Juni 2025
Smart City aan het strand
Vijf jaar Living Lab Scheveningen
Waar een goede voorbereiding en een solide plan soms de voorkeur hebben, is er voor pragmatisme ook wat te zeggen. Zo startte vijf jaar geleden het ‘Living Lab Scheveningen’. Een unieke proeftuin waarin de gemeente Den Haag een Smart City-infrastructuur test en in de praktijk beproeft op relevantie, bruikbaarheid en mogelijkheden.
De gemeente Den Haag was zich er goed van bewust dat technologie steeds belangrijker zou worden om de leefbaarheid van de openbare ruimte op niveau te houden. In een fieldlab zijn deze technologieën uit te testen in een afgebakende, goed gedefinieerde omgeving, maar een living lab zou nog veel meer opleveren. Géén regelluwe zone, maar een échte omgeving waar mensen wonen, werken en recreëren en ook ‘echt’ kunnen reageren op de geïmplementeerde technologische innovaties.
En dus werd in 2020 het Living Lab Scheveningen (LLS) gestart. Een proeftuin waarin technologische innovaties op het vlak van smart city kunnen worden beproefd. Aan de basis staat een glasvezelnetwerk dat vanaf het Zwarte Pad in het noorden via de boulevard van Scheveningen doorloopt tot aan het einde van het havengebied. De gekozen locatie is een interessante. Naast het feit dat hier regulier mensen wonen en werken voegt de ligging aan zee extra dimensies toe: bijvoorbeeld de scheepvaart, de haven, een levendige strand- en surfcultuur en uiteenlopende evenementen in de zomermaanden. Daarbij bevindt deze locatie zich tussen twee Natura 2000-gebieden, wat de complexiteit verder vergroot.
Het glasvezelnetwerk is in te zetten voor het aansturen en uitlezen van uiteenlopende sensoren en actuatoren. Sensoren (waaronder camera’s), energiemeters en gateways voor draadloze connectiviteit, zoals LoraWan en 5G, zijn mogelijke opties om aan te brengen in straatmeubilair, zoals lantaarnpalen, kiosken, laadpalen en bushokjes. Deze modulaire aanpak maakt het mogelijk om steeds weer andere technologieën en toepassingsideeën te testen, maar ook om het systeem eenvoudig uit te breiden, aan te passen of buiten bedrijf te stellen. Al naar gelang de behoefte van de omgeving en actuele vraagstukken. Alles bij elkaar vormt dit de digitale infrastructuur, ook wel ‘Smart City Infrastructure’ (SCI) genoemd.
Landelijke schaalbaarheid en mogelijkheid tot samenwerken met bestaande infrastructuur
Zowel de ondergrondse als bovengrondse digitale infrastructuur houdt de gemeente Den Haag in eigen beheer en koopt deze niet als diensten in bij derden. Op deze manier kan de gemeente zelf ervaring opdoen met alle facetten van de ontwikkeling van de infrastructuur en de toepassingen. Ze houdt de controle over de architectuur en databronnen én is niet afhankelijk van externe partijen voor de kosten en voorwaarden van het gebruik van de infrastructuur.
Smart City Infrastructuur van het LLS.
Infrastructuur
Het glasvezelnetwerk meet 11,5 km en is gebaseerd op de Nederlandse overheid referentie architectuur (Nora). Deze architectuur is onderverdeeld in vijf lagen.Deze lagen beschrijven een bedrijfs- en systeemarchitectuur. De bedrijfsarchitectuur omvat de grondslagen, de organisatie en de informatie, de systeemarchitectuur de applicaties en het netwerk. De hardware komt samen in de netwerklaag die bestaat uit de fysieke infrastructuur, hubs, sensoren en actuatoren, de cloud waar de data landt en de applicaties op draaien, evenals de apparatuur die alle netwerkcomponenten verbindt en de gegevensoverdracht faciliteert.
Tijn Kuyper, accountmanager Digitale Innovatie/Smart Cities bij de gemeente Den Haag: ‘De vijf lagen zijn als afzonderlijke eenheden ontworpen, maar werken nauw samen op basis van open standaarden. Dit zorgt voor een schaalbare digitale infrastructuur en voorkomt ‘vendor lock-in’, zodat de gemeente niet afhankelijk wordt van één externe partij. Voor elke laag zijn de benodigde eigenschappen vastgesteld, waarbij we niet alleen kijken naar functionaliteit, maar ook naar veel minder grijpbare factoren als privacy, security en betrouwbaarheid. Uiteraard zijn zaken als duurzaam en onderhoudbaar ook van belang.’
Niet minder belangrijk zijn de spelregels die ten grondslag liggen aan het ontwerpen van systemen, data, procedures en toepassingen. Deze ontwerpprincipes betreffen onder meer landelijke schaalbaarheid en de mogelijkheid tot samenwerken met de bestaande infrastructuur. Het zijn typisch zaken waarmee de innovaties die succesvol worden getest ook breder zijn toe te passen – tot en met internationaal gebruik – en niet specifiek binnen dit kleine stukje Den Haag.
Robot ontdoet strand van sigarettenpeuken.
Autonoom strandnet
Op basis van deze infrastructuur zijn er in het Living Lab Scheveningen in de afgelopen vijf jaar verschillende innovaties geïmplementeerd en getest. Hiervoor kon het team putten uit meer dan 150 ideeën die al in 2017 in samenwerking met bewoners, lokale ondernemers en medewerkers van de gemeente Den Haag waren verzameld. In het eerste pilotproject zijn geluidsensoren gebruikt om verschillende soorten geluid van elkaar te onderscheiden. Deze data gaven een beter inzicht in de oorzaken van de geluidsoverlast die bewoners ervaren. Andere pilots uit die tijd werden ingezet om vooral de mogelijkheden van technologie breed uit te meten. Een aansprekend voorbeeld is de robot die na een zonnige dag sigarettenpeuken op het strand kon verzamelen. Of de zelfrijdende vuilnisbak die de boulevard opruimt.
Kuyper: ‘Sommige experimenten zijn ontwikkeld in ‘Shield’; dit is een innovatiehub waar wordt samengewerkt tussen de gemeente en de politie aan innovaties die betrekking hebben op veiligheid. Deze innovaties worden onder meer in het Living Lab in Scheveningen getest, maar ook elders. Zo is de ‘Crowd safety manager’ gestart in Scheveningen, maar later ook daarbuiten ingezet.’
Deze Crowd safety manager (CSM) is een geavanceerde 3D-kaart die de drukte in een gebied realtime visualiseert op basis van gegevens uit verschillende databronnen, zoals verkeerstellingen, bezetting van parkeergarages, OV, anonieme locatiegegevens van bezoekers en het weerbeeld. Eén van de dataleveranciers is een innovatie die de ‘druktemeting’ heet. Deze werkt op basis van sensoren die een draadloos signaal uitzenden dat verder afzwakt naarmate er meer mensen zijn. Het afgezwakte signaal wordt opgevangen en vertaald naar aantallen mensen. Zonder camera’s, dus privacy-vriendelijk.
Kuyper: ‘Deze applicatie maakt gebruik van slimme software die beelden vertaalt naar aantallen mensen. De kaart is uitsluitend toegankelijk voor geautoriseerde medewerkers van de gemeente en politie en geeft deze partijen de mogelijkheid om de drukte preventief te managen. Met andere woorden: de juiste maatregelen te treffen om drukte in goede banen te leiden. Het is een typisch voorbeeld van een succesvolle innovatie die in 2022 in Scheveningen is getest en sindsdien is ingezet tijdens het strandseizoen en grote evenementen als de Invictus Games, festivals (ook buiten Den Haag) en de Vuelta. Daarnaast wordt ook data verzameld met behulp van camera’s die beelden in enkele seconden omzetten in ‘aantallen mensen’ en daarna de beelden weer verwijdert. Ook hier is de privacy dus gewaarborgd.’
Omdat living lab opereert in bestaande omgeving, is samenwerking noodzakelijk
Een andere succesvolle toepassing is het Slimme Strandnet (smart energy grid). Hierbij is een slim en autonoom laagspanningsnet opgezet, waarop pv-panelen en warmtepompen zijn aangesloten evenals laadpalen, strandpaviljoens, een beachvolleybalstadion en een stroomvoorziening voor evenementen. Een slimme batterij laadt op wanneer pv-panelen veel opwekken en levert juist stroom op piekmomenten; zo hebben gebruikers meer regie over hun energiegebruik en wordt een bijdrage geleverd om het (over)volle landelijke elektriciteitsnet te ontlasten. Kuyper: ‘Het energienet kent inmiddels zoveel eigen toepassingen dat het als zelfstandige testomgeving kan worden gezien. Het heeft bovendien in april dit jaar de derde plaats behaald bij de European Innovation Procurement Awards en wekt inmiddels ook internationale interesse.’
De ‘Crowd safety manager’ is in 2022 getest en sindsdien ingezet tijdens het strandseizoen en grote evenementen.
Zoute lucht
Andere innovaties zijn om verschillende redenen gestopt of niet verder ontwikkeld. Zo is een slimme camera met AI ingezet om lachgasgebruik te detecteren door lachgasballonnen te onderscheiden van andere objecten. In het kader van privacy maakte en deelde de camera geen opnames, maar verwerkte de beelden om eventueel een signaal te geven aan handhaving. Deze toepassing werkte accuraat, maar omdat de overlast door lachgasgebruik inmiddels sterk was verminderd, was de applicatie niet meer nodig.
Schrijnender was de reden om te stoppen met de ‘Wave’. Een esthetisch verantwoorde lichtzuil die op het sportstrand van de boulevard was geplaatst om mensen te stimuleren om ook ’s avonds meer te bewegen. De slimme lichtzuil was gemaakt van 3D-geprint strandzand met sensoren, die via honderden lichtjes reageert op de bewegingen van de sporters. Het project is beëindigd door vandalisme en na verplaatsing naar een andere locatie alsnog gestopt omdat het zand en de zoute lucht de hardware aantastte.
De Nederlandse overheid referentie architectuur (Nora) is onderverdeeld in vijf lagen.
Samenwerking
Juist omdat een living lab opereert in een bestaande omgeving, is samenwerking met een groot aantal partijen noodzakelijk. Variërend van de gemeente en politie tot aan de netwerkbeheerders, telecombedrijven en leveranciers van hard- en software. Kuyper: ‘Binnen de gemeentelijke organisatie werd bijvoorbeeld samengewerkt met het Havenbedrijf, de afdeling Mobiliteit, het team Energietransitie, de directie Veiligheid, de politie en stadsdeel Scheveningen. Die samenwerking met gemeentelijke opdrachtgevers is cruciaal. Hierdoor wordt een initiatief niet alleen beoordeeld op technologische haalbaarheid, maar ook op de toepasbaarheid binnen de bestaande processen en procedures van de gemeente.’
En omdat het allemaal direct ‘echt’ is, wordt er een stevige nadruk gelegd op het waarborgen van de privacy van mensen; noodzakelijk wanneer in het kader van Smart City voortdurend grote hoeveelheden data worden verzameld. Maar ook de snelle ontwikkelingen op het vlak van AI werpen nieuwe vraagstukken op. Hiervoor wordt onder meer samengewerkt met het Elsa Lab AI Maps; dit is een wetenschappelijk onderzoeksprogramma dat zich richt op de ethische, juridische en maatschappelijke aspecten van AI-toepassingen voor publieke veiligheid. Binnen LLS krijgen de wetenschappers de ruimte om deze waarden niet alleen theoretisch te bespreken, maar ook samen met de gemeente concreet te testen hoe deze waarden kunnen worden behouden bij het gebruik van technologie.
Kuyper: ‘Het geval van vandalisme bij de Wave geeft aan dat de mogelijkheid om ‘in het echt’ te kunnen testen van groot belang is. Je ziet bij deze applicatie dat een toepassing ongewenst gedrag kan uitlokken, maar ook dat de gekozen hardware niet bestand was tegen de omgevingsomstandigheden. Ook een puntje dat je in een beschermd fieldlab misschien mist. Verder loop je aan tegen de vraag hoe je met de buurt en bezoekers moet communiceren over de inzet van nieuwe technologieën. Informatieborden ‘verrommelen’ het straatbeeld bijvoorbeeld. En dan is er nog het onderhoud; wie zorgt ervoor dat de camera’s en sensoren in een omgeving als Scheveningen schoon en hiermee betrouwbaar blijven? Het zijn allemaal vraagstukken die we in LLS kunnen onderzoeken; het liefst met de bewoners en gebruikers en áltijd met privacy en ethiek centraal.’
Smart@sea
LLS werkt uiteindelijk niet alleen voor Scheveningen, maar wil ook (ver) daarbuiten successen en kennis delen. Om die reden is onder meer gestart met Smart@Sea: een jaarlijks participatiefestival op de boulevard waarmee vooral jongeren – van scholier tot young professional – worden betrokken bij de mogelijkheden en grenzen van Smart City-toepassingen.
Tekst: ing. Marjolein de Wit - Blok
Fotografie: iStock, LLS
Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief