VV07 Cover 600
Juli 2021

Installaties hebben nog beperkt aandeel in stikstofvrij en circulair bouwen

19 01

Stap-voor-stap transformeert de bouwwereld zich naar een industrie die circulair en met zo weinig mogelijk uitstoot van schadelijke stoffen kan werken. Om die stappen te kunnen zetten, zijn experimenten en pilotprojecten onmisbaar. Een van die projecten is het NoNo House, onderdeel van het Co-Creation Centre op The Green Village in Delft. Het NoNo House (no NOx) is een stikstofneutraal gebouw dat als onderzoeklocatie uiteindelijk zelfs stikstof uit de lucht kan opnemen.

Het NoNo House is sinds januari van dit jaar in gebruik en doet dienst als facilitair gebouw voor het Co-Creation Centre, dat ruimte biedt aan evenementen en workshops. Maar belangrijker nog is zijn functie als onderzoeksobject, waarmee de bouwwereld kan experimenteren bij het reduceren van de stikstofuitstoot. Toen een paar jaar terug de stikstofcrisis actueel werd en verschillende bouwprojecten werden stilgelegd, was er opeens veel aandacht voor bouwmethodes die zo weinig mogelijk stikstof produceren.
Voor het NoNo House werkt The Green Village samen met een consortium waarin Mecanoo architecten en ingenieursbureau abt het ontwerp en de engineering verzorgden, terwijl aannemer wam & Van Duren en installateur binx de uitvoering voor hun rekening namen. Samen kozen zij voor materialen en een bouwmethode die de stikstofuitstoot maximaal reduceren.

Het centraal gelegen atrium is het kloppend hart van het gebouw. van daaruit wordt ook de koeling van de ruimtes verzorgd

Bouwkundige maatregelen

In de praktijk komt die aanpak en de keuze voor de materialen vooral tot uiting in het bouwkundige gedeelte en niet in de installatietechniek. ‘We hebben bij de selectie van de installaties nog relatief weinig oog gehad voor stikstofvrij of circulair bouwen’, stelt David Kleve, projectbegeleider voor het NoNo House bij wam & Van Duren. ‘En toch zijn er wel degelijk bepaalde uitgangspunten en concepten gebruikt die ook voor de techniek een bijdrage leveren aan het zo circulair mogelijk installeren.’ Maar, zo vertelt Kleve, vooral bij de constructie van het gebouw – de draagconstructie, de wanden, het dak en de buitenschil – stond alles in het teken van een zo klein mogelijke stikstofbelasting.
‘De draagconstructie en alle wanden zijn gemaakt van cross laminated timber (clt), wat feitelijk verlijmd vurenhout is. De productie en het transport vereisen relatief weinig arbeid. Ook is het hele gebouw in zeer korte tijd op locatie in elkaar geschroefd en daardoor volledig demontabel en elders opnieuw op te bouwen. Het dak heeft een 200 mm dikke laag isolatie van kurk met daarop een groene dakbedekking; het hellende deel heeft een sedumdak en op het platte deel van het dak staat 15 cm water waarin waterplanten groeien die stikstof absorberen. De gevels zijn bekleed met oude steigerplanken die weer zijn afgewerkt met een olie waarop straks – als ze zijn ingesmeerd met melk of yoghurt – korstmossen zullen groeien. Ook die korstmossen nemen op hun beurt stikstof op uit de lucht. Aan de verkleuring van die korstmossen kan men straks zelfs zien hoeveel stikstof er in de lucht zit.’

19 02Bij de constructie van het gebouw – de draagconstructie, de wanden, het dak en de buitenschil – stond alles in het teken van een zo klein mogelijke stikstofbelasting.

Stikstofarm bouwproces

Naast de specifieke bouwmethode en de geselecteerde bouwmaterialen, is ook voor het bouwproces zelf zorgvuldig gekeken naar de manieren waarop zo min mogelijk stikstof wordt uitgestoten. De partijen minimaliseerden het aantal transportbewegingen en de activiteiten op de bouwplaats. Zo kwamen bijvoorbeeld de schroefpalen voor de fundering elders op de campus in Delft beschikbaar, waardoor die voor het NoNo House konden worden hergebruikt. Ook is er zoveel mogelijk elektrisch materieel ingezet tijdens de bouw.
‘Het is natuurlijk geen groot gebouw. Met een vloeroppervlak van 60 m2 fungeert dit gebouw vooral als entree, pantry, sanitaire voorzieningen en opslag voor het naastgelegen Co-Creation Centre. Bedenk daarom dat het NoNo House primair is neergezet om te kunnen experimenteren met stikstofarm en zelfs stikstofneutraal bouwen’, zegt Kleve. De ruimte wordt van verse lucht voorzien via een ventilatie-unit met wtw van Zehnder, de Q600. Om de ruimte te kunnen verwarmen is er een elektrische kanaalverwarmer in het ventilatiekanaal aangebracht en als back-up is er in de ruimte nog een elektrische radiator. ‘Eerlijk gezegd hebben we voor de ventilatie en verwarming niet specifiek naar circulair of stikstofvrije producten gezocht.’

19 03De ruimte wordt van verse lucht voorzien via een ventilatie-unit met wtw van Zehnder, de Q600.

Grijswatersysteem

Dat geldt niet voor de spoeling van de toiletten en het grijswatersysteem. ‘Bij de bouw hebben we meteen twee buffervaten van 750 liter in de grond gestopt. Hierin vangen we het regenwater op waarmee we de toiletten spoelen, maar ook, in droge periodes, het waterniveau op het dak op peil houden.’
‘Verder is er wel degelijk nagedacht over circulariteit, wat je terugziet in de kern van het gebouw, daar waar de installaties zitten. Installatiebedrijf binx, een dochterbedrijf van wam & Van Duren, is speciaal opgericht om circulariteit op het snijvlak van bouw en installatietechniek te realiseren. De naam staat ook voor Bouw & Installatietechniek Crossover; binx.’ ‘Zij ontwikkelden de kern met daarin de pantry enerzijds en de toiletunits anderzijds. Die kern is stekerbaar en demontabel in het gebouw geplaatst. Hierover is echt op productniveau nagedacht. We hebben dit concept eerder ook al in ons eigen flexibele kantoorgebouw toegepast’, vertelt Kleve.
‘Voordat we het NoNo House realiseerden, hebben we in oktober vorig jaar onze eigen flexhuisvesting in gebruik genomen. Dit is een voorbeeldproject op het gebied van circulair en modulair bouwen. Het kantoor is volledig remontabel en bestaat uit twaalf modules, die als legostenen op elkaar zijn gezet. In dit pand kunnen circa dertig medewerkers werken, maar ook vergaderen en presentaties geven.’

19 04Met een vloeroppervlak van 60 m2 fungeert dit gebouw vooral als entree, pantry, sanitaire voorzieningen en opslag voor het naastgelegen Co-Creation Centre.

Industriële prefab

Voor de flexhuisvesting van wam & Van Duren bedacht binx installaties die vooral plug&play moesten zijn, zegt Kleve. Het gebouw is aangesloten op een wko-installatie voor verwarmen en koelen. Het centraal gelegen atrium is het kloppend hart van het gebouw en van daaruit wordt ook de koeling van de ruimtes verzorgd. Onder de tribunetrap bevindt zich een ventilatorconvector die de gekoelde lucht het gebouw inblaast. In de sheddaken zitten negen Velux-dakramen die de warmte afvoeren via spuiventilatie. De verschillende ruimtes worden verwarmd via een BioClina systeem die een integraal onderdeel vormen van de plafonds, die als eilanden boven de werkplekken hangen. Al deze installaties zijn, zo vertelt Kleve, plug&play aangebracht en daardoor eenvoudig demontabel en herbruikbaar. ‘Zelfs de meubels zijn circulair, want uit afvalhout vervaardigd. Afvalhout is daarmee geupcycled tot mooie, nieuwe meubels. Samen met binx richten we ons op het steeds meer prefabriceren van dergelijke installatiemodules en -units zoals die ook in het NoNo House zijn geplaatst.’
‘Het doel is om via een meer productgerichte aanpak de installaties industrieel te prefabriceren. Daarmee wordt het werk op locatie niet alleen veel minder, maar kunnen we aan het einde van de levensduur alle producten veel eenvoudiger hergebruiken en demonteren, afhankelijk van wat de opdrachtgever wenst. Als dit straks schaalbaar is, kunnen we – ook in de techniek – grote slagen maken’, besluit Kleve. 

Tekst: Rob van Mil, freelance publicist.
Fotografie: Herman Zonderland