VV03 Omslag 600
September 2024

In sneltreinvaart complete wijken verzwaren

Samenwerking Siers Groep, BAM Infra Nederland, Visser & Smit Hanab en Enexis bij netcongestie

32 01

Siers Groep Oldenzaal, BAM Infra Nederland en Visser & Smit Hanab werken samen met netbeheerder Enexis aan het verzwaren van het lokale elektriciteitsnetwerk in een aantal steden. Onder de naam ‘Project Wijkstroom’ is een consortium opgericht dat het ontwerp, de aanleg en het aansluiten onder één dak brengt – in afstemming met de netbeheerder. Hoewel de eerste grote projecten nu pas op gang komen, zijn de betrokken partijen al positief. ‘Dit is echt een nieuwe manier van werken waarbij we niet 200 meter per week aansluiten, maar 200 meter per dag.’

‘Als we kijken naar netcongestie, dan is het wel duidelijk dat bijna heel Nederland inmiddels op rood staat’, vertelt Peter Telgenkamp, commercieel directeur bij Siers Groep. ‘Overal zijn spanningsproblemen, zowel bij het terugleveren aan het net als bij afname van stroom van het net en zowel bij huiseigenaren als bij bedrijven. Het net moet dus drastisch verzwaard worden. Tot nu toe lukt dat mondjesmaat, maar het gaat eigenlijk veel te langzaam. We moeten overstappen van een aanpak waarbij we kleine projectjes doen van elke keer een paar straten naar een werkmethode waarbij we veel grotere gebieden in één keer aanpakken. Dan kun je echt stappen maken. Dat gebeurt nu met Project Wijkstroom gelukkig ook.’
Siers Groep is begonnen om een grote wijk, Enschede Stokhorst, in één keer te verzwaren. Het gaat om 1.750 woningen met 17 km aan sleuven waarin 27 km aan nieuwe stroomkabel komt te liggen. De opdrachtgever is Enexis. Ook bij BAM Infra Nederland is inmiddels in het kader van Project Wijkstroom een eerste groot project gestart. Hier gaat het in één keer om nagenoeg de gehele gemeente Zuidwolde, vertelt Rene Douma, bedrijfsleider van BAM Energie & Water. ‘We verzwaren daar 1.800 van de 2.300 aansluitingen. Hiervoor hebben we al enkele kleinere projecten in Groningen gedaan.’
Deze samenwerking is heel nadrukkelijk geen traditionele opdrachtgever/opdrachtnemer-relatie vertellen Telgenkamp en Douma. Doel van Project Wijkstroom is om snelheid te brengen in netverzwaring. Douma: ‘Er is bij netverzwaring nogal wat capaciteit nodig voor engineering, montage, omgevingsbeheer, procesbegeleiding, noem maar op. Bij grote projecten als complete wijken of dorpen kun je dat niet alleen doen. Daarom hebben Siers Groep Oldenzaal, BAM Infra Nederland en Visser & Smit Hanab hun krachten én hun kennis gebundeld. Niet alleen met elkaar, maar ook met Enexis. Samen doen we engineering, logistiek, klantcontacten en bijvoorbeeld omgevingsmanagement. Op die manier kunnen we standaardiseren en van elkaars kennis en ervaring gebruikmaken. In de uitvoeringsfase doet ieder zijn eigen taken.’

32 02Bij Project Wijkstroom draait het niet om elke keer ‘een paar ­straten’, maar om een werkmethode waarbij veel grotere gebieden in één keer worden aangepakt.

Als een (snel)trein

Omdat er zoveel werk per vierkante kilometer moeten gebeuren, pakken we het werk dat komt kijken bij netverzwaring anders aan, vertelt Telgenkamp: ‘Met een traditioneel werkende ploeg van drie tot vijf personen vergt een project als Stokhorst al gauw een jaar. Nu hebben we een aparte civiele ploeg die graaft, zodat de monteurs zich kunnen concentreren op het montagewerk. Civiele capaciteit is nu eenmaal makkelijker te krijgen en door het civiele werk en de montage te splitsen, kunnen we met hetzelfde aantal monteurs veel meer werk verzetten. De reden daarvan is dat bij de traditionele aanpak monteurs vaak allerlei extra activiteiten doen. Ze graven toch maar even mee als dat zo uitkomt of nodig is en ze doen soms ook de nodige administratie. Dat is op zich natuurlijk prima, maar hierdoor kunnen we niet altijd optimaal gebruikmaken van de beschikbare montagecapaciteit. Nu dus wel.’
Douma: ‘Interessant genoeg is dit een aanpak die we geleerd hebben van Fibre-to-the-Home (FTTH) -projecten. Daar gaan de civiele ploeg en de monteurs al als een soort treintje achter elkaar aan door de wijk. Maar er is wel een belangrijk verschil: in die sector zijn alle kabels die de grond in moeten nieuw. Bij netverzwaring gaat het voornamelijk om het vervangen van kabels. Er moet eerst een kabel uit de sleuf voordat er een nieuwe kabel in kan. Dat is lastiger plannen. Vaak is bijvoorbeeld niet volledig duidelijk op welke diepte de kabel nu precies ligt. Soms bevindt een kabel zich ineens op 1,5 m diep in plaats van 60 cm, zoals de afspraak is. Dat haalt het tempo er flink uit het, want het vereist veel extra graafwerk.’

‘Door het civiele werk en de montage te splitsen, kunnen we veel meer werk verzetten’

Hoe ziet de samenwerking binnen Project Wijkstroom er nu precies uit? Douma: ‘Het is allemaal begonnen met een uitvraag van Enexis in Bunnik. De drie bedrijven hadden sowieso al met enige regelmaat contact. Bunnik werd in eerste instantie door de netbeheerder aangevlogen als een traditioneel project: vrij klein van omvang en lokaal aangestuurd. We hebben toen als drie bedrijven bedacht om de boel nu eens om te draaien. Normaal worden wij als aannemer vrij gedetailleerd aangestuurd door een lokale projectmanager van de netbeheerder en zijn de individuele projecten klein. Nu hebben we gezegd: stop met lokaal of regionaal aanbesteden en ga kijken naar bovenregionaal werken. Anders gezegd, we werken liever niet met een lokale projectmanager, maar liefst rechtstreeks met de afdeling asset management van de netbeheerder. Zij beheren alle assets van Enexis en kijken naar de problematiek zoals die zich in veel grotere gebieden voordoet. Pak zo’n groter gebied dan ook in één keer aan.’
Enexis was blij verrast met dit plan, vertellen beide heren. ‘Het plan bestond in eerste instantie uit een aanpak op hoofdlijnen. De kern van het voorstel is, hoe meer woningen, hoe beter. Dan kijk je dus niet meer naar individuele straten, maar naar complete wijken of zelfs nog meer.’

Schaalvergroting biedt duidelijke voordelen op hetSchaalvergroting biedt duidelijke voordelen op het gebied van engineering, logistiek en omgevingsmanagement.

Centraal ingenieursbureau

Telgenkamp: ‘De grootste winst zit volgens ons in het feit dat we door de schaalgrootte die dan ontstaat, kunnen werken met een centraal ingenieursbureau. Hier werken circa tien mensen van de drie bedrijven én Enexis samen. Daarbij richten we ons met name op een gezamenlijke aanpak rond engineering, logistiek en omgevingsmanagement.’
Standaardisatie is dus belangrijk. Er kan namelijk een belangrijke efficiencyslag worden gemaakt door over te stappen op een zoveel mogelijk gestandaardiseerde aanpak. Hierdoor werd de hoeveelheid tijd die gestoken moet worden in bijvoorbeeld engineering of omgevingsmanagement – wat moet worden verwijderd en weer teruggeplaatst – enorm bekort. Douma: ‘We werken zoveel mogelijk met een standaard kabeldiameter, een standaard aantal woningen per kabellengte en dergelijke. Dat soort informatie hebben we allemaal in een tabellenboekje opgenomen. Het is nu meer een kwestie van het aantal woningen tellen dat we willen verzwaren plus nog enkele andere factoren en vervolgens in de tabel opzoeken welke kabel we daarvoor dus nodig hebben. Engineering wordt dan meer de juiste keuze maken in de tabel, dan elke keer opnieuw ontwerpen.’
Inkoop en logistiek speelt hier natuurlijk ook een belangrijke rol en is dus in Project Wijkstroom eveneens centraal geregeld. ‘Door te standaardiseren op bepaalde typen en specificaties van kabels en andere componenten wordt het ook voor de leveranciers makkelijker. Die weten veel beter wat zij moeten leveren en hebben minder omstelkosten bij de productie. Als je dan toch aan het standaardiseren bent, kun je bovendien nog veel meer kosten besparen door ook de logistiek sterk te vereenvoudigen. We werken daarom als consortium met één logistiek centrum dat alle drie de aannemers van materialen voorziet.’
Zo heeft het interne ingenieursbureau van het consortium ook veel kunnen winnen door met min of meer standaard omgevingsplannen te gaan werken. Het ingenieursbureau is overigens geen formele BV, maar een samenwerking op een locatie in Zwolle waar alle betrokken partijen mensen voor leveren.

Hoeveel tijd in engineering en omgevingsmanagement enorm bekort

Ervaringen in de praktijk

Wat zijn nu de belangrijkste ervaringen in de praktijk? Douma: ‘Daar is het wellicht nog iets te vroeg voor, want wij zijn als BAM pas enkele weken op deze manier bezig. Mijn inschatting is wel dat we door deze andere manier van werken al gauw vijf tot tien maal sneller kunnen werken. We gaan dan van 200 m in de week naar 200 m per dag. Gewoon door slimmer te werken. Laat ik een voorbeeld noemen: in veel steden en dorpen zitten de stoepen, zoals wij dat altijd zeggen, helemaal vol. Als het om sneller werken gaat, kunnen we nieuwe infra dus het beste daar leggen waar nog geen kabels liggen. Versnellen doe je dan door de weg of groenperken te gebruiken. Dit geeft meteen aan hoe belangrijke omgevingsmanagement in deze aanpak is. Ook vereist het goed contact met de gemeente en de bewoners. Dat alles regelen we op basis van het omgevingsplan dat dus min of meer standaard is en door het interne ingenieursbureau is ontwikkeld.’
Telgenkamp vult aan: ‘De civiele ploeg haalt nu de bestrating weg, graaft de sleuf, verwijdert de oude kabels en legt alvast de nieuwe, zwaardere kabel. Vervolgens komt de montageploeg en die sluiten alle woningen aan op de kabel. Via GPS houden we precies bij waar we in de wijk zijn met werkzaamheden. Het afmelden richting projectleider gebeurt via GPS-coördinaten, foto’s en Lidar. Dat gebeurt in eerste instantie in ons eigen geografische informatiesysteem (GIS). Vanuit ons GIS-systeem gaan die gegevens vervolgens door naar het GIS-systeem van de netbeheerder. Dit is een zeer nauwkeurige registratie. We zijn nog niet zover dat wij als aannemers de afmeldingen rechtstreeks in het GIS-systeem van de netbeheerder doen, maar dat lijkt mij wel een stap die we in de toekomst kunnen gaan zetten.’

Monteurs kunnen nu vier of vijf maal meer werk verMonteurs kunnen nu vier of vijf maal meer werk verzetten.

Open en transparant

Deze manier van werken wijkt voor zowel de netbeheerder als de aannemers flink af van wat zij gewend zijn. Douma: ‘De samenwerking en de communicatie met de opdrachtgever loopt tot nu toe prima. Hetzelfde geldt voor de samenwerking onderling. We hebben een stuurgroep ongericht, waar het ingenieursbureau onder valt. Het ingenieursbureau doet de technische voorstellen en presenteert die vervolgens aan de stuurgroep. Een belangrijke les die we nu al hebben geleerd, is dat de oude manier van werken soms toch weer even opspeelt. We moeten als consortium natuurlijk niet zelf alsnog in traditionele hokjes gaan denken zodra we aan de uitvoering beginnen. Dus we hebben bijvoorbeeld al een keer als stuurgroep tegen de lokale mensen gezegd dat we gaan geen lokale logistiek doen, maar dat centraal hebben geregeld. Iedereen is echter overtuigd van de voordelen van de consortiumaanpak.’
Tot nu toe loopt het volgens verwachting, vertelt Telgenkamp. ‘We zien nu al een enorme versnelling van de werkzaamheden. Wat wij voorheen in 52 weken deden, doen we nu in 10 weken. Toch hebben we nog met hobbels op de weg te maken. Bijvoorbeeld met planningen of toestemming van een gemeente. Ook een punt van aandacht is dat de aanneemsom voor een project nu nog lastig vooraf te berekenen is. Dat hebben we daarom afgedekt met een urenbegroting: de uren die we maken, worden betaald. Zowel de netbeheerder als de aannemers hebben daarom financieel wat water bij de wijn gedaan, zodat de financiële risico’s van deze nieuwe manier van werken eerlijk zijn verdeeld. Daarom zijn we ook hard bezig om data te verzamelen. Daar kunnen wij als aannemers van leren, maar de netbeheerder natuurlijk ook. Belangrijk in dat opzicht is uiteraard dat we open en transparant met elkaar praten en dat we die data ook met elkaar delen.’

‘onderzoeken nu of we deze manier van werken ook bij nieuwbouw kunnen toepassen’

De rol van gemeenten is bij dit soort projecten groot. Zeker als men graafwerkzaamheden voor netverzwaring wil combineren met andere plannen. Douma vertelt: ‘Zuidwolde is daar een voorbeeld van. Hier moeten de kabels op 1 m diep komen te liggen. De reden is dat men wadi’s wil aanleggen. Die wadi’s vereisen dat er 40 cm grond kan worden afgegraven. Vandaar de wens van de gemeente, maar deze 40 cm heeft een substantiële impact op de hoeveelheid graafwerk. In Zuidwolde kunnen we op dat punt dus geen versnelling realiseren, maar gelukkig wel in het voortraject met engineering, logistiek en dergelijke.’

32 05Omgevingsmanagement en communicatie met bewoners is juist ook bij grote projecten belangrijk.

Het werk leuk houden

Zowel bij Siers Groep als bij BAM wordt goed naar de HR-kant van deze nieuwe aanpak gekeken. Telgenkamp: ‘Monteurs kunnen nu vier of vijf maal meer werk verzetten. Daar moet je bewust mee om gaan, want anders doen ze elke dag heel veel hetzelfde. Vinden ze dat op termijn nog wel interessant? Daarom kijken we of daar variatie in aan te brengen is. Anders span je straks het paard achter de wagen door weliswaar de productiviteit van de monteurs te vergroten, maar als sommige monteurs dan uit onvrede over de kwaliteit van hun werkzaamheden vertrekken, dan hebben we natuurlijk nog niets gewonnen.’
Douma is het daar volstrekt mee eens: ‘Monteurs gaan veel meer productie draaien. Sommigen vrezen dat het werk daardoor saaier wordt. Een oplossing moet vooral komen door mensen mee te laten denken over de vraag hoe het beter kan. Versnelling staat centraal, maar we staan uiteraard open voor ideeën. Zo kwam laatst een verzoek van monteurs om eens een keertje een dag in een kabelfabriek mee te draaien. Daar gaan we zeker naar kijken.’
Voor wat betreft kennis en vaardigheden verandert er voor monteurs verder weinig. Er zijn dus ook geen extra opleidingen nodig. Wel kijkt het consortium naar de mogelijkheid ook spanningsloos de kabels te verzwaren. Douma: ‘Dat kan wel impact hebben. Dan zouden we wellicht kunnen werken met mensen die iets korter zijn opgeleid, omdat er minder risico’s aan het werk vast zitten.’
Zowel bij Siers Groep als bij BAM heeft men hoge verwachtingen van deze nieuwe manier van werken. Sterker nog, Telgenkamp denkt al na over de toekomst. ‘We onderzoeken nu of we deze manier van werken ook bij nieuwbouw kunnen toepassen. En dan vooral bij grote nieuwbouwprojecten van zo’n 500 woningen en meer. Dan heeft deze manier van werken zeker zin.’
Douma heeft tenslotte nog wel een punt van aandacht: ‘Wij zouden graag zien dat de overheid beter mee- en samenwerkt aan deze netverzwaring. Met name rond vergunningen, maar bijvoorbeeld ook als het om communicatie met bewoners gaat. Teveel bureaucratie bemoeilijkt het oplossen van de netcongestie. Er wordt binnen de overheid inmiddels al aandacht aan besteed, maar ook daar kunnen we als land nog wel wat stappen maken.’

Tekst: Robbert Hoeffnagel
Fotografie: Koos Mavrakis, Robert Hoetink