VV03 cover 600
Januari 2020

Optimisme warmtepompbranche is groot, maar het zal niet vanzelf gaan

Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2019

16 01

Dat installateurs en fabrikanten met groot vertrouwen en optimisme naar de ontwikkelingen op de warmtepompmarkt kijken, mag nauwelijks verbazing wekken nu Nederland langzaam afscheid neemt van het aardgas. Hun verwachtingen over de omzetontwikkelingen zijn groots, meldt het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2020. Maar de groei van de warmtepompmarkt zal niet zonder slag of stoot gaan, weten zij ook. De branche heeft op tal van terreinen nog de nodige uitdagingen.

Met het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2020 peilt onderzoeksbureau Dutch New Energy Research de marktverwachtingen onder leveranciers en installateurs van warmtepompsystemen. Aan de totstandkoming van de rapportage werkten dit jaar 78 installateurs en 17 fabrikanten van warmtepompen mee. De meeste installateurs, zo’n 95 procent, zijn actief in de residentiële sector. Het is ook in dit marktsegment waar zij hun grootste omzet realiseren. De industriële en utilitaire sectoren dragen voor de meeste installateurs minder dan 25 procent bij aan de omzet. Was 2018 al een goed jaar voor de verkoop van warmtepompen, in 2019 nam het aantal verkochte toestellen van zestien fabrikanten in totaal toe met 27.457, oftewel een toename van maar liefst 26 procent. 2020 zal naar verwachting opnieuw alle records breken. Volgens de fabrikanten zijn de aardgasvrije nieuwbouw en een goed rendement op de investering de belangrijkste redenen voor het aanschaffen van een warmtepomp. De vermindering van de impact die de warmtepomp heeft op het milieu en de klimaatverandering wordt als derde argument genoemd. Wet- of regelgeving (anders dan aardgasloze nieuwbouw) en verbetering van comfort zijn argumenten die onderaan bungelen bij de overweging om te investeren in de warmtepomptechniek. De procentuele verdeling (figuur 1) maakt duidelijk dat lucht-luchtwarmtepompen en hybride warmtepompen in 2019 het meeste zijn geïnstalleerd. Daarnaast geven de installateurs aan nauwelijks (0,06 procent) bodemwarmtepompen met een open systeem te hebben geïnstalleerd. Ook ventilatie en vrf-, vrv-, vwf-warmtepompen vormen respectievelijk slechts 2 en 1 procent van het totale aantal.

16 021. Verdeling van verschillende typen warmtepompen in aantal geïnstalleerde systemen door installateurs in 2019 (n=69).

Grotere verkopen

Fabrikanten verwachten dat ze dit jaar tienduizend warmtepompen meer zullen verkopen in vergelijking met het afgelopen jaar. De systemen zijn samen goed voor een vermogen van 340 MWth. Een zestal fabrikanten die deelnamen aan het onderzoek verkochten vorig jaar zowel collectieve als individuele warmtepompsystemen. Maar het aandeel collectieve systemen is minimaal, slechts 3 procent. Deze systemen zijn overigens wel goed voor 8 procent van het vermogen. De capaciteit van een gemiddeld collectief systeem is dan ook hoger dan dat van een gemiddeld individueel systeem. Ook de installateurs verwachten een sterke marktgroei in 2020 ten opzichte van 2019. Vier op de tien installateurs voorzien zelfs een stijging van meer dan 100 procent in het aantal warmtepompen dat zij zullen verkopen. Opvallend is dat er een kleine minderheid onder hen te vinden is die juist een daling verwacht van het aantal te verkopen warmtepompen in 2020. Het rapport geeft overigens niet aan op welke gronden dit pessimisme is gebaseerd. Er is geen fabrikant die eraan twijfelt dat het aantal woningen waarin gebruik wordt gemaakt van de warmtepomptechnologie de komende decennia fors zal toenemen. Maar het is nog wel even wachten op het moment waarop dat kantelpunt ook daadwerkelijk zichtbaar wordt. Geen van de zeventien fabrikanten die aan het onderzoek deelnamen verwacht dat meer dan de helft van de woningen in 2030 zal zijn uitgerust met een monovalente dan wel bivalente warmtepomp. De echte omslag laat volgens hen nog enige jaren op zich wachten. Over de snelheid van die ontwikkeling verschillen de fabrikanten van mening. Meer dan de helft van de fabrikanten denkt dat minimaal 25 procent van de huizen in 2050 is uitgerust met een monovalente warmtepomp. Een viertal fabrikanten hiervan verwacht zelfs dat dit percentage hoger zal liggen dan 50 procent. Overigens zal volgens de fabrikanten in 2050 de verhouding monovalent/bivalent behoorlijk veranderen. Waar in 2030 deze verdeling nog ongeveer gelijk is, zal volgens hen in 2050 een kwart van de woningen al zijn voorzien van een monovalente in plaats van een bivalente warmtepomp. Een opmerkelijk verschil laten de antwoorden van de installateurs zien op de vraag hoe zij aankijken tegen de ontwikkeling van de installatiekosten. Een kleine meerderheid (56 procent) gaat ervan uit dat deze kosten de komende 5 jaar zullen stijgen. Daartegenover staat een kleinere groep (27 procent) die er rekening mee houdt dat de installatiekosten juist zullen afnemen. Misschien nog opvallender is de mate waarin de installatiekosten volgens hen zullen toe- of afnemen. Een verwachte stijging of daling tussen de 10 en zelfs 25 procent is volgens de geënquêteerde installatiebedrijven reëel. Niet duidelijk wordt op grond waarvan deze verwachtingen door de installateurs zijn uitgesproken.

Fabrikanten verwachten dat ze dit jaar -tienduizend warmtepompen meer zullen verkopen

Concurrentie

Op dit moment zien verreweg de meeste respondenten, zowel installateurs als fabrikanten, de gasketel in al zijn varianten als de grootste concurrent voor de warmtepomp. Maar binnen 10 jaar zal de gasketel zijn dominante positie op de markt gestaag verliezen. De respondenten verwachten dat de waterstofketel en warmtenetten, met name stadsverwarming, in 2030 grotere concurrenten voor de warmtepomp zullen zijn dan de gasketel. Ook (andere) elektrische verwarming wordt volgens de deelnemers aan het onderzoek in 2030 een belangrijkere concurrent. Het concurrentiegevaar van biomassa zal volgens de installateurs en fabrikanten in 2030 lager zijn dan op dit moment. Een enkele respondent ziet in smart grid-oplossingen, natuurlijk bouwen, geothermie en aquathermie concurrentie voor de warmtepomp. Maar er is ook altijd nog een klein aantal fabrikanten en installateurs die zo overtuigd zijn van de kansen van de warmtepomptechniek dat zij de verwachting durven uit te spreken dat de warmtepomp in 2030 geen enkele concurrentie meer ondervindt. De groei van de warmtepompmarkt mag dan niet worden betwijfeld, het zal niet zonder slag of stoot gaan, zeggen de respondenten. De branche heeft op tal van terreinen nog veel uitdagingen. Het zijn met name de bekende vraagstukken waar de markt tegen te hoop zal lopen, zoals de matige tot slechte isolatie van een groot deel van de woningen. Ook de impact die de toepassing van de techniek heeft op de installatie wordt door vele installateurs als een belangrijke uitdaging gezien. Daarnaast is de fysieke grootte van de installatie (beperkte opstelruimte) en apparatuur volgens hen een grote uitdaging waar de warmtepompmarkt voor staat. Andere zaken die in meerdere of mindere mate de toepassing van warmtepomptechniek kunnen vertragen, zijn de aanschafprijs, de installatiekosten, de beperkte subsidie, de te hoge elektriciteitsprijs en niet te vergeten het geluidsniveau. De geluidseis wordt door bijna 40 procent van de deelnemende installateurs en fabrikanten als belangrijkste obstakel gezien.

16 032.De (verwachte) grootste concurrent voor warmtepompen in de Nederlandse markt op dit moment en in 2030.

Capaciteitsproblemen

Ook dit jaar spreken de respondenten hun zorgen uit over de tekortschietende capaciteit om de techniek grootschalig in de markt te zetten. Het betreft vooral het aantal kundige handen dat nodig is voor de techniek. Het laatste jaar zijn flinke stappen gezet op het gebied van scholing en de resultaten daarvan zijn ook terug te vinden in de cijfers onder installateurs, maar dat neemt niet weg dat nog altijd een aantal van hen zich zorgen maakt. In totaal ziet 73 procent de beschikbaarheid van het aantal installateurs als een belemmering die de groei in de weg zal zitten. Bijna een vijfde (19 procent) ziet het zelfs als een ‘zeer grote belemmering’. Opvallend is dat installateurs steeds vaker ervaren dat de eindklant aardig op de hoogte is van wat de warmtepomptechniek inhoudt. In het Nationale Warmtepomp Trendrapport 2020 ziet nog altijd 62 procent van de installateurs de beperkte kennis van de eindklant als een belemmering van de groei. Toch merkten twee respondenten het gebrek aan interesse bij de eindklant wel aan als grote belemmering voor de businesscase voor warmtepompen. Volgens één respondent is de relatief lange return on investment hiervan de oorzaak, terwijl de andere de ‘cv-ketel-denkwijze’ benoemt als reden. Twee andere respondenten benadrukken wel specifieke belemmeringen voor de bestaande bouw: onvoldoende ervaring en te hoge maandelijkse kosten. Wat betreft de kennis van de koper merkt één respondent op dat dit geen obstakel hoeft te zijn zolang de kennis van de installateur voldoende is. In dit verband wordt een isso-certificering of controle op installaties voorgesteld om het kennisniveau te toetsen. De lage gasprijs wordt door de meerderheid van de installateurs en fabrikanten aangeduid als ‘enigszins een belemmering’. Het gwp-getal van de f-gassen wordt door 40 procent als minimaal ‘enigszins een belemmering’ gezien. De voorraad van de fabrikant of leverancier wordt het meest positief beoordeeld. Maar liefst 40 procent van de installateurs stelt dat dit geen belemmering is voor de eindklant. Dat geldt weer wel voor het temperatuurbereik, oftewel de geschiktheid van de warmtepomp om de juiste temperatuur te bereiken. Het aanpassen van het afgiftesysteem wordt ook in de categorie geschiktheid van de bestaande bouw vaak genoemd als belemmering. Met betrekking tot de prijs merken de geënquêteerden niet alleen de aanschaf- en investeringskosten, maar ook de terugverdientijd als een belemmering aan.

16 043. De grootste beleidsmatige of economische belemmering voor de groei van warmtepompen (n=71).

Overheidsbeleid

Wat betreft de techniek hebben de installateurs en fabrikanten veel zelf in de hand. Anders ligt dat voor het beleid en de regelgeving. Inconsistent en onduidelijk overheidsbeleid wordt vaak benoemd als grootste belemmering. Zowel installateurs als fabrikanten vinden dat het de overheid ontbreekt aan een langetermijnvisie; de overheid wordt verweten onvoldoende concrete richting aan te geven en beloftes niet na te komen. Waar de branche ook geen vat op heeft, zijn de energieprijzen. Volgens bijna een kwart (24 procent) van de respondenten staan de gas- en elektraprijzen de vergroting van de warmtepompmarkt in de weg. Voor het merendeel betreft dit het verschil tussen de lage gasprijs en de hoge elektraprijs. Een enkeling benadrukt juist de onvoorspelbaarheid van de prijzen. Tot de categorie ‘overige’ behoren antwoorden als: ‘administratieve verplichtingen, onvoldoende kwaliteitscontrole en woninggebonden financiering’.

Innovaties

Fabrikanten van warmtepompen beloven nog een indrukwekkende lijst innovaties af te werken, blijkt uit de antwoorden op de vragenlijst dat onderzoeksbureau dne Research hen voorlegde. Een van de prangende vragen betreft het geluid van de buitenunit. Is het geluid binnen 5 jaar terug te brengen naar 30 dB, vroeg dne Research. Acht van de zeventien geïnterviewde fabrikanten denken dat het moet lukken, de rest antwoordt ontkennend of zegt het niet te weten. Nog zo’n vraag die velen op de lippen brandt: wordt de warmtepomp binnen 5 jaar goedkoper? Fabrikanten hebben immers altijd gesteld dat de prijzen flink zouden kunnen dalen als de schaalvergroting eenmaal goed op gang zou komen. Dat blijkt toch anders te liggen. Van een daling zal geen sprake zijn, antwoorden nu zeven van de zeventien producenten. Vijf fabrikanten antwoorden dat de prijs zelfs zal stijgen, ze verwachten met zo’n 9 procent; slechts twee van de zeventien voorzien een daling van de productieprijs met 10 procent en drie zeggen het niet te weten. Wat betreft het theoretische rendement (cop) denken negen fabrikanten nog een winst te kunnen halen tussen de 1 en 5 procent, twee producenten denken dat de cop wel omhoog kan met 10 procent en drie fabrikanten sluiten niet uit dat het meer dan 10, zelfs 25 procent kan worden. Drie producenten verwachten dat de cop-waarden van hun warmtepompen op het huidige niveau blijven.

HT-afgifte

Voor de bestaande woningen met een matige of slechte isolatie zou een warmtepomp met hogere afgiftetemperatuur een oplossing kunnen zijn. Op de vraag of zij binnen 5 jaar een warmtepomp op de markt brengen die temperaturen kan maken van 70 °C of meer antwoorden elf fabrikanten binnen die termijn met zo’n type warmtepomp te komen. Drie fabrikanten geven aan deze warmtepompen al te verkopen, waarvan één dit heeft gerealiseerd door R290 (propaan) te gebruiken als koudemiddel en een ander hfo als koudemiddel. Daarnaast geven twee andere producenten aan dit in de komende 5 jaar te bereiken door CO2 als koudemiddel toe te passen. Eén respondent vindt het geen zinvolle ontwikkeling om in te zetten op ht-warmtepompen omdat de temperatuurvraag omlaag moet worden gebracht. Deze fabrikant antwoordt dan ook ‘nee’ op de vraag.

Tekst: Mari van Lieshout, freelance journalist.
Fotografie: Industrie

Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief.

Het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2020

Het Warmtepomp Trendrapport 2020 is een uitgave van onderzoeksbureau Dutch New Energy Research. Het rapport is gepresenteerd tijdens de Warmtepomp business Day 2020, op 15 januari. Het gehele rapport (75 euro) is te downloaden via www.duurzaamverwarmd.nl/trendrapport.