VV01 Omslag 600
Mei 2024

Programma van Eisen: handvatten met oog op eindresultaat

24 01

De binnenklimaateisen zijn voor elk type gebouw verschillend. Waar in kantoren ­creativiteit en productie moet worden gestimuleerd, staat in woningen het thema comfort weer centraal. Op basis van wetenschappelijke literatuur en ervaringen uit de praktijk stelde Stichting Binnenklimaat daarom een serie Programma van Eisen op, waarvan de verschillende delen zich richten op verschillende gebouwtypen. Een serie die bovendien voortdurend in ontwikkeling is en producenten aanspoort tot innoveren.

Stichting Binnenklimaattechniek is door TVVL en Binnenklimaat Nederland gestart als kennisplatform voor professionals die te maken hebben met binnenklimaatinstallaties. Door samenwerking met partijen als TNO, DBCxA, technische universiteiten en de overheid verzamelt de organisatie alle relevante informatie over het ontwerpen, installeren en onderhouden van klimaatinstallaties ten behoeve van het binnenklimaat. Deze informatie wordt via het online platform beschikbaar gesteld en is inmiddels ook gebundeld in een serie ‘Programma van Eisen’ (PvE).

Programma van Eisen

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) startte in 2015 met het PvE ‘Frisse scholen’ om scholen te stimuleren een gezond binnenklimaat voor leerlingen te creëren. Onder meer omdat onderzoek al langer had uitgewezen dat een gezond binnenklimaat bijdraagt aan de leerprestaties en het welzijn van de kinderen. Naast de klimaatparameters licht, warmte, geluid en temperatuur ligt er inmiddels ook een focus op energie. Een gezond binnenklimaat is immers technisch gezien relatief eenvoudig te realiseren, maar moet uiteindelijk ook passen in een tijd waarin iedereen streeft naar het verlagen van het energiegebruik. Ir. Walid Atmar, verantwoordelijk voor de afdeling Kennisontwikkeling en Innovatie van Binnenklimaat Nederland: ‘Een prima initiatief dat indertijd als een van de eersten de noodklok luidde om de aandacht voor een gezond binnenklimaat te bevorderen. Want uiteraard is binnenklimaat niet alleen een thema voor scholen, maar feitelijk voor elke vorm van ‘binnen’.’
Het idee om een soort richtlijn voor een specifieke set van gebouwen op te stellen, is door Binnenklimaattechniek opgepakt en heeft inmiddels geleid tot drie uitgaven in de serie ‘Programma van Eisen’. Deze zijn gericht op respectievelijk kantoren, woningen en – sinds kort – langdurige zorg. Voor elk van deze type gebouwen wordt in de publicatie gekeken naar de vier genoemde klimaatparameters. Allemaal hebben ze in meer of mindere mate invloed op het menselijk welzijn en gezondheid. Waar het bij scholen gaat om leerprestaties en gezond opgroeien, leidt een gezond binnenklimaat in kantoren weer tot een hogere productiviteit, lager ziekteverzuim en een prettiger werksfeer, meer creativiteit enzovoorts. Een belangrijk onderdeel van de PvE-serie is dan ook het inzichtelijk maken van de effecten op het functioneren van de mens, waarmee ook duidelijk wordt welke impact een specifieke maatregel heeft.

‘PvE’s gebaseerd op waarden van recentste wetenschappelijke onderzoek’

24 02RVO startte in 2015 met het PvE ‘Frisse scholen’ om een gezond binnenklimaat voor leerlingen te creëren.

Uitgangspunten

De PvE-serie is bedoeld als een praktisch document met aanbevelingen die gebaseerd zijn op (wetenschappelijke) literatuur. Hiermee lijkt het op een parallel aan de gangbare normen en wetten die op dit gebied gelden, maar toch wijken de documenten op wezenlijke punten af. Ten eerste gaan zij niet mee met de wettelijk gestelde minimale eisen. Atmar: ‘In de normen en wet- en regelgeving staan de minimale eisen geformuleerd waaraan de installaties moeten voldoen of aan het effect dat zij moeten opleveren. In de praktijk worden deze – veelal vanuit financieel oogpunt – echter als een maximum beschouwd. Heb je het echter over een gezond binnenklimaat, dan red je het daar zeker niet mee. In de PvE-uitgaven worden de waarden gehanteerd die gebaseerd zijn op het meest recente wetenschappelijke onderzoek en die zijn vaak strenger.’
Daarnaast zijn verschillende eisen met betrekking tot het binnenklimaat überhaupt nog niet terug te vinden in de wet- en regelgeving. Atmar: ‘Het aanpassen van wetten en normen is een langdurig traject dat soms jaren beslaat. Kennisontwikkeling gaat echter veel sneller en het is gewoon jammer wanneer belangrijke conclusies die onder meer bij TNO of universiteiten worden getrokken, niet direct en toegankelijk beschikbaar komen voor de mensen die hiermee wat zouden moeten. In het Besluit bouwwerken leefomgeving staat bijvoorbeeld nog praktisch niets over de invloed van fijnstof, VOS (vluchtige organische stoffen) en luchtvochtigheid op de gezondheid van de gebouwengebruiker. En dat terwijl recent onderzoek aantoont dat juist deze factoren een negatieve invloed hebben op de gezondheid en het welbevinden van mensen.’
Ook nemen de PvE’s factoren mee die minder makkelijk zijn vast te leggen en te bestempelen zijn als ‘goed’ of ‘niet goed’, maar die wel invloed kunnen hebben op het welzijn en het comfort van mensen. Bijvoorbeeld het uitzicht dat iemand in een kantoor heeft. Zit de betreffende persoon bij een raam dat uitkijkt op de natuur, dan zal dit bijdragen aan een goed gevoel, ontspanning, een hogere productiviteit, betere ideeën enzovoorts. Uitzicht op een grauw industrieterrein of helemaal geen uitzicht zorgt voor het tegenovergestelde. Hetzelfde geldt voor verlichting: de wet- en regelgeving doet expliciet uitspraak over het lichtniveau en verblinding, maar veel minder over verlichting die mogelijk ‘gezellig’ moet zijn of cliënten in zorginstellingen op hun gemak moet stellen.

24 03Of een kantoor voldoet aan de normen van het Binnenklimaatlabel, wordt getoetst aan de hand van de vier klimaatparameters: licht, warmte, geluid en temperatuur.

Binnenklimaatlabel

Omdat de PvE-publicaties geen wettelijke grondslag hebben, is het niet mogelijk hier een bepaalde verplichting aan te koppelen. De documenten zijn echter wel te gebruiken door opdrachtgevers als uitgangspunt om in bestekken naar te verwijzen. Om te ondersteunen in het valideren van het eindresultaat en deze te borgen, ontwikkelde Binnenklimaattechniek voor kantoren het Binnenklimaatlabel. Of een kantoor voldoet aan de normen van het Binnenklimaatlabel, wordt getoetst aan de hand van de vier klimaatparameters. Voor elk onderdeel zijn drie ambitieniveaus geformuleerd. Klasse C geeft een ‘voldoende’ aan, klasse B betekent ‘goed’ en de beste beoordeling is klasse A, met een ‘zeer goed’. Met deze drie ambitieniveaus kan een opdrachtgever ervoor kiezen om de klimaatparameters in zijn kantoor conform A, B of C in te richten.
Atmar: ‘Het PvE geeft naast alle aandachtspunten voor een specifiek type gebouw ook praktische informatie en handvatten om de verschillende onderwerpen binnen de vier thema’s in te vullen en de gewenste beoordeling te halen. Hiermee is het onder meer een handreiking voor het (her)ontwikkelen van kantoren die niet alleen energiezuinig moeten worden, maar waar ook (hernieuwde) aandacht is voor gezondheid en comfort.’
‘Het label is overigens nog niet uitontwikkeld. Als opdrachtgever kun je namelijk ook kiezen voor verschillende ambitieniveaus bij elke klimaatparameter. Zo kun je temperatuur en ventilatie bijvoorbeeld in de hoogste klasse invullen, terwijl akoestiek misschien minder van belang is en de opdrachtgever tevreden is met klasse C. Nu wordt het label op dit moment toegekend op basis van het laagste ambitieniveau; sec gezien betekent dit dat drie parameters op klasse A en één op C, leidt tot een label C. In de praktijk komt dit niet veel voor. Als je eenmaal overtuigd bent van het nut van een gezond binnenklimaat is de kans klein dat je sterk afwijkt in ambitieniveau op de verschillende klassen. Toch moeten we hier nog naar kijken, omdat het nog niet helemaal ‘eerlijk’ voelt.’
Een dergelijk label voor ‘Woningen’ en ‘Landurige Zorg’ bestaat nog niet, omdat het eindresultaat – het uiteindelijke binnenklimaat – ook sterk afhankelijk is van gebruikersgedrag. Zo is het gebruik van een vergader- of werkruimte in een kantoor redelijk voorspelbaar, terwijl het in een woning nog maar is af te wachten of bewoners installaties überhaupt inschakelen, of zij ramen en deuren gesloten houden wanneer de klimaatregeling daarom vraagt enzovoorts. Door zeer verschillend gedrag is het goed mogelijk dat ontwerper en installateur alles hebben gedaan conform het PvE, maar het eindresultaat dit niet laat zien.

24 04Het uiteindelijke binnenklimaat in een woning is sterk afhankelijk van gebruikersgedrag.

Nieuwste uitgave

Begin april is de meest recente uitgave uit de PvE-serie geïntroduceerd, die zich richt op gebouwen voor Langdurige zorg. De verschillende uitgaven geven aan hoezeer de aandachtspunten met betrekking tot het binnenklimaat kunnen verschillen. Waar in woningen bijvoorbeeld de aandacht ligt op het snel afvoeren van fijnstof dat vrijkomt bij het koken, zal het in kantoren belangrijker zijn om het klimaat per werkplek te kunnen regelen. In centra voor langdurige zorg ligt juist een belangrijke focus op temperatuur en luchtkwaliteit in combinatie met het geluidsniveau van de klimaatinstallaties.
Atmar: ‘Door de publicaties voor de verschillende doelgroepen hebben we de focuspunten gebundeld die aandacht verdienen. Hierdoor hoef je niet te zoeken in een zee aan informatie naar de zaken die specifiek voor jouw gebouw van toepassing zijn. Bij de nieuwste uitgave over het binnenklimaat voor gebouwen voor langdurige zorg gaan we bijvoorbeeld uit van een duidelijke woon- en zorgsituatie.’ Het Programma van Eisen is te gebruiken voor:
• het vastleggen van de uitgangspunten voor de prestaties van binnenklimaatparameters bij de start van een project. Deze uitgangspunten zijn bepalend bij het (her)ontwerpen van onder andere de installaties, gevels en de indeling van het gebouw vanwege de invloed op het comfort en de gezondheid van de gebouwgebruikers,
• het formuleren van eisen op maat die als prestatiecriteria kunnen worden opgenomen in onder andere bouwcontracten, ontwerpdocumenten en bestekstukken,
• het formuleren van grenswaarden voor binnenklimaatparameters die zijn te hanteren bij de interpretatie van sensordata en als referentie dienen bij de uitvoering van controles en oplevermetingen,
• het stellen van concrete prestatiedoelen bij beheer- en onderhoudsprotocollen.

‘PvE is middel om dialoog op gang te brengen tussen opdrachtgever en -nemer’

Ontwikkeld, geschreven: en nu?

Met de ontwikkeling van de verschillende PvE’s wil Binnenklimaattechniek onder meer het bewustzijn verhogen onder zowel architecten en ontwerpers als adviesbureaus, gebouweigenaren, installatiebedrijven en facilitair managers. De komende tijd zal flink worden ingezet op het verbeteren van dit bewustzijn met de publicaties als tool om dit ook te kunnen vertalen naar de praktijk. Op dit moment wordt er bijvoorbeeld veel gerenoveerd in het kader van de energietransitie; hoe mooi zou het zijn als daarbij ook het binnenklimaat wordt meegenomen? En niet alleen mooi, maar ook noodzakelijk. Renovatie in het kader van energiebesparing betekent immers veelal dat gebouwen sterk worden geïsoleerd en ‘potdicht’ afgesloten. Dat is uitstekend om warmte- en koudelekken te voorkomen, maar betekent wel dat er goed moet worden gekeken naar de werking van de ventilatie en of deze nog wel voldoende is.
Atmar: ‘Met de PvE-publicaties willen we een middel bieden om een dialoog op gang te brengen tussen opdrachtgever en -nemer. Daarbij bieden we geen kant en klare oplossingen, maar wel modulair de mogelijkheid om te ‘shoppen’. Wil je wat aan ventilatie doen, dan zijn dit de ideeën en mogelijkheden behorende bij de verschillende ambitieniveaus.’

24 05De meest recente uitgave uit de PvE-serie is gericht op gebouwen voor langdurige zorg.

Innovatie

Verder is een doelstelling van de publicaties om innovaties te stimuleren. Niet alle eisen zijn namelijk een-op-een in te vullen met bestaande producten of oplossingen. Door het formuleren van de eisen hoopt Binnenklimaattechniek dat er vanuit de gebruiker een vraag op gang komt die producenten stimuleert om deze ontwikkelingen in te zetten. Atmar: ‘Een mooi voorbeeld is keukenventilatie. Wij raden aan om de lucht die uit de keuken wordt afgezogen direct naar buiten te leiden. Maar in veel nieuwe woningen wordt een afzuigkap geïnstalleerd die de lucht alleen filtert en vervolgens weer in de ruimte brengt; hiermee wordt inderdaad voorkomen dat veel warmte naar buiten lekt, maar het betekent ook dat er geen verse, zuurstofrijke lucht binnenkomt. De vraag in deze is dan of het mogelijk is om de keukenventilatie te koppelen aan bijvoorbeeld balansventilatie; een idee wat nu nog niet is in te vullen met een standaardoplossing, maar dat hopelijk aanleiding is voor partijen om in gesprek te gaan met elkaar en een combinatie te vinden.’
Met de publicaties – die gratis beschikbaar zijn via de website – wil Binnenklimaattechniek verder aan de weg timmeren om op zoveel mogelijk locaties het binnenklimaat te optimaliseren. Naast het vergroten van het bewustzijn, richt de organisatie zich op het verwerken van feedback van gebruikers en het verzamelen van sensordata, om deze te kunnen gebruiken om aan te tonen wat de effecten zijn van specifieke maatregelen. Bijvoorbeeld met betrekking tot luchtkwaliteit en thermisch comfort. ‘En uiteraard denken we na over publicaties voor een volgende groep van gebouwen. Evenementenlocaties hebben wat dat betreft potentie. Denk je aan een congreszaal, dan verwacht je dat de spreker een topprestatie neerzet en dat de bezoekers optimale concentratie kunnen opbrengen om te luisteren. Hoe vreemd is het dan eigenlijk wanneer er een discomfort is met betrekking tot verse lucht of voldoende thermisch comfort. Er is nog genoeg te doen.’
Atmar besluit: ‘De kracht van de PvE-reeks is dat deze tot stand is gekomen met een ketenbrede samenwerking tussen ingenieurs, wetenschappers, opdrachtgevers, gebouweigenaren en brancheorganisaties in de bouw- en installatiesector. Het is ook mede dankzij de inzet en ambitie van de rapporteurs en projectgroepen dat deze documenten opgeleverd en beschikbaar zijn.’

Tekst: ing. Marjolein de Wit - Blok
Fotografie: iStock