenwerking (Woonstichting ’thuis, bam Wonen, bam Energy Systems, NBArchitecten, eigenenergie.net en Itho Daalderop) aan duurzaamheid en comfort. De appartementencomplexen ‘De Willem’ en ‘De Zwijger’ hebben een goed geïsoleerde schil en voorzien zelf in hun energie via zonnepanelen op het dak en aan de gevels. Het klimaatsysteem komt van Itho Daalderop en bestaat uit warmtepompen op basis van bodemenergie en ventilatie met warmteterugwinning. Bewoners zijn zeer te spreken over het comfort. Het project had in dit geval te maken met een innovatieve architect die voorstander is van duurzaamheid vanuit samenhang.

‘Hoe bewoners ventilatieberekeningen op ruimteniveau ervaren, daar wordt onvoldoende rekening mee gehouden’

Volgens Onstenk is dat ook meteen de sleutel tot succes. Het denken vanuit het eindresultaat voor de gebruiker en de energiebehoefte. ‘Het één sluit het ander niet uit. We kunnen heel goed energiezuinige of zelfs energieneutrale woningen creëren waarin het goed vertoeven is. Er is alleen wat meer denkwerk en soms wat meer budget voor nodig. Maar in dit geval is het zelfs binnen het budget voor sociale woningbouw gelukt.’
‘Echt, we moeten afstappen van het goochelen met epc-eisen en ondergrenzen en toe naar een resultaatgerichte aanpak vanuit systeemsamenhang en ketensamenwerking.’

Tocht

Daarbij zet Itho Daalderop de prestatie-eisen doorgaans hoger in dan wettelijk verplicht of voor de epc noodzakelijk. En het voorkomen van tocht krijgt extra aandacht. ‘Tocht staat op nummer één van het klachtenlijstje van de consument. Dat is ook de meest ‘tastbare’ ervaring van een ventilatiesysteem. In het bouwbesluit staat alleen hoeveel kuub je in een ruimte moet kunnen blazen of afzuigen. Dus zet je ergens een paar ventielen en het werkt. Maar hoe dat dan in de praktijk aanvoelt, is een ander verhaal. Zo moet je goed nadenken over waar je de ventielen plaatst. Daar zijn geen richtlijnen voor. De klachten komen altijd pas later en zijn dan vaak niet meer op te lossen. Ventilatieberekeningen op woningniveau kloppen over het algemeen wel, maar hoe bewoners dat op ruimteniveau ervaren, daar wordt onvoldoende rekening mee gehouden.’ Ook laat het handhaven van comforteisen (maximale luchtsnelheid en minimale luchttemperatuur, bepaald in nen 1087, hoofdstuk 7) in de leefzone om tocht te voorkomen, nogal eens te wensen over volgens Onstenk.
Op zich zijn de eisen in het Bouwbesluit niet verkeerd, vindt hij. Alleen wordt er niet op gecontroleerd en gehandhaafd. ‘Lever je een woning op, dan krijg je hooguit nog iemand van de gemeente over de vloer die komt controleren of je er wel echt een warmtepomp hebt ingezet en of er wel ventilatie in de woning is. Maar niemand controleert of mensen op den duur last krijgen van tocht of dat het CO2-percentage veel te hoog wordt als je de gebruiker te veel invloed geeft op een slecht gekozen systeem. Als een bewoner de ventilatie de hele dag in de lage stand zet, of zelfs de stekker eruit trekt, dan voldoen de woning en het binnenklimaat niet meer aan de eisen. Je krijgt vocht in de venterbank en hoofdpijn, maar niemand die daarnaar omkijkt.’

Climate for Life

Samen met partner Klimaatgarant vormt Itho Daalderop de cfl (Climate for Life) Holding. Klimaatgarant helpt gemeentes en projectontwikkelaars bij de ontwikkeling van energieneutrale woningen en woonwijken. Het toegepaste klimaatconcept is gebaseerd op warmte- en koudeopslag, optimale isolatie en ventilatie. Daarbij worden veelal producten van Itho Daalderop toegepast. Itho Daalderop produceert verwarmings-, tapwater-, ventilatie-, en regeltechniekoplossingen. Het bedrijf ambieert een comfortabel, gezond en betaalbaar binnenklimaat te combineren met een laag – of zelfs geen – energiegebruik. Bij voorkeur in één totaaloplossing. In samenwerking met Klimaatgarant richt het zich op de nieuwbouw, maar solo is het bedrijf ook betrokken bij veel renovatieprojecten.

Ventilatie in het BENG-tijdperk

Bij de overschakeling van epc naar beng, krijgt de markt met andere eisen te maken. De beng-eisen zijn opgebouwd uit drie indicatoren die richting geven aan opdrachtgevers, ontwikkelaars en architecten:
• beng 1 betreft de warmte- en koudevraag van de woning;
• beng 2 betreft de hoeveelheid (niet-duurzame) primaire energie [kWh/m2];
• beng 3 betreft de hoeveelheid duurzame energie [%].

NB: beng 2 plus beng 3 is 100 procent.
beng 1 maakt geen verschil meer tussen C- en D-ventilatie. Na de herziening van de beng-definities geldt nu een vaste waarde voor ventilatieverliezen, opgenomen in beng 1. Daarmee vallen de nieuwe beng 1-waarden 5 – 15 kWh/m2 hoger uit dan bij de eerdere definitie. De nieuwe definitie is gunstig voor de C-systemen, die aanvankelijk meer ‘strafpunten’ zouden krijgen in beng 1. De verschillen in waardering in beng 2 zijn ongewijzigd en vergelijkbaar met de verschillen zoals in de epc.
De op 20 november 2018 gepresenteerde, voorlopige beng-eisen zijn een stuk minder streng dan gehoopt. Een woning die voldoet aan de huidige epc van 0,40, voldoet straks ruim aan de nieuwe beng-eisen. Zelfs door uit te gaan van de minimale eisen uit het bouwbesluit inzake isolatie, gebruik van hr++-glas en een ventilatiesysteem C met CO2-regeling.
Onstenk: ‘We hopen en vertrouwen erop dat het ministerie de kritiek op dit ambitieloze beleid ter harte neemt, en alsnog met aangescherpte eisen komt.’

Geen omkijken naar

Een ander project dat het nut aantoont van samenhang en van geautomatiseerde balansventilatie via sensoren is de renovatie van twaalf portiekwoningen in Vlaardingen via het 2nd Skin-concept. Dit concept voorziet bestaande woningen van een nieuwe, hoogwaardige schil en duurzame installaties. In samenhang zorgen ze voor energiezuinige en gezonde woningen. Bewonerswensen staan centraal in het ontwerp. Onstenk: ‘In dit geval wordt het ventilatiesysteem aangestuurd door meerdere CO2-sensoren. Het ontzorgt de bewoners, zorgt automatisch voor een gezond binnenklimaat en de woningcorporatie krijgt minder vochtklachten. Wij hebben hier zowel de bodemgebonden warmtepomp als het balansventilatiesysteem, de pv-panelen en het boilervat voor warmtapwater geleverd. tu Delft monitort de luchtkwaliteit en de gebruikerservaringen. Die zijn zeer positief. Bewoners hebben geen omkijken naar het systeem dat echt vóór hen werkt.’
En zo hoort het ook, redeneert hij. De consument moet niet hoeven snappen hoe het systeem werkt. Dat moet automatisch doen wat het moet doen om de beste omstandigheden te creëren. ‘Mensen snappen niet dat ze met zo’n gebreide slang voor de deur of een dicht rooster de doorstroomvoorziening blokkeren. Ze zullen ook niet zelfstandig ingrijpen als er te veel vocht of fijnstof in de lucht zit, omdat ze dat simpelweg niet waarnemen. Dus slimme, automatisch aangestuurde systemen hebben duidelijk de voorkeur. Systemen die de bewoners volgen, luchtsamples nemen en zo de inzet bepalen. Dat garandeert de beste ventilatie.’
‘Gelijktijdig moet men wel altijd een mogelijkheid houden om in te grijpen. Het zou vervelend zijn als je systeem is ingesteld op bewoning door twee volwassenen en een kind, maar je bij een verjaardag met een huis vol mensen en wat rokers de ventilatie niet wat harder kunt zetten. Je moet dus altijd van vraaggestuurd naar handbediening kunnen switchen, maar dan wel de veiligheid inbouwen dat het systeem na 24 uur automatisch teruggaat naar de automatische stand en de sensoren weer aan het werk zet.’

Tekst: Astrid Zoumpoulis-Verbraeken, freelance journaliste.
Fotografie: Industrie