VV03 cover 600
Mei 2021

‘Voldoen aan TOjuli is niet lastig, maar regel het in ‘t ontwerp’

Interview met Pieter Nuiten en Cees Leenaerts, senior adviseurs bij W/E adviseurs

10 01

Met het in werking treden van de beng-eis werd op 1 januari 2021 ook de TOjuli-eis van kracht. Het gaat om een berekeningsmethode die direct samenhangt met de beng-eis, maar specifiek is toegevoegd om aandacht voor temperatuuroverschrijding verplicht te stellen. ‘Van oudsher zorgt de regelgeving ervoor dat we woningen en gebouwen in de winter voldoende warm krijgen. Maar door de klimaatverandering en steeds dichtere bouwschil is het nu lastiger om het binnen voldoende koel te houden.’

In de epg, de energieprestatie-eis die tot 1 januari 2021 gold, werd altijd al een berekend energiegebruik voor ‘zomercomfort’ in de berekening meegenomen: een fictief energiegebruik dat meegenomen moest worden wanneer er geen koelinstallatie aanwezig was. In de nieuwe nta 8800, die we gebruiken om de beng-indicatoren uit te rekenen, zit ook een berekening voor de koelbehoefte, maar ‘zomercomfort’ (energie voor koelen als er geen koelinstallatie is) is geschrapt.
‘Om het de markt eenvoudig te maken, heeft het ministerie van bzk het initiatief genomen om naast beng een aparte en snelle berekeningsmethode voor de temperatuuroverschrijding aan te bieden’, vertelt Pieter Nuiten (rechts op de foto). Samen met zijn collega Cees Leenaerts (links), beiden werkzaam bij W/E adviseurs, heeft hij mede aan de basis gestaan van de eis die nu als TOjuli bekend staat. ‘De TOjuli is een vereenvoudigde methode die in de meeste gevallen, zonder extra rekenwerk, laat zien of de kans op temperatuuroverschrijding in de zomermaanden beperkt is’, zegt Nuiten. Hoewel TOjuli geen onderdeel is van beng, is hij wel vastgelegd in nta 8800. ‘Daarin staat ook hoe je de berekening moet maken. Je gebruikt hiervoor dezelfde input die je ook nodig hebt voor het berekenen van de andere beng-indicatoren: dus met dezelfde software en dezelfde invoer’, zegt Leenaerts.

Oververhitting neemt toe

‘Sinds het afgelopen decennium is oververhitting een ‘hot topic’ dat steeds meer aandacht vraagt en ook heeft gekregen. We bouwen steeds dichter; woningen en gebouwen krijgen meer isolatie om het energieverlies zo klein mogelijk te maken. Dit leidt in de zomer tot gebouwen die veel langer hun warmte vasthouden. Vooral de groeiende groep oudere mensen heeft veel last van die warmte.’
‘Daarnaast wordt hittestress in stedelijk gebied versterkt doordat alle gebouwen en de verharding in de buitenruimte de warmte daar extra lang vasthouden. Je ziet ook dat dit ‘s zomers resulteert in bijvoorbeeld een snel groeiende verkoop van mobiele airco’s, maar ook de installatie van meer permanente aircosystemen. Met de rekenmethode TOjuli kunnen we in de nieuwbouw zorgen dat ontwerpers en bouwers in elk geval vooraf al nadenken over de problemen die oververhitting kunnen veroorzaken. En er ook hun handelen op aanpassen’, vertelt Nuiten.
‘Bij de zoektocht naar de juiste rekenmethode hebben we meerdere methoden vergeleken’, zegt Leenaerts. ‘TOjuli als methode bestond al en is ook niet al te complex en duur. We hadden een meer dynamische methode kunnen kiezen, maar daarmee verhoog je de kosten al snel met duizend euro of meer per woning. Daar zitten kopers, ontwikkelaars en bouwers niet op te wachten.’ Zo’n dynamische rekenwijze is de gewogen temperatuuroverschrijding (gto). Maar die heb je niet nodig, als je snel wilt weten of het ontwerp van een woning in de zomer onder de grenswaarde blijft. TOjuli is daarmee een lakmoesproef: mijn ontwerp voldoet, of ik moet terug naar de tekentafel. Hij geeft wel een indicatie waar de pijnpunten liggen, maar geen exact inzicht in eventuele oorzaken van temperatuuroverschrijding. En het is ook geen ontwerpinstrument.

10 02Pieter Nuiten: ‘De TOjuli laat zien of de kans op temperatuuroverschrijding in de zomermaanden beperkt is.’

Kwestie van bewustwording

Alles wat je nodig hebt voor een TOjuli-berekening zit ook in de input die je voor de berekening van een beng-eis nodig hebt. Ook de software is daarvoor geschikt, zeggen beide specialisten. ‘Het belangrijkste is dat je als ontwerper en bouwer vooraf in de gaten houdt dat het risico op oververhitting extra maatregelen vereist. Dat zal voor velen nieuw zijn, omdat we heel erg gewend zijn om woningen op de wintersituatie te ontwerpen. Zonder die bewustwording wordt het lastig om te zorgen dat de TOjuli onder de grenswaarde van 1,2 blijft’, zegt Nuiten. ‘Nogmaals, voldoen aan TOjuli is niet moeilijk, maar je moet er in het ontwerp rekening mee houden.’
Leenaerts: ‘Er zijn maatregelen die veel invloed hebben en maatregelen die minder effect hebben. De oriëntatie van een woning, maar ook de hoeveelheid en grootte van de ramen, hebben veel invloed, maar balansventilatie – om maar eens een technische maatregel te noemen – doet maar heel beperkt iets. In het algemeen kun je stellen dat de maatregelen die het meeste effect hebben, eigenlijk al in de eerste fase van een project, in het architectonisch ontwerp, moeten worden genomen. Oriëntatie en beeldkwaliteit van de woning ligt meestal vast in bouwkundige bestemmingsplannen. Maar de architect kan met de positionering en de grootte van ramen natuurlijk wel slim omgaan.’

Overstekken en spuivoorzieningen

Volgens Leenaerts zullen zonwerende voorzieningen steeds meer een onlosmakelijk onderdeel van de woning worden. ‘Met goed gepositioneerde overstekken of specifieke, bewegende zonweringsinstallaties heb je een relatief grote invloed op het uiteindelijke TOjuli-getal. Onze verwachting is ook dat steeds meer huizen al vanuit de bouw met zonwering zullen worden uitgerust. Screens zijn in dat geval niet meer optioneel, maar noodzaak om aan de TOjuli te voldoen.’
‘Een andere maatregel waarvan de invloed relatief groot is, is spuiventilatie of zomernachtventilatie. Zodra je in een woning ‘s nachts de ramen tegen elkaar kunt openzetten, op meerdere plekken in het huis, dan helpt dat sterk bij het verdrijven van warmte met koele nachtlucht. Natuurlijk moet je zomernachtventilatie of spuivoorzieningen wel voorzien van regen-, insecten- en inbraakwering.’
‘We zullen op dit punt meer innovaties zien’, verwacht Nuiten. ‘Zoals speciale, inbraakwerende luiken voor zomernachtventilatie, maar ook intelligente regelingen; voor het ventilatiesysteem, maar ook voor het bedienen van de zonwering. Domotica kan, juist om die opwarming op de dag in te perken en om ‘s nachts – als de temperatuur is gedaald – de koele lucht binnen te laten, een voorname rol spelen. We moeten het de bewoner zo zorgeloos mogelijk maken. De meest effectieve maatregelen zijn die waar de gebruiker geen of nauwelijks omkijken naar heeft.’

‘Wat mij betreft zou de gto-berekening voor zorgwoningen en -instellingen verplicht mogen zijn’

Toepassing van innovaties

Om die reden verwachten beide specialisten dat we de komende jaren nog nieuwe innovaties zullen zien. Sommigen wellicht al heel snel, zoals de toepassing van zonwerend glas. ‘Nieuwe regelgeving leidt altijd tot innovaties’, zegt Nuiten. ‘Zonwerend glas wordt al op redelijke schaal toegepast in kantoren, maar ik zie geen reden waarom we dat ook niet in woningbouw zullen toepassen. Verder denk ik bijvoorbeeld ook aan wtw-systemen waaraan we koeling kunnen toevoegen. Dat kan in de vorm van adiabatische koeling, door de afgezogen lucht met waternevel af te koelen en vervolgens die koude via de wtw op de aanvoerlucht over te dragen.’
Een materiaal als phase change materials (pcm’s) is volgens de beide adviseurs minder snel toepasbaar. ‘In theorie kun je met pcm’s ‘s nachts koude opslaan die je overdag weer afgeeft. Maar voorlopig voorzie ik dat deze materialen nog te duur en te ingewikkeld zijn om in de woningbouw toe te passen. Ik denk ook niet dat op dit moment de urgentie er is om dergelijke materialen toe te passen’, vertelt Nuiten.
‘Bouwmassa is overigens wel een maatregel die ervoor kan zorgen dat warmtepieken en -dalen kleiner worden’, zegt Leenaerts. ‘Daarom zal je in houtskeletbouw wellicht meer of intelligentere maatregelen moeten nemen om oververhitting tegen te gaan dan in meer ‘traditionele’ bouw met beton en steen. Tegelijk heeft houtskeletbouw wel weer het voordeel dat ze makkelijker en sneller afkoelt.’

10 03Volgens Cees Leenaerts zullen zonwerende voorzieningen steeds meer een onlosmakelijk onderdeel van de woning worden.

Aandacht voor bewonersvoorlichting

Een maatregel die volgens Nuiten en Leenaerts ook de nodige aandacht vereist, is bewonersvoorlichting. ‘Natuurlijk moet de woning zoveel mogelijk zelfstandig de ongewenste opwarming tegengaan. Maar in veel situaties zullen ook bewoners een rol kunnen spelen. Op tijd de ramen sluiten of openen, zonwering gebruiken of gordijnen sluiten zijn stuk voor stuk maatregelen die mensen zelf kunnen nemen. Ik vind ook dat de overheid daar een taak in heeft. Zoals ze ook campagnes opzetten, bijvoorbeeld via MilieuCentraal of veh, om energie te besparen, zouden we mensen ook kunnen voorlichten over manieren om hun woning koel te houden’, zegt Nuiten.
‘Vroeger hadden we naar mijn gevoel ook veel meer groen en water in onze leefomgeving. We zouden meer bomen en struiken in onze straten en tuinen kunnen terugbrengen. Dat scheelt echt in de opwarming’, vindt Leenaerts. ‘Mensen willen koeling, maar we zullen dit echt met zo weinig mogelijk actieve koeling moeten doen. Anders gebruiken we over een paar jaar de volledige energiehoeveelheid voor koeling, die we in de winter voor verwarming hebben gereduceerd.’

Gewogen temperatuuroverschrijding

Zijn er ook situaties waarin de TOjuli-methode niet toereikend of wenselijk is? Volgens Nuiten en Leenaerts is dit vooral het geval waarbij je met een ontwerp net boven de grenswaarde van 1,2 uitkomt of in een situatie waarbij je op één specifieke plek, bijvoorbeeld bij een hoekwoning, ongunstig uitkomt. ‘In dat geval kan het zinvol zijn de berekening voor de gewogen temperatuuroverschrijding (gto) erbij te pakken. Daarmee kun je heel nauwkeurig nagaan of jouw ontwerp toch binnen het maximale aantal van 450 gto-uren blijft’, zegt Leenaerts.
‘Verder zullen de grote bouwers, met omvangrijke projecten of met industrieel geproduceerde woningen, liever met de gto-berekening werken’, denkt Nuiten. ‘Als je in één keer voor veel van hetzelfde type woningen de temperatuuroverschrijding moet berekenen, dan loont het wel om het via de meer nauwkeurige gto-berekening te doen.’ ‘Ook in een zorgproject moet je eigenlijk de gto-berekening gebruiken. Dat zijn toch leefomgevingen die hogere eisen stellen aan het binnenmilieu. Dan wil je toch net wat nauwkeuriger weten of je ontwerpuitgangspunten voldoen’, zegt Leenaerts. ‘Wat mij betreft zou de gto-berekening voor zorgwoningen en -instellingen verplicht mogen zijn. Die extra kosten voor een dynamische berekening zouden we voor dergelijke projecten toch voor over moeten hebben’, voegt Nuiten daaraan toe.

‘De nieuwe rekenmethode dwingt ons eerder na te denken over oververhitting en deze te voorkomen’

Actieve koeling toepassen

Pas je in een woning actieve koeling toe, dan is – zo is althans de veronderstelling – het risico op temperatuuroverschrijding acceptabel. Het koelsysteem zal de opwarming dan in voldoende mate wegkoelen. Het rekenprogramma zet TOjuli in dat geval automatisch op nul. Onder actieve koeling wordt niet alleen een aircosysteem of een buitenluchtwarmtepomp met koelfunctie gezien, maar ook de inzet van passieve koeling via een bodemwarmtepomp. Pas je dergelijke actieve systemen toe, dan word je wel ‘afgerekend’ in de andere beng-eisen, zoals de eis om het primaire energiegebruik te reduceren. ‘Een bodemwarmtepomp is overigens wel erg interessant’, zo zeggen de adviseurs, ‘omdat je met passieve koeling via een vloerafgiftesysteem een flink koelvermogen introduceert, en tegelijk je bron regenereert, waardoor het winterrendement van het verwarmingssysteem omhoog gaat.’
Ook in de bestaande bouw is er risico op oververhitting; zeker in woningen van een wat meer recente leeftijd. ‘Vandaar dat ook bij de berekening van het energielabel daarmee rekening wordt gehouden. Ook op het energielabel staat een melding wat betreft het risico op oververhitting. Maar verder is het in dat segment vooral een kwestie van bewustwording.’
‘Een woningcorporatie die onze hulp daarbij inriep, hebben wij geadviseerd om ook een bewonerscampagne op te zetten. Vertel hen in heldere bewoordingen wat ze kunnen doen aan zonwering. Maar ook hoe ze kunnen omgaan met elektrische apparatuur. Kijk eens naar de ruimte waarin je wasmachine of wasdroger staat. Kun je die op een plek zetten waar je niet leeft of slaapt? En kun je ze laten draaien op momenten waarop ze niet bijdragen aan het verhogen van de warmtelast. En staat je koelkast niet in direct zonlicht? In de zomermaanden kunnen zulke zaken een flink verschil maken.’

Tekst: Rob van Mil, freelance publicist.
Fotografie: Bart van Overbeeke