December 2025
Rijksmonument nu Paris Proof-kantoor Haskoning
VV+ opvallend
Op basis van een samenwerking met onder andere multitechnisch dienstverlener SPIE en architectenbureau Braaksma & Roos is in mei een van de duurzaamste rijksmonumenten van Nederland opgeleverd. Jarenlang deed dit pand in Delft dienst als de faculteit Mijnbouw van de TU Delft. Als nieuwe eigenaar wilde ingenieursbureau Haskoning de oude glorie herstellen en tevens het Rijksmonument uit 1912 transformeren naar een gasloos en duurzaam, modern kantoorpand.
Van buiten oogt het Rijksmonument nog steeds als een historisch pand van ruim een eeuw oud. Wie het betreedt, komt echter terecht in een omgeving waar moderne duurzaamheid op een ingenieuze manier is gecombineerd met elementen die het waard zijn behouden te blijven.
De verduurzaming startte met een uitgebreide isolatie van het pand om zoveel mogelijk warmteverlies te voorkomen. Zo zijn de oorspronkelijke ramen vervangen door isolatieglas en is het dak geïsoleerd. Om voldoende ruimte te creëren voor de ruim 750 werkplekken en samenwerking te faciliteren, is de oude binnentuin overkapt en bij de binnenruimte betrokken. Dit betekende tevens dat – heel slim – 10.000 m2 buitengevel nu onderdeel uitmaakt van de binnengevel, waarmee het energieverlies naar buiten drastisch werd beperkt.
Duurzame installatietechniek
Jeroen de Bruin, projectmanager vanuit SPIE: ‘Het nieuwe dak is gebruikt om volledig vol te leggen met pv-panelen – 604 stuks – waarmee rond de 250.000 kWh per jaar wordt opgewekt. Meer panelen neerleggen was niet mogelijk in verband met de gebouwconstructie én de beperkte ruimte op het Delftse stroomnet.’ De stroom wordt onder meer gebruikt om de nieuwe ledverlichting te laten branden en voor het voeden van vier warmtepompen. Twee lucht/water-warmtepompen bevinden zich op het dak, terwijl twee water/water-warmtepompen zijn ondergebracht in de technische ruimte waar ook de koude uit de wko binnenkomt.
Bij aankomst in de ruimte heeft dit relatief koude water een temperatuur tussen de 11 - 14 °C. Voor verwarmingsdoeleinden wordt het verwarmd door de warmtepompen. Vervolgens wordt deze warmte afgegeven via de luchtbehandeling, een beperkt aantal radiatoren die vooral onder ramen zijn geplaatst en vloerverwarming in het atrium.
‘De belangrijkste klimaatelementen in het pand zijn echter de klimaatplafonds die in praktisch elke ruimte zijn terug te vinden’, weet De Bruin. ‘Zowel in de kantoren alsook in de ‘stilte’ ruimtes die bedoeld zijn om rustig te kunnen telefoneren of te overleggen. Deze kleinere ruimtes zijn ook volledig geklimatiseerd, wat goed past bij een modern en ergonomisch kantoorpand.’
Om het energiegebruik verder te beperken, zijn overal slimme regelingen toegepast. Zo brandt het licht op basis van de aanwezigheid van personen en de beschikbare hoeveelheid daglicht. Daarnaast wordt het klimaat geregeld door verwarming en ventilatie af te stemmen op de behoefte. Veel natuurlijk daglicht en de goede isolatie verlagen in de basis de behoefte om te verlichten, te verwarmen en te koelen.
Nostalgische elementen
Ondanks alle moderne technieken is het historische karakter nog overal zicht- en voelbaar. Zo is de basis van een van de collegezalen uit 1912 behouden gebleven – inclusief prachtige houten collegebanken – en aangevuld met onder meer stroomaansluitingen, ventilatie en een beamer. Ook zijn verschillende leidingen zichtbaar, waaronder de sprinklerleidingen die door het hele gebouw lopen. Luchtzakken zorgen in deze ruimte dat er voldoende verse, geconditioneerde lucht binnenstroomt. Met een breed uitzicht op het atrium (en andersom) wordt deze collegezaal nu gebruikt voor het organiseren van lezingen en bijeenkomsten.
Waar mogelijk is het bestaande materiaal zoveel mogelijk hergebruikt, van houten en metalen constructiedelen en kozijnen. Zelfs de bomen die vroeger in de nu overdekte patio groeiden, zijn gebruikt voor een grote vergadertafel in een van de bestuurdersruimtes. Daarnaast is een glas-in-loodraam behouden gebleven waar de namen van studenten en een hoogleraar staan die in de Tweede Wereldoorlog zijn overleden gedurende hun werkzaamheden voor verzetsgroeperingen.
De Bruin: ‘Door alle maatregelen is het gebouw nu ‘Paris Proof’. Dat betekent: 100 procent hernieuwbaar en een behaalde energiereductie van 80 procent. We zitten bovendien onder het vereiste maximum van 70 kWh per vierkante meter per jaar; het berekende verbruik ligt op 63 kWh per vierkante meter per jaar. Een project om trots op te zijn.’
Tekst: ing. Marjolein de Wit - Blok
Fotografie: Eric de Vries
Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief