VV03 Omslag 600
September 2024

‘Het is tijd voor een ­integrale ontzorgings­aanpak richting aardgasvrij’

Interview met Ivo Opstelten, directeur van Stroomversnelling

10 01

Vereniging Stroomversnelling is een belangrijke aanjager van de warmtetransitie in de bestaande bouw. Iedereen aardgasvrij in 2050? Dat moet kunnen, zegt directeur Ivo Opstelten. ‘Maar dan moeten we vanaf nu wel elk natuurlijk mutatiemoment aangrijpen en staps-gewijs spijtvrije maatregelen treffen. Een integraal advies is daarbij cruciaal: kijk altijd naar de context, de samenhang, het gedrag van de bewoner en de timing. Met standaard rekensommetjes komen we er niet.’

Stroomversnelling creëert randvoorwaarden voor het betaalbaar verduurzamen van woningen en wijken. Samen met de leden – waaronder gemeenten, woningcorporaties, bouw- en installatiebedrijven – probeert de organisatie de energie- en warmtetransitie in een stroomversnelling te brengen. Door stimulerende regelgeving te bevorderen, standaardconcepten en hulpmiddelen te ontwikkelen en door pilots te initiëren. NOM-concepten, NOM Keur, De Energieprestatievergoeding en Wijkkompas zijn enkele resultaten van die inzet.

Denken in oplossingen

Ivo Opstelten, directeur van Stroomversnelling, is optimistisch ingesteld. Hij denkt in oplossingen, niet in problemen. Hij laat zich dan ook niet van slag brengen doordat de nieuwe regering een aantal stimulerende maatregelen schrapt, zoals de salderingsregeling en ‘verplicht hybride’, en daarbij de aardgasbelasting verlaagt.
‘De klimaatdoelstellingen blijven overeind, maar de maatregelen die ervoor bedacht waren, worden niet allemaal doorgezet. Ik ben benieuwd hoe ze het effect daarvan gaan compenseren. Misschien door de laatste aardgasbaten in te zetten om mensen van het aardgas af te helpen. En ik hoop dat ze subsidies inzetten om duurzame producten structureel goedkoper te maken in plaats van de onrendabele top van projecten weg te financieren. Dus ja, er zijn uitdagingen, maar ik zie ook een regering die bereid is te denken in oplossingen. Daar komen we samen vast wel uit.’

Stapsgewijze, spijtvrije maatregelen

Aardgasvrij in 2050 betekent dat er nog heel wat werk aan de winkel is. Nu voldoet een kleine 10 procent van de woningvoorraad daar pas aan; het merendeel daarvan is recent gebouwd. De grootste uitdaging ligt bij de bestaande woningvoorraad. Opstelten: ‘De techniek is er, de wil groeit ook. Ik ben nog steeds gematigd optimistisch over de haalbaarheid. Maar dan moeten we nu wel elk natuurlijk mutatiemoment aangrijpen om maatregelen te nemen. Een dak moet eens in de veertig jaar vernieuwd worden, een installatie eens in de vijftien jaar. Ook een wijkaanpak is zo’n natuurlijk mutatiemoment. Je moet dan sowieso gaan investeren. Denk op zo’n moment dus goed na hoe je stapsgewijs toe kan werken naar aardgasvrij. Met maatregelen waar je geen spijt van kan krijgen. Ook al weet je niet welke kant het op zal gaan in jouw wijk, het is nooit verkeerd om je warmtevraag dusdanig te reduceren dat de woning op lage temperatuur kan worden verwarmd.’

‘De techniek is er, de wil groeit ook’

Kansen beter benutten

Op die filosofie is ook het NOM Keur in Stappen gestoeld. Een keurmerk voor renovaties die woningen stapsgewijs naar het einddoel brengen. Met gefaseerde verduurzaming en gespreide kosten hoopt Stroomversnelling dat meer woningeigenaren alvast aan de slag zullen gaan om zich voor te bereiden op de verschillende nieuwe warmteoplossingen. Adviseurs – ook van installatiebedrijven – die in dergelijke gevallen om hulp worden gevraagd, hebben een grote verantwoordelijkheid, meent Opstelten. ‘Ik vind dat ze daar de kansen vaak niet optimaal benutten. Ze komen dan met simpele standaardrekensommetjes, lachen de aardgasvrij-plicht weg, kijken niet verder dan de specifieke vraag en negeren de context. Dat kan echt beter.’

Warmtepomptechnologie dominant

Alles draait om context en samenhang, benadrukt hij. ‘Warmtepomptechnologie zal de komende decennia de markt gaan domineren, vooral omdat er een goede businesscase van te maken is. Maar ga je voor een warmtepompoplossing, dan is de relatie met de kwaliteit van je woning en het afgiftesysteem essentieel. Als je niks doet aan isolatie, warmtevraagreductie en koudeval, kom je in een woning met kieren en radiatoren vaak bedrogen uit. Ontwikkelingen als hoogtemperatuur warmtepompen lijken dan een uitkomst te bieden, maar dat gaat gepaard met een hogere investering en vooral veel meer stroomgebruik. Zit je in een gebied met netcongestie, dan kan dat een bottleneck worden.’
‘Als je weet dat er binnen vijftien jaar een hoogtemperatuur warmtenet in de wijk komt te liggen, dan zal je als de ketel op is misschien wel moeten adviseren om die nog maar een keer te vervangen. Of om er een hybride warmtepomp van te maken, als dat gunstiger is voor de kosten en de baten. Kortom: de context moet altijd bepalend zijn. Wat de beste oplossing is, ontdek je alleen als je alles in samenhang beschouwt. Daar hoort ook het gedrag van de bewoners bij. Zitten zij bijvoorbeeld de hele avond met de voeten op tafel of de bank, dan vermindert dat de toegevoegde comfortbeleving van vloerverwarming.’

10 01

Duurzame Warmteschijf

Om de markt enigszins te helpen bij het keuzetraject, ontwikkelden Techniek Nederland, Bouwend Nederland, Aedes, OnderhoudNL en Stroomversnelling enkele jaren geleden al de Duurzame Warmteschijf: een objectief hulpmiddel bij het maken van de juiste keuzes bij renovatie of installatievervanging. De recent vernieuwde versie daarvan is te vinden op het platform energielinq.nl.
‘Ik heb het meegemaakt dat een warmtepompproducent weigerde een groot aantal warmtepompen te leveren aan een woningcorporatie, als die niet eerst kon garanderen dat de warmtevraag van de betreffende woningen voldoende laag was. Groot gelijk, vind ik. Want de producent wist dat bewoners bij een hoge warmtevraag zouden gaan klagen over het stroomverbruik en hun product daar de schuld van zou krijgen, terwijl het probleem is dat die in een situatie staat waar hij niet goed kan werken. Een goed advies, gebaseerd op kennis over de samenhang tussen gebouw, installatie en gebruiker, kan zoiets voorkomen.’

System integrator

Adviseurs moeten dus verder kijken dan alleen de uitvraag. En meer kennis in huis hebben dan alleen de technische specificaties van elk specifiek product. ‘Alleen de adviseur die zich de kennis toe-eigent van de samenhang der dingen en de context, kan kansen verzilveren. Voor zichzelf, maar ook voor het gemeenschappelijke doel van een fossielvrije toekomst. Je moet in wezen optreden als een systeem integrator en een integraal advies uitbrengen voor combinaties van investeringen die het beste rendement geven. Niet alleen in installatietechniek, maar ook in maatregelen in de bouwschil. Staar je ook niet blind op de netto warmtevraag en de isolatiestandaard. Kijk dus altijd verder.’

Spekkoper

De directeur van Stroomversnelling maakte zijn eigen jaren 30-woning al in 2010 geschikt voor laagtemperatuurverwarming. In 2020 schafte Opstelten vervolgens een lucht-water warmtepomp aan en kon de ‘beter-dan-BENG-woning’ van het gas af. ‘In 2010 was gas nog heel goedkoop, dus ik investeerde eerst gefaseerd in een uitbouw met vloerverwarming, in schilisolatie en een nieuw dak met topisolatie en zonnepanelen. Daarmee bracht ik de warmtevraag al enorm terug en werd de woning geschikt voor verwarming op lage temperaturen.’
‘Mensen die denken dat ze verduurzaming niet kunnen opbrengen, kan ik uit ervaring zeggen dat het meer opbrengt dan dat het kost. Je wisselt simpelweg de energiekosten in voor de kosten van een duurzaamheidslening, bijvoorbeeld bij het Warmtefonds. Doe je het goed, dan ben je spekkoper. Want je krijgt lagere woonlasten van een investering, die is gefinancierd met gunstige leenvoorwaarden. Mensen weten dat vaak niet en kijken alleen naar hun spaargeld. Niet kunnen? Dat bestaat voor mij niet. Zelfs voor de allerlaagste inkomens biedt het Warmtefonds producten en corporaties hebben met de Energieprestatievergoeding 2.0 een nieuwe troef in handen om door te pakken.’

EPV 2.0

Waar de eerste EPV nog vooral bedoeld was voor het hoogste ambitieniveau, dat van NOM, heeft versie 2.0 verschillende ambitieniveaus en sluit daarmee aan bij de stappenbenadering die Stroomversnelling ook onderschrijft. ‘Zo kunnen corporaties eerst voor ‘basis’ gaan en pas later voor ‘hoogwaardig’ en daar in stappen een vergoeding voor vragen, passend bij het prestatieniveau en de verlaagde energielasten. De huurder krijgt er een prettigere woning voor terug; duurzaam, gezond, comfortabel en gevrijwaard van de gevolgen van hoge schommelingen van energieprijzen zoals we sinds 2022 hebben ervaren.’
‘Dat is ook onze slogan: beter wonen voor hetzelfde geld,’ zegt Opstelten. Met de, bij de isolatiestandaard gepubliceerde, ‘Streefwaarden voor bouwdelen’ gaat ook de overheid mee in de stapsgewijze aanpak. Naast de isolatiestandaard voor de gehele woning, geven de streefwaarden aan of een afzonderlijk bouwdeel na verduurzaming voldoet voor de overstap naar een alternatieve warmtebron.’
‘Als je ze een-voor-een nastreeft, voldoet je woning aan veel meer dan aardgasvrij-ready. Het zal vaak voorkomen dat je tweemaal in hetzelfde bouwdeel moet investeren als andere bouwdelen minder ambitieus – of helemaal niet – aangepakt kunnen worden. Dus dat voorkomt desinvesteringen en is op de langere termijn gunstig voor de woningeigenaar.’

‘Staar je niet blind op de netto warmtevraag en de isolatiestandaard’

Laagtemperatuur warmtenetten

Hoewel hij de warmtepomp duidelijk naar voren schuift als dominante technologie in de warmtetransitie, ziet Opstelten ook kansen voor warmtenetten. ‘In randstedelijke, dichtbevolkte gebieden, met relatief veel hoogbouw en collectieve gasketels, zal je daar vanzelfsprekend als eerste aan denken. Vanuit de circulaire gedachte zouden warmtenetten op restwarmte uit afvalverbrandingscentrales geen eerste keuze moeten zijn. Want hoe minder afval we gaan produceren, hoe minder we van die bron gebruik kunnen maken.’
‘Wij vinden dat laagtemperatuur warmtenetten de voorkeur hebben en hoogtemperatuur maximaal 70 °C zou moeten zijn. Hoe lager de temperatuur, hoe hoger de prikkel om woningen goed te isoleren en de warmtevraag te reduceren, wat ook de warmtekosten betaalbaar houdt. Warmtenetten op zeer lage temperatuur kunnen ook een optie zijn. Zorg dan wel dat je de tijdelijke extra warmtebehoefte efficiënt invult met een boosterwarmtepomp, en niet met weerstandsverwarming.’

Collectieve wko’s faciliteren

Opstelten ziet ook veel in een tussenvorm, zoals kleine, collectieve wko-systemen. ‘Vooral in gebieden die minder dichtbevolkt zijn dan binnensteden. Ze zijn eenvoudiger te regelen dan grote warmtenetten en door de bron te delen, zijn ze efficiënter dan individuele systemen.

All-electric concepten

Stroomversnelling zet dus vol in op de ontwikkeling van nieuwe concepten voor een all-electric aanpak die netvriendelijk is, rekening houdend met de mogelijke gevolgen van de afschaffing van de salderingsregeling. Voor individuele woningen, maar ook op wijkniveau. Collectieve wko-systemen krijgen daar ook een rol in.
‘Voor de ontwikkeling van die concepten, maken we gebruik van een dataset van 1 miljard datapunten in woningen van uiteenlopende typologieën die al verduurzaamd zijn naar NOM-niveau of anders. Veel daarvan zijn all electric, andere hebben een hybride warmtepomp. Stroomversnelling leden als O-Nexus, Watch-E en Itho zijn sterk in de monitoring van de all-electric woningen. We weten dus exact hoe die woningen presteren. Zo kunnen we op feiten gebaseerd nieuwe concepten ontwikkelen die passen bij de huidige uitdagingen en kaders. Samen met netbeheerders gaan we ervoor zorgen dat die ook passen binnen de kaders van netcongestie. En uiteindelijk gaan we daar renovatietreintjes van maken.’

Integrale ontzorgingsaanpak

De opzet en ondersteuning van renovatietreintjes gebeurt onder de noemer Verbouwstromen, het nieuwe samenwerkingsprogramma van De Bouwcampus, Stroomversnelling, TKI Bouw en Techniek en TKI Urban Energy, gefinancierd door het ministerie Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Samen willen zij de duurzame renovatiegolf versnellen door inzet op renovatie-industrialisatie; datagedreven standaardisering en een seriematige ontzorgingsaanpak, bouwkundig en installatietechnisch.
Opstelten zelf heeft een dergelijke ontzorgingsaanpak gemist toen hij de eigen woning in 2010 verduurzaamde. ‘Ik weet hoe lastig het is om alles zelf uit te moeten zoeken, de kosten in de hand te houden, financiers te vinden en door welstandscommissies heen te komen. Met deze aanpak willen we woningeigenaren daarvoor behoeden. We hopen dat ook adviseurs en installateurs aanhaken en gaan samenwerken met renovatiepartners voor zo’n integrale ontzorgingsaanpak. Waarbij ze niet na de opdracht van het toneel verdwijnen, maar erbij blijven tot aan de oplevering. Zodat ze er belang bij hebben dat er aan het eind van het rit een goed resultaat wordt opgeleverd.’

Ivo Opstelten

Dr. Ivo J. Opstelten (1965) studeerde natuurkunde aan de Technische Universiteit in Delft. Sinds 2000 is hij actief op het gebied van binnenluchtkwaliteit en energie in de gebouwde omgeving. Hij was medeauteur van de nationale Innovatie-agenda Energietransitie Gebouwde Omgeving en programmaregisseur bij Platform31, verantwoordelijk voor de uitvoering van deze agenda via het programma ‘EnergieSprong’. --Dat resulteerde in de oprichting van Stroom-versnelling, waarvan hij sinds 2018 operationeel directeur is.

Tekst: Astrid Zoumpoulis - Verbraeken
Fotografie: Sander van der Torren