Juni 2024
‘Installatiewereld kan eindgebruiker helpen om energie-ondernemer te worden’
Interview met Hans-Peter Oskam, directeur beleid & energietransitie bij Netbeheer Nederland
Namens Netbeheer Nederland klinkt Hans-Peter Oskam redelijk enthousiast -over het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitie. Het bestaande energie- en klimaatbeleid blijft gehandhaafd, en dat is belangrijk. Het enige waarover de branche van netbeheerders niet enthousiast is, zijn de voorgestelde bezuinigingen op groene waterstof en de situatie rond batterijopslag. ‘Deze ontwikkelingen zijn echt onmisbaar om de netcongestie de komende jaren te kunnen oplossen.’
Het is relatief kort na de bekendmaking van het hoofdlijnenakkoord wanneer we Hans-Peter Oskam spreken. De plannen die een eventueel nieuw kabinet moet uitvoeren, zijn dus nog vers en zeker niet in beton gegoten. Het belangrijkste uitgangspunt waarmee de netbeheerders blij zijn, is dat het huidige beleid en de doelstellingen overeind blijven. Ook zijn er enkele beleidsvoornemens, zoals het afschaffen van de salderingsregeling en het niet meer verplichten van een warmtepomp bij ketelvervanging, die de netbeheerders kunnen helpen om de congestie minder nijpend te maken.
Netbeheer Nederland, dat de belangen behartigt van de zes regionale netbeheerders en de twee nationale netbeheerders TenneT en Gasunie, vindt het ook een prima idee dat de partijen van plan zijn een coördinerend minister van Ruimtelijke Ordening aan te stellen. Want er zijn veel maatregelen nodig die centrale sturing vereisen om uiteindelijk de congestie in onze netten te kunnen oplossen.
Urgentie
‘De kaart met rode gebieden is bij de meeste mensen in de installatiewereld inmiddels wel bekend’, begint Oskam als hij reageert op de vraag of de urgentie rondom netcongestie in ons land al afneemt. ‘Wij zetten in de komende vijf tot tien jaar flinke stappen om die congestie op te lossen, maar daarmee kunnen we niet voorkomen dat de komende drie jaar de problemen toenemen. De vraag naar aansluitcapaciteit neemt namelijk elke dag toe. Nieuwe zonneparken, grote warmtepompen en windparken hebben allemaal nieuwe aansluitingen nodig. De netwerkbedrijven zullen ook daarom op volle kracht nieuwe capaciteit bijbouwen. Samen investeren alle netbeheerders in Nederland voor acht miljard euro per jaar. Maar er zit gewoon een grens aan wat we in de praktijk kunnen uitvoeren.’
Er zijn meerdere factoren die deze grenzen bepalen. ‘Op dit moment werken we met 20.000 mensen – dat zijn de mensen van de netwerkbedrijven en hun aannemers en installateurs – aan de uitbreiding en verzwaring van de netten. Maar we hebben berekend dat we nog eens 20.000 mensen extra nodig hebben om al het werk op een redelijke termijn te kunnen uitvoeren.’
Langzaam en stroperig
Een andere beperkende factor, waarvoor Netbeheer Nederland hoopt dat het nieuwe kabinet de helpende hand toesteekt, is de vergunningverlening. ‘Die verloopt momenteel te langzaam, te stroperig. We moeten dat versnellen. Ook zou de vergunningsplicht, die bij bepaalde werkzaamheden geldt, naar ons idee kunnen worden afgeschaft. Als dat soort maatregelen een onderdeel vormen van de plannen van de nieuwe coalitie om de congestieproblemen versneld op te lossen, dan zal dat netbeheerders erg helpen’, zegt Oskam.
Maar met meer mensen en een vereenvoudigde vergunningverlening zijn we er nog niet. ‘Een andere belangrijke maatregel is het beter benutten van de capaciteit op de bestaande netten. Op dat vlak is echt nog veel te winnen. Op dit moment zien de netbeheerders een grillig verbruik, dat ervoor zorgt dat de netten op sommige momenten tegen het maximum van hun kunnen zitten. Net als met ons wegennet is de belasting vooral in de spits, in de ochtend- en de avonduren, het grootst. Als de verschillende energie-afnemers in wijken en bedrijfsterreinen meer kunnen samenwerken en hun verbruik op elkaar kunnen afstemmen, is er nog veel ruimte beschikbaar.’
‘Er zit gewoon een grens aan wat we in de praktijk kunnen uitvoeren’
Nieuwe contractvormen
Een relatief nieuw instrument dat netbeheerders kunnen en ook steeds vaker zullen inzetten, zijn nieuwe contractvormen. Als bedrijven of andere afnemers samen afspraken maken om hun energieafname en/of het leveren van elektriciteit op elkaar af te stemmen, dan kunnen netbeheerders hen een nieuw contract aanbieden met een gunstiger tarief, vertelt Oskam. ‘Vergelijk het met gezamenlijke belbundels. Die nieuwe contracten moeten ervoor zorgen dat er meer uitwisseling en afstemming binnen een bepaald gebied of tussen bedrijven onderling gaat plaatsvinden.’
Bij Netbeheer Nederland wijzen ze in dit verband naar een recent voorbeeld dat dit jaar in Hapert van start ging. Op 7 mei tekenden 18 bedrijven op het Kempisch Bedrijvenpark (KBP) een samenwerkingsovereenkomst met Enexis voor een energiehub. Deze hub is een pilot van Enexis, gemeente Bladel, Provincie Noord-Brabant en de samenwerkende bedrijven. Zij zullen hun energievoorziening collectief organiseren op basis van duurzame energiebronnen. Zo delen ze onderling energie en capaciteit, wat een directe oplossing vormt voor de huidige netcongestie. In dat systeem geven de bedrijven aan wat hun vraag en aanbod van stroom is. Het systeem regelt de verdeling en de betaling van de gevraagde elektriciteit. Op deze manier wordt het bestaande net in Hapert niet extra belast.
Energiehubs
Uit de informatie die men bij de lancering van de samenwerking publiceerde, blijkt dat de bedrijven zich in een coöperatie verenigen. Deze coöperatie krijgt een speciale groepstransportovereenkomst van netbeheerder Enexis. De samenwerkende bedrijven gaan dus onderling energie delen en momenten van piekverbruik beter op elkaar afstemmen. De coöperatie zorgt voor het verdelen van de energie, het afstemmen van de behoefte en de kostenverdeling. Daarnaast voegen de bedrijven duurzame energie van een nog te bouwen windturbine toe aan de hub om de totale capaciteit te vergroten. De inzet van grootschalige batterijen voor energieopslag biedt extra capaciteit in tijden van piekbelasting. Voor situaties waarop zon en wind, het elektriciteitsnet van Enexis en batterijen onvoldoende energie kunnen leveren, kan men op het bedrijventerrein een warmtekrachtcentrale inzetten.
‘Dit zijn nu typisch samenwerkingsvormen die we in ons land nog op veel meer plaatsen willen zien’, gaat Oskam verder. ‘Ondernemers moeten – samen met collega’s of buren – energie-ondernemers -worden. Dat is de manier waarop ze kosten en energiezekerheid in de komende jaren kunnen beheersen. De installatiewereld kan eindgebruikers daarbij helpen. Zij hebben de kennis en technieken om ondernemers te faciliteren.’
Smartphone
Oskam is ervan overtuigd dat er een markt zal ontstaan van technisch dienstverleners die zich richt op samenwerkingsvormen zoals die nu op het Kempische Bedrijvenpark in Hapert is ontstaan.-
‘Elk bedrijf moet gewoon rekening houden met de risico’s van een fluctuerende energievoorziening. Om de gevaren en eventuele moeilijkheden die daardoor kunnen ontstaan te vermijden, moeten bedrijven investeren in een slimme besturing en geavanceerde, technische systemen die voor peak shaving en back-up kunnen zorgen. Tegelijk moeten deze systemen zo eenvoudig zijn dat elke ondernemer ermee kan omgaan. Ik trek vaak een vergelijking met de smartphone; dit is het meest complexe apparaat dat vrijwel ieder mens met zich meedraagt, maar iedereen kan er eenvoudig mee overweg. Het bediengemak is groot. Ik hoop dat de installatiewereld het equivalent van een smartphone voor energie- en congestiemanagement ontwikkelt en aanbiedt. Dat is echt een taak voor marktpartijen, en niet voor de netbeheerders.’
Naast het voorbeeld in Hapert zijn er volgens de directeur van Netbeheer Nederland ook al distributiecentra waar men in meer of mindere mate dergelijke systemen van energie- en congestie-management toepast. In bijna al deze situaties zijn batterijen een belangrijk onderdeel in het energiesysteem dat daarbij noodzakelijk is.
Batterijopslag
‘Op dit moment zien we vooral investeringen in grootschalige batterijopslag; dit zijn complete batterijparken die eerder bijdragen aan congestie dan deze oplossen. Zulke grote batterijsystemen willen geld verdienen aan de congestie, door energie te leveren als deze schaars is en op te slaan als de stroom vrijwel niets waard is. Maar voor de toekomst van ons energiesysteem zijn de kleinere batterijsystemen op bedrijvenparken en in stadswijken veel belangrijker. Om deze van de grond te krijgen, heeft de markt een impuls nodig. Wij denken dat de overheid hierin een stimulerende rol zou moeten spelen.’
‘Daarnaast zou het goed zijn om ook bij zon- en windparken batterijopslag te creëren. Een groot zonnepark wekt bijvoorbeeld de meeste energie op tussen 11 en 15 uur, terwijl de vraag juist tussen 17 en 19 uur het grootst is. Het zou dan ook erg handig zijn als die zonneparken op die momenten, dus in de avonduren of juist in ochtend, de opgeslagen energie uit hun batterijen aan het net kunnen leveren.’
Ons totale energiesysteem wordt uiteindelijk een ingenieus samenspel dat bestaat uit het slim invoeden en afnemen van energie. Heel veel ondernemers worden in de toekomst een onderdeel in dit steeds slimmere energiesysteem, zo kunnen we opmaken uit de woorden van de vertegenwoordiger van de netbeheerders.
‘Elk bedrijf moet rekening houden met risico’s fluctuerende energievoorziening’
Hybride vormen
Uiteindelijk zullen er volgens Oskam verschillende systemen ontstaan als het gaat om het managen van de energiestromen. ‘Zo zien we nu bijvoorbeeld al dat bedrijventerreinen of wijken een private netbeheerder krijgen. Deze partij zorgt uit naam van de aangesloten partijen dat alle energiestromen in goede banen worden geleid. Ook ontstaan er mogelijkheden voor bedrijven of organisaties om via virtuele netten met elkaar de energiestromen uit te wisselen.’
Weer een andere optie zijn de energiehubs, zoals die in Hapert is ontstaan en waar partijen via een coöperatie met het netwerkbedrijf samenwerkt. Ook zijn er hybride vormen mogelijk, met combinaties van de bovenstaande opties. ‘De technisch dienstverleners zullen hierin een voorname rol vervullen. Sterker nog, eigenlijk is het voor hen zelfs de uitdaging om zo min mogelijk de regionale netbeheerder nodig te hebben. Er zijn al distributiecentra die door investeringen in eigen opwek, eigen opslag en slimme aansturing van apparaten toe kunnen met een hele dunne kabel waarmee ze aan het regionale energienet zijn verbonden.’
Samenwerken
Samenwerking met de markt vormt dan ook het credo dat Oskam regelmatig bezigt. Dat geldt als het gaat om het opzetten van bijvoorbeeld de genoemde hubs, maar ook bij de ontwikkeling van technieken en het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt. ‘Die 20.000 mensen die we de komende jaren extra nodig hebben, zullen we echt samen met installatiebedrijven en aannemers moeten binnenhalen. Zij-instromers vervullen daarin een belangrijke rol. Alle netwerkbedrijven hebben in de afgelopen periode hun bedrijfsscholen weer in ere hersteld. Verder zullen we ons op de jongeren en kinderen op de scholen moeten richten. Als iedere medewerker in de energie- en installatiesector straks één jongere enthousiast maakt om in onze sector aan het werk te gaan, dan moet het goed komen. Maar ook technisch talent uit het buitenland zal nodig zijn, zeker op de korte termijn, om aan de grote uitdagingen van dit moment tegemoet te komen.’
Tot slot stipt Oskam nog het belang aan van het inzetten op groene waterstof. Zeker op de langere termijn, als we aardgas volledig uitfaseren, zal waterstof een groot deel van de gasvraag kunnen en ook moeten vervangen. Maar dan moeten we wel nu al investeren in ontwikkelingen die dat mogelijk maken. ‘Het is van groot belang dat we verschillende energiedragers kunnen aanbieden. Groene waterstof is een ideale energiedrager die we ook in grote zoutkoepels kunnen opslaan. Die opslagcapaciteit zet echt zoden aan de dijk. Wist je dat één zoutcaverne met waterstof ten minste net zoveel opslagcapaciteit heeft als alle Tesla’s in ons land bij elkaar. Daarnaast zal ook warmteopslag, vooral in de wijken, een belangrijke rol spelen bij een zorgvuldig uitgebalanceerd energiesysteem. Maar daarvoor is dan wel weer een uitgekiend samenspel met marktpartijen onmisbaar.’
Tekst: Rob van Mil
Fotografie: René van den Burg