VV03 cover 600
September 2021

Hoefsmid

Column Harm Valk

29 01

Wordt de verwarmingstechnicus de hoefsmid van de energietransitie? Met de klimaatverandering en de steeds stijgende gemiddelde temperatuur leeft bij sommigen de verwachting dat we binnenkort onze gebouwen helemaal niet meer hoeven te verwarmen. Zoals de hoefsmid snel uit het straatbeeld verdween nadat we massaal in de auto zijn gestapt en de ondernemers zich omvormden tot fietsenmaker of autodealer, zo zou de verwarmingsspecialist er nu goed aan doen zich om te scholen tot aircospecialist.

Zo’n vaart zal het niet lopen, maar er staat de branche wel een aantal grote uitdagingen te wachten. Bovendien lijkt het erop dat ze dat zelf nog niet doorheeft. Zo worden consumenten die iets anders willen dan een gasketel nog massaal de deur gewezen. ‘Zou u dat nou wel doen?’, is nog de meest positieve benadering als je suggereert dat een warmtepomp je wel iets lijkt. Of probeer eens preventief onderhoud te laten plegen aan iets moeilijks als een zonneboilercombi; ik zoek al maanden actief naar een bedrijf dat dit aandurft. Ik weet het, het is razend druk in de conventionele markt en personeel is een knelpunt. Toch lijkt de noodzaak tot vernieuwen nog niet voldoende urgent.

De achterliggende verklaring voor die kat-uit-de-boom-kijk-houding lijkt te zijn dat dé opvolger van de gasketel er nog niet is. Dan heb ik nieuws: die komt er ook niet. De markt wordt veel meer divers. Er zal naast elkaar plaats zijn voor warmtenetten in vele soorten en maten, all-electric oplossingen, biogas en andere alternatieven voor aardgas. ­­Vóór het Groningse gas hadden we ook kolen, huisbrandolie en stadsgas, soms boven en naast elkaar in hetzelfde portiek. De monocultuur van de combiketel is zo bezien een uitzondering. Een blik over de grens bevestigt dat beeld.

De realiteit anno 2021 is echter een één-op-één ketelvervanging. Logisch, praktisch en in veel situaties onvermijdelijk. Zelfs dan is er nog veel winst te boeken en een aanzienlijke bijdrage te leveren aan het beperken van de CO2-uitstoot, door de installatie te laten werken zoals deze bedoeld is: goed ingeregeld, op een zo laag mogelijke watertemperatuur en met een passende regeling voor de eindgebruiker. Dat is zelfs al meer dan een jaar verplicht, ook voor bestaande verwarmingsinstallaties. Bizar eigenlijk dat er wetgeving nodig is om iets af te dwingen dat in feite neer komt op het leveren van goed en deugdelijk werk.

Hoe zit het dan met die klimaatverandering? Kortweg: de extremen nemen toe, maar we zijn nog niet van de kou af. De hoefsmid mag nog even blijven. Als hij maar wel leert om meer te doen dan alleen paarden beslaan.

Harm Valk, senior adviseur en partner Nieman Raadgevende Ingenieurs