VV02 Omslag 600
Februari 2021

ILT over prestaties ­warmtepompen: goed, maar communicatie kan beter

40 01

Medio december heeft de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ilt) gerapporteerd over naleving van producteisen bij kleine warmtepompen. Vereniging Warmtepompen (voorheen dhpa) is blij met de conclusies. ‘Bij elf van de veertien merken blijkt de documentatie op orde, wel kan de informatievoorziening bij de installateur en voor de klant worden verbeterd,’ aldus Frank Agterberg, voorzitter van vwp.

ilt, onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, heeft eind 2020 steekproefsgewijs onderzocht of de productinformatie bij warmtepompen die in Nederland worden aangeboden, nog wel klopt met testresultaten voor ‘ecologisch ontwerp voor toestellen voor ruimteverwarming’ conform de Europese Verordening 813/2013 (of Ecodesign). Pakweg 3.500 soorten warmtepompen van veertien merken waarvoor sinds 2016 de isde-rijkssubsidie vanuit agentschap rvo.nl wordt verstrekt, zijn in de steekproef onder de loep genomen.

Merken geschrapt

Drie kleine merken konden de proef niet doorstaan en worden van de isde-apparatenlijst afgevoerd. Belangrijk? Wel degelijk, omdat de afzet van warmtepompen – een relatieve nieuwkomer in gasland Nederland – jaarlijks met gemiddeld 30 procent groeit en een warmtepomp door minder verbruik van primaire energie een grote bijdrage aan de energietransitie kan leveren. Juiste, objectieve informatie voor zowel opdrachtgevers als installateurs en eindgebruikers is cruciaal om draagvlak voor verantwoorde groei van de warmtepompenbranche te scheppen. ‘We zijn blij met de conclusie van de inspectie,’ stelt Frank Agterberg, naast vwp-voorzitter tevens voorzitter van BodemenergieNL, de brancheorganisatie voor partijen die met bodemsystemen werken en met warmtepompen thermische energie in de ondergrond bufferen. ‘Dat bij drie van de veertien merken de prestaties niet overeenkomen met de test, nemen we zeer serieus. Omdat de ilt de proef geanonimiseerd heeft uitgevoerd, weten we niet of zich daaronder ook leden van de vereniging bevinden. Waarschijnlijk niet. Volgens de ilt zijn het relatief onbekende nieuwe merken met een klein marktaandeel.’

40 02Als de informatie van de fabrikant klopt en correct voor ontwerp, installatie en inregeling wordt gebruikt, leidt dat in principe altijd tot het gewenste comfort.

Rendementen

Een van de conclusies die de ilt trekt, is dat ‘fabrikanten, distributeurs en installateurs vaak parameters gebruiken die niet de prestaties weergeven over het gehele verwarmingsseizoen’. Volgens Agterberg is het voor de branche echter nog een hele uitdaging dat goed op de rit te krijgen. ‘Bij warmtepompen gaan we uit van de cop voor de prestaties. Dit is het rendement op de gebruikte elektriciteit die in de fabriek wordt getest conform Ecodesign bij standaard omstandigheden. Voor het bepalen van de overall efficiëntie en de reële verwachting bij de klant is het seizoensrendement of scop relevant. Als je die twee door elkaar haalt, ontstaat overschatting en verkeerde communicatie naar de markt. Gecertificeerde wp-installateurs weten dat en zoeken dan ook altijd naar de juiste informatie voor de juiste warmtepomp voor een gebouw. Zij maken gebruik van objectieve informatie voor hun selectie. Wel is het zo dat het seizoensrendement nogal lastig is om vast te stellen. De documentatie moet goed zijn, maar weersomstandigheden en gebruik van de warmtepomp hebben invloed op de prestaties, drukken in meer of mindere mate de rendementen en zorgen voor meer stroomverbruik dan op basis van de cop mag worden verwacht.’

40 03De maximale geluidsdrukeisen op de perceelgrens in het bouwbesluit zijn geen eisen aan het apparaat zelf, maar het resultaat van de installatie.

F-gassenverplichting

Een andere conclusie uit het onderzoek is dat ‘fabrikanten, distributeurs, installateurs en overheidsinstanties nauwelijks informatie verstrekken over de verplichtingen die een eigenaar van een warmtepomp met F-gassen heeft’. F-gassen zijn gefluoreerde koudemiddelen die, afhankelijk van hun global warming potential (gwp), bij lekkage in meer of mindere mate voor toename van het broeikaseffect zorgen. De hoeveelheid van de meeste F-gassen worden de komende jaren internationaal verminderd, sommige koudemiddelen met een hoge gwp-waarde raken uitgefaseerd, maar bij niet-hermetisch gesloten systemen moet het koudemiddelcircuit altijd door een erkend F-gasseninstallateur worden aangebracht en gecontroleerd. Op de risico’s van lekkages en de mate waarin dat mogelijk zou kunnen plaatsvinden, gaat Agterberg niet in. Daarover gaat dit ilt-rapport niet, wel over de verplichting om de verplichting tot jaarlijkse controle door te geven. ‘Een goede, gecertificeerde installateur weet hoeveel koudemiddel hij voor de warmtepomp moet inzetten en wat daarvan de gwp-waarde is’, zegt Agterberg. ‘Vervolgens zal hij de verstrekte informatie van de leverancier gebruiken en interpreteren voor installatie en service van en onderhoud aan de warmtepomp. Wat velen niet weten, is dat de eigenaar vanaf een totaal gwp-potentieel – dat wil zeggen de hoeveelheid F-gas maal de gwp-waarde – verplicht is om een jaarlijkse nacontrole uit te laten voeren. Met een lektest, als service uitgevoerd door een erkend F-gasseninstallateur, sta je dan aan de goede kant.’

Pakweg 3.500 soorten warmtepompen van veertien merken zijn in de steekproef onder de loep genomen

Comfort en geluid

Nauw samenhangend met rendementen en prestaties is het comfort dat een warmtepomp oplevert. Immers, wie een minder geschikt apparaat laat installeren, zal merken dat het comfort terugloopt, zoals een van de conclusies van het ilt-rapport dan ook luidde. Agterberg licht toe: ‘als de informatie van de fabrikant klopt en correct voor ontwerp, installatie en inregeling wordt gebruikt, leidt dat in principe altijd tot het gewenste comfort. Maar dan moet het vermogen van de warmtepomp wel op het gebouw zijn afgestemd, anders krijg niet alleen een lager rendement maar wordt ook het gebouw niet warm. Met een hogere energierekening en meer CO2-uitstoot tot gevolg. Plaatsing van een warmtepomp moet dan ook door een gecertificeerde wp-installateur worden gedaan.’ De mate van comfort in woning en omgeving heeft tevens met geluid en geluidoverlast te maken. In het verleden kwamen er wel eens situaties voor waarin een warmtepomp voor overlast bij de buren heeft gezorgd. Dat zou tot het verleden moeten behoren. De ilt heeft gecontroleerd of de random geselecteerde veertien merken aan de Ecodesign-eisen qua maximaal geluidsvermogen van de buitenunit voldoen én neemt daarbij alvast een voorschot op de nieuwe eisen in het bouwbesluit van 2021 over de komende geluidsnormen (door Covid-19 is de invoering daarvan naar april dit jaar verschoven). ‘De Ecodesign-eisen voor maximaal geluidsvermogen zijn prima’, reageert Agterberg, ‘maar de maximale geluidsdruk­eisen op de perceelgrens in het bouwbesluit zijn geen eisen aan het apparaat zelf, maar het resultaat van de installatie. vwp plaatst er daarom wel een disclaimer bij: onder welke omstandigheden geldt die eis? Het geluidsvermogen is in de Ecodesign-testen niet gemeten bij de maximale thermische productie waarop de geluidsdruk-norm is gebaseerd. In Nederland bestaat er geen lijst van geluidsvermogens van buitenunits van lucht-warmtepompen bij maximale productie. Bij onze oosterburen wel. Dat is een verbeterpunt voor zowel het Rijk als de warmtepompenbranche. Installateurs die een warmtepomp van een Duitse leverancier betrekken, kunnen makkelijk de Duitse lijst opvragen – het zijn immers dezelfde warmtepompen – en met de geluids-rekentool bepalen welke belasting dat op de perceelgrens oplevert.’

40 04Iedereen is gebaat bij een stille buitenunit van een warmtepomp die in de juiste configuratie staat opgesteld, zowel de eigenaar als de buren.

Volgens de voorzitter zijn daarmee niet alle voetangels en klemmen uit het probleem van eventuele overlast gehaald. ‘Om qua geluid binnen de perken te blijven, is voor de installateur bepaald niet eenvoudig’, zegt Agterberg. ‘De installateur moet rekening houden met de plaats van de warmtepomp, de richting van de buitenunit(s) en de reflectie van geluid op bijvoorbeeld muren en schuttingen. Een goede installateur zal dat graag goed willen uitvoeren.’
‘Daarenboven speelt er iets anders mee: hoe wil je overschrijding aantonen? Overschrijding van de norm is op dit moment moeilijk te bepalen, je hebt immers ook met achtergrondgeluid te maken, bijvoorbeeld van verkeer, een school of fabriek. Geluidsmetingen kan je het beste tussen 02.00 en 04.00 uur ’s nachts doen, dan treedt er het minste achtergrondgeluid op. Aan het stellen van geluidsnormen zitten de nodige haken en ogen. Dat zijn vaak lastige discussies, sommigen denken dat deze snel juridisch zullen worden. Daar zit niemand op te wachten.’ Hoe je geluidsoverlast het beste te lijf kan gaan, daarover wordt in het ilt-rapport amper gerept. ‘Iedereen is gebaat bij een stille buitenunit van een warmtepomp die in de juiste configuratie staat opgesteld, zowel de eigenaar als de buren’, stelt Agterberg. ‘Ecodesign schrijft voor dat een buitenunit van een lucht-warmtepomp met een vermogen tot 6 kW maximaal 65 dB(A) geluidsvermogen mag hebben. De norm is een geluidsdruk van 40 dB(A), dus voldoende afstand tot de perceelgrens is noodzakelijk. Soms kunnen installateurs nog aanvullende geluidwerende maatregelen nemen, bijvoorbeeld een omkasting.’
De wp-markt is de laatste tijd sterk groeiend: met een jaarlijkse toename van 35 procent zijn er nu meer dan vijftigduizend warmtepompen geplaatst, waarvan twee-derde lucht-warmtepompen. ‘Het aantal klachten over geluidsoverlast bedraagt slechts enkele tientallen die nagenoeg allemaal door de leverancier/installateur worden opgelost. Begrijp me niet verkeerd, elke klacht is er één te veel, maar procentueel lijkt het erg mee te vallen.’

Communicatie

Volgens het ilt-rapport ontkomt de warmtepompenbranche er niet aan om beter te communiceren over verplichte informatieverstrekking in het publieke domein, de onderliggende documentatie en productinformatie. Agterberg plaatst er soms vraagtekens bij. ‘Van een wp-installateur wordt steeds meer gevraagd. Ze moesten al niet alleen kennis hebben van de juiste installatie, maar ook van F-gassen. Dat zijn verschillende disciplines waarover een deel van de installateurs niet beschikt. Inmiddels komt daar ook de nodige kennis van geluid bij.’

In zicht

Nu de groei van het aantal warmtepompen snel gaat, is het zaak om die groei ook verantwoord te laten plaatsvinden. De Corona-periode geeft ons de kans om nog sterker op duurzame oplossingen in te zetten. Aandelen voor duurzame beleggingen nemen rap toe. Investeren in warmtepompen is daar een van. Wat betekent dat voor Nederland?
Agterberg: ‘de warmtepomp is hét antwoord op duurzame verwarming en koeling. Mede naar aanleiding van dit ilt-rapport is het eens te meer duidelijk dat men over de juiste informatie moet kunnen beschikken voor een goede keuze en installatie. Met goede informatie en documentatie kunnen we de grote slag in verduurzaming blijven maken.’

Tekst: Tseard Zoethout, freelance journalist.
Fotografie: Fred Heetkamp, Robert Hoetinck, Pedro Sluiter.

Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief.