VV03 cover 600
April 2022

Corporaties delen kennis over aanpak energietransitie

Stroomversnelling geeft met webinar vervolg aan Shift

40 01

Een CO2-neutrale energievoorziening voor de woningvoorraad in 2050 is een opgave voor alle gebouweigenaren. Zeker ook voor woningcorporaties. Welke stappen moeten zij zetten om de energietransitie gepland ­
te krijgen? Zes corporaties zijn aan de slag gegaan met de integrale programmering van de energietransitie. Tijdens het tweede webinar Shift van Stroomversnelling lichtten zij de door hun gekozen route van planning naar uitvoering toe.

Waarom is het zo moeizaam om de transitie tot stand te brengen terwijl de noodzaak daartoe zo evident is? Voor een antwoord op die vraag had Stroomversnelling dr. Reint Jan Renes uitgenodigd, lector Psychologie voor een Duurzame Stad. Hij had er wel een verklaring voor. ‘Transitie gaat altijd gepaard met ongemak,’ stelt Renes. ‘Wat een grote transitie of ‘Shift’ zo bijzonder maakt, is dat je iets moet doorbreken. Je moet de dingen anders gaan aanpakken. En daar zijn mensen helemaal niet zo goed in. We hebben allemaal gewoontes en routines die houvast en zekerheid bieden, en die moeten we opeens opgeven. Met andere woorden: een shift zoals de energietransitie kost ons iets, waarvan het nog maar de vraag is wat het ons oplevert.’
Volgens Renes is er bij grote transities vaak alleen op een abstract niveau consensus. We zijn het eens in algemeenheden, zoals de noodzaak om klimaatverandering tegen te gaan, en we willen allemaal heel graag samenwerken. ‘Als je dat maar vaak genoeg herhaalt, denk je op een zeker moment met z’n allen dat er inderdaad overeenstemming is bereikt. Maar zodra de afspraken concreet moeten worden, blijkt opeens dat er op het praktische niveau helemaal géén consensus is.’ Fals concensus noemen gedragspsychologen dat. Renes’ boodschap: ‘Wees moedig en begin gewoon.’

Woonstichting Valburg

Maar waar en hoe in vredesnaam te beginnen? Zes corporaties – de Alliantie, Vivare, Casade, Woonstichting Valburg, Woonconcept en DeltaWonen – zijn ‘gewoon’ begonnen en hebben de shift gemaakt. Een mooie casus die tijdens webinar Shift II werd gedeeld, betrof die van Woonstichting Valburg, een kleine corporatie met 1.200 wooneenheden. Uitgangspunt van de programmering bij Valburg was CO2-neutraal en all-electric in 2050, vertelt Rob Swartjes, projectmanager vastgoed bij de corporatie. Woonstichting Valburg stelde die ambitie waarbij het eigen én het gebouwgebonden verbruik op eigen dak wordt opgewekt. Men koos voor een stapsgewijze uitvoering: eerst wordt de warmtevraag teruggebracht door middel van isolatie en ventilatiemaatregelen. Pas bij stap twee worden de warmtepomp en pv-panelen geïnstalleerd.
Bij het programmeren van de opgave zijn de maatregelpakketten op voorhand in een koersplan beschreven, berekend en meegenomen. Met de eerste stap is in 2021 begonnen. Stap twee volgt (pas) over twaalf jaar. ‘Dat duurt nog een hele poos,’ zegt Swartjes, ‘maar onzekerheden rondom saldering en verwachte technologische verbeteringen maken dat we de ruimte nemen om de ingezette strategie te evalueren en waar nodig aan te passen.’

40 02Een CO2-neutrale energievoorziening voor de woningvoorraad in 2050 is vooral ook voor woningcorporaties een hele opgave.

Keuzes wat betreft de prioritering van complexen maakt Valburg op basis van woningtypologie: waar kan wat, en wat moet er gebeuren? Het bezit van de corporatie is voornamelijk naoorlogs, met als zwaartepunt’ jaren ’60 - ’70-woningen. Doordat prioritering van de complexen heeft plaatsgevonden op basis van typologie, zijn appartementen en VvE’s hierdoor verder naar achteren in de tijd geschoven. ‘Enerzijds hebben ze relatief betere energielabels, anderzijds zijn ze lastiger te combineren met onder andere de EPV. De verwachting is dat voortschrijdend technologisch inzicht voor dit type woningen uitkomst gaat bieden. En dat geeft ons de ruimte om nu al aan de slag te gaan.’
Wat Valburg ook anders doet dan de meeste andere corporaties is dat de betaalbaarheid wordt bepaald op bedrijfsniveau en niet op het gebruikelijke projectniveau. Alle maatregelen zijn opgenomen in het zogeheten koersplan en zijn getoetst door zowel een externe adviseur als bij collega corporaties. Op basis daarvan zijn de verwachte kosten opgenomen.
Gekoppeld aan dit koersplan is een pilot opgestart, waarbij een appartementencomplex ‘NOM-ready’ wordt gemaakt. De warmtevraag wordt nu al wezenlijk teruggebracht in combinatie met ventilatie met wtw. De warmtepomp en pv-panelen komen pas in de volgende stap. De warmtevraag wordt dusdanig gereduceerd dat er later EPV gevraagd kan worden. Swartjes: ‘Doordat in de totale doorrekening van het bezit is bepaald welke kosten elk complex met zich meebrengt, was dit vooraf duidelijk. Uiteindelijk dient de pilot ervoor om de uitgangspunten van het gehele programma te toetsen.’
‘Het is ook van belang om een extern draagvlak te creëren,’ benadrukt Swartjes. Woonstichting Valburg heeft met de huurdersvereniging, de gemeente en netbeheerder vooraf gesprekken gevoerd over de implicaties van de plannen. Met de huurdersvereniging is besproken wat de consequenties zijn voor de beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van woningen. ‘Vooral de keuze om stapsgewijs aan de slag te gaan, waarbij pv-panelen pas in stap twee komen, had uitleg nodig. Door voorbeelden te laten zien, hebben we de plannen kunnen illustreren. Met de gemeente (zowel wethouders als ambtenaren) en Liander waren de gesprekken positief. De doorberekening van de gecombineerde ambities geven een volledig inzicht.’

40 03Werken met een pilot-woning biedt vaak inzicht voor zowel de betrokken bedrijven als de bewoners.

De Alliantie

De Alliantie is met 56.000 wooneenheden een corporatie van een andere orde. Met een klein clubje voorlopers is deze corporatie zeven jaar geleden begonnen met gevelonderhoud in een integrale samenwerking. Daaruit is Sequent voortgekomen: een nieuwe manier van samenwerken. Zaken die je partner kan doen, doe je als corporatie niet meer zelf. En er is geen kwaliteitscontrole meer, maar kwaliteitsborging. Aan de basis van de samenwerking ligt vertrouwen en het zoeken naar een fusie van belangen. In de visie van De Alliantie past dat bij de nieuwe generatie bestuurder. ‘We hadden een methodiek, een leerprogramma, een menukaart en een configurator en toch lukte het niet om te versnellen en daarmee echt op voorsprong te komen’, vertelt Maartje Brans, directeur Vastgoed en Onderhoud & Verduurzamen. ‘Het lukte niet omdat de werkwijze project-voor-project was.’
De Alliantie doet het nu anders. De stap naar het opstellen van het vervolg, Sequent NXT, werd gestart met het verankeren van de uitgangspunten. Onderzocht wordt over welke zaken overeenstemming is en vanuit deze gedeelde uitgangspunten wordt afgekoerst op de kern van de opgave. Vanuit deze uitgangspunten werden de eerste vijftien projecten gekozen om van label F naar A te komen door dak, gevels en vloer aan te pakken, pv te plaatsen en installaties te vervangen wanneer dit samenviel met het natuurlijke moment. Brans: ‘De rendementen waren lang niet allemaal positief, maar we waren het er op basis van onze uitgangspunten nog steeds over eens dat deze woningen echt moesten worden aangepakt.’
De begroting heeft plaatsgevonden op basis van woningtypes; De Alliantie spreekt van archetypes. Omdat er vier jaar aan data was, kon goed worden voorspeld wat de kosten per woningtype zijn. De totale opgave werd opgedeeld in tranches: de eerste van 64 miljoen euro voor 1.140 woningen. Hiermee was de besluitvorming voor negentien projecten in één keer doorlopen. De volgende stap die De Alliantie zet, nu bijna alle woningen met een Label E of slechter in deze programmatische aanpak een plek hebben gekregen, is het verduurzamen van de gehele portefeuille vanaf het huidige basisniveau (gemiddeld over de portefeuille label B) naar CO2-neutraal in 2050. De integrale aanpak is gekanteld naar modulair met vier bouwdelen: dak, gevel, installaties en interieur. Op alle vier de vlakken moeten stappen gezet worden, maar die worden alleen op een natuurlijk moment uitgevoerd.

40 04Woongebouwen uit de jaren ‘60 - ‘80 energieneutraal maken, vraagt vaak om stevig ingrijpen.

deltaWonen

Wim Wijnhoud is programmamanager energietransitie bij de Zwolse corporatie deltaWonen (14.600 wooneenheden) en verantwoordelijk voor de hele CO2-strategie. ‘Bij het formuleren van het stappenplan wil je allereerst weten wat we moeten doen om ons bezit te verduurzamen en wat het ons kost,’ zegt Wijnhoud. ‘We hebben met het pakket van Endule gewerkt, waarin we al ons bestaande vastgoed hebben gezet. In het pakket zit een standaard maatregelpakket, het is een aanvulling op de routekaart van Aedes.
Met het pakket is een analyse gemaakt van hoeveel woningen deltaWonen in 2030 van het aardgas af kan halen. Zes wijken zullen volgens de gemeentelijke Wijk Uitvoeringsplannen in 2030 aardgasvrij worden. Als wij onze voorraad aanpakken en we maken voor 2030 in totaal 1.200 bestaande woningen aardgasvrij, dan voldoen we ruim aan de klimaatdoelstellingen, omdat we dan ruim 23 procent van onze voorraad aardgasloos hebben. Maar dat betekent per aardgasloze wijk slechts 200 woningen; daarover voeren we gesprekken met de gemeente. Daarom is het belangrijk de grote lijn eerst inzichtelijk te maken. Pas dan zie je de consequenties ervan en weet je waar je het over hebt. Als je dan ziet dat je daarna 600 woningen van het aardgas af moet halen, ontstaan weer nieuwe vragen.’ ‘Zoveel is duidelijk’, zegt Wijnhoud: ‘de route naar een CO2-neutrale woning behelst meer dan een reeks maatregelen voorschrijven in een bestek. Het gaat om samenwerken, met een belangrijke adviesrol vanuit de ketenpartners om de juiste dingen te doen. Maar het begint altijd met het inzichtelijk krijgen van de grote lijn. Vervolgens heb je iets in handen om intern en extern te bespreken.’

‘Het is ook van belang om een extern draagvlak te creëren’

In de praktijk betekende dat het maatregelenpakket is doorgelopen vanuit de vraag: wat moeten we in onze woningen aanpassen om onder een netto warmtevraag van 50 kWh per m2 per jaar uit te komen en welke maatregelen moeten het eerst genomen worden? deltaWonen heeft met het Endule-pakket op hoofdlijnen deze vraag beantwoordt en daar een begroting op gemaakt. De hoofdlijnen zijn steeds verder uitgewerkt en zo ontstond een goed beeld op assetniveau. Ook de onzekerheden zijn inzichtelijk gemaakt zodat er op gestuurd kan worden. Wijnhoud: ‘Maar vergeet niet, uiteindelijk zijn woningcorporaties er voor de huurders en je moet hun belang in beeld houden. En daar hoort behalve veiligheid en comfort, zeker de hoogte van de woonlasten bij.’  deltaWonen spreekt geregeld met netbeheerder Enexis. Belangrijk onderwerp van gesprek is ‘elkaars belangen kennen’. Enexis is bezorgd over congestieproblemen. In Zwolle weten ze nu al dat het netwerk een zwaardere belasting niet aan kan. Enexis wil ‘meer koper in de grond’ om de congestieproblematiek als gevolg van de piekspanningen op te lossen. ‘Het is belangrijk om dit soort gesprekken te voeren en er met elkaar uit te komen. Dat is trouwens ook onze sociaal maatschappelijke rol die we als startmotor op ons hebben genomen.’

40 05Isolatie, pv-panelen en een warmtepomp; ­voor veel huizen ­ biedt dit trio een goede oplossing.

Vivare

De Arnhemse corporatie Vivare ( 24.890 verhuureenheden) noemt zichzelf een regiecorporatie. Ze doen bij voorkeur niets zelf en besteden alles uit. Daarbij voeren ze regie over de ketenpartners, die het werk doen. ‘Goed regie voeren met je ketenpartners is cruciaal,’ zegt Jaya Sicco Smit, strategisch adviseur duurzaamheid bij Vivare. ‘Er komen veel signalen van partners met wie je samenwerkt. De signalen variëren van ideeën tot concrete oplossingen. Het is belangrijk om vertrouwen te hebben in je ketenpartners en ontvankelijk te zijn voor signalen van buitenaf.’
Vivare knipt de opgave op in drie stukken of tijdvakken, waarmee het haalbaar wordt. De komende jaren zijn voor Vivare tot 2024 al gepland, gevolgd door een doorkijk naar de jaren erna tot 2030. Daarna wordt het erg lastig, erkent Sicco Smit.
All electric of nul-op-de-meter is geen doel op zich voor Vivare. Per tijdvak wil de corporatie vanuit verschillende warmteoplossingen denken, daarbij flexibel zijn en alle verschillende mogelijkheden openhouden. Concreet betekent dit dat in het eerste tijdvak bijvoorbeeld wordt gestuurd op verlaging van de warmtevraag, om daarna meer te sturen op CO2-emissie. Ook is een ketelstrategie ontwikkeld en zal er worden gewerkt met hybride oplossingen. Ondertussen gaat Vivare zoveel mogelijk daken van pv voorzien. ‘Bij alle projecten die we aanpakken is de regel: als we iets met het dak doen, dan gelijk ook pv. En klimaatadaptatie en circulair krijgen in de opgaven meer aandacht.’

Houvast

Erg makkelijk zal het met die energietransitie nooit gaan, durft Leen van Dijke, voorzitter van Stroomversnelling na afloop van Shift II wel te concluderen. Maar het kan zeker. Naar aanleiding van Shift I is een digitaal magazine samengesteld. Hij roept de deelnemers op om de uitgave te downloaden op de site van Stroomversnelling. De uitgave staat bol van ervaringen van corporaties en ontwikkelde strategieën en kan corporaties veel houvast bieden. ‘We hebben nu de mogelijkheid nog om met strategische planning en adequaat programmeren van de energietransitie het juiste pad te volgen. Wat staat ons nog in de weg om meteen aan de slag te gaan?’ <<

Meer informatie: www.bit.ly/ShiftVVplus

Tekst: Mari van Lieshout
Fotografie: Frank Hanswijk, Ronald Tilleman, Stroomversnelling