Mei 2024
‘We moeten uit onze thermische comfortzone komen’
Interview met Dr. ing. Lada Hensen-Centnerová, docent en onderzoeker TU/E en voorzitter ISIAQ.nl
Sinds de ‘ontdekking’ van het sickbuildingsyndroom is er veel onderzoek gedaan naar een gezond binnenklimaat in gebouwen. Ondanks alle mooie Programma’s van Eisen die er nu zijn, laat het binnenklimaat in de praktijk vaak toch nog te wensen over. Dr. ing. Lada Hensen-Centnerová van TU Eindhoven pleit voor een nationale Schijf van Vijf voor gezonde woningen. ‘De techniek kan niet alles oplossen. We moeten ook bewustzijn en correct gebruik stimuleren,’ zegt ze.
Onze kennis over de relatie tussen luchtkwaliteit en gezondheid is niet nieuw, al doen we dat soms wel zo voorkomen. Dr. Lada Hensen weet dat die inzichten al sinds de oudheid bekend zijn. ‘De oude Grieken waren zich al bewust van de negatieve effecten van vervuilde lucht, zo valt te lezen in het werk van Hippocrates. Maar ook recenter, in 1853, verklaarde de eerste hoogleraar hygiëne, Max J. Pettenkofer, dat ‘slechte’ binnenlucht de menselijke weerstand verzwakt tegen stoffen die ziekten veroorzaken. Ook in de 19e eeuw was het Florence Nightingale die waarschijnlijk als eerste de problematiek van het binnenmilieu integraal benaderde. In haar handboek voor verplegers wijdt ze het eerste hoofdstuk zelfs aan het belang van ventilatie. En ze benadrukt dat zuivere lucht van buiten, natuurlijke temperatuurschommelingen en zonlicht essentieel zijn voor onze gezondheid.’
Hoge CO2-concentratie
Juist het feit dat we al eeuwen weten hoe het moet, frustreert de binnenklimaatexpert. Hensen zet zich daarom met passie in voor een gezond binnenklimaat voor gebouwgebruikers en bewoners. Maar ze ziet dat de situatie in de praktijk, zeker in woningen, vaak nog verre van optimaal is. Zelfs de corona-epidemie, die wereldwijd het onderwerp van ventilatie weer hoog op de agenda zette, heeft daar geen structurele verandering in kunnen brengen.
Ze snapt wel waarom dat zo is: ‘Sinds de oliecrisis in de jaren zeventig, zijn we ons eenzijdig gaan focussen op het reduceren van ons energiegebruik. Later is daar de noodzaak van verduurzaming als reden bijgekomen. Energie is meetbaar en het gebruik zie je meteen terug op je energierekening.
CO2 en fijnstof zie of ruik je niet. De impact op ons welzijn is lastig met cijfers te onderbouwen. Dat je slecht slaapt van een te hoge CO2-concentratie, minder presteert op je werk of je slechter kunt concentreren op school, dat is moeilijk bewijsbaar. Dus krijgt het minder prioriteit. Bij elke ramp, elk incident, komt het thema weer even bovendrijven, maar vervolgens zakt het gewoon weer weg.’
Mens en techniek
‘De introductie van elektriciteit in gebouwen in de twintigste eeuw deed de noodzaak om meer aandacht te besteden aan het binnenklimaat groeien’, vertelt Hensen. ‘Omdat we door kunstlicht niet meer afhankelijk waren van daglicht, werden gebouwen groter en dieper. Voorheen ging ventileren natuurlijk en onbewust. Via ramen en kieren in kleine gebouwen had iedereen toegang tot frisse lucht. In grotere gebouwen was dat niet meer zo vanzelfsprekend. Mechanische ventilatie werd noodzakelijk. De eerste airco zag het licht, klimaattechniek werd een nieuwe discipline en gebouwen bevatten steeds meer installaties.’
Daarmee ontstond er een nieuw probleem dat zich tot de dag van vandaag voordoet: de mens, de gebruiker dus, bepaalt de effectiviteit van de techniek. En als mensen installaties verkeerd gebruiken, presteert zelfs een geavanceerd gebouw slecht.
Schijf van Vijf
Daarom bedacht Hensen een paar jaar geleden de Schijf van Vijf voor gezonde woningen. Vijf gouden tips voor bewust bezig zijn met een gezond binnenklimaat. ‘In 2016 kreeg de Schijf van Vijf voor gezonde voeding een update. Dat werd zo sterk gepromoot dat je echt een ommekeer zag ontstaan: de politiek ging zich ermee bemoeien, in supermarkten kreeg gezonde voeding meer ruimte en mensen werden zich meer bewust van gezond eten.’
‘Na gezond eten en bewegen, staat wat mij betreft een gezond binnenklimaat als derde in ons prioriteitenlijstje. Met een Schijf van Vijf kunnen we in mijn optiek meer bereiken dan met richtlijnen in het Bouwbesluit. We moeten ons richten op de gebruikers van de systemen. Want de systemen zijn vaak ingewikkeld, storend of makkelijk uit te zetten om ze vervolgens te vergeten.’
‘Met een Schijf van Vijf kunnen we meer -bereiken dan met richtlijnen in Bouwbesluit’
Gebruiksaanwijzing en uitleg
Wat zijn dan die vijf gouden tips? Hensen: ‘Zoek eerst uit hoe het ventilatiesysteem in de woning nu is geregeld. Hoe komt lucht in en uit de verschillende ruimtes. Als er alleen natuurlijke toevoer is, moet je extra alert zijn. Punt twee is: ventileren en luchten. Dus zet een continu ventilatiesysteem nooit uit en open bewust je ramen en deuren op zijn tijd. Ook belangrijk is de ondersteuning van ventilatie in de verschillende ruimtes, afhankelijk van de activiteit die er plaatsvindt. Ventileer wat meer tijdens het koken of douchen bijvoorbeeld. Tips vier en vijf gaan over de zomer- en wintersituatie. Zorg voor voldoende luchttoevoer als je in de winter een open haard of houtkachel brandt. En houdt in de zomer ramen, zonwering en gordijnen overdag dicht, lucht de woning ‘s avonds door, als het koeler is, en wees je bewust van de gevaren van oververhitting.’
‘Voor ons experts ligt dat allemaal voor de hand, maar helaas is dat bij de meeste mensen niet het geval. Een Schijf van Vijf kan dus helpen. Verwijs gebruikers ook naar de site Gezondbinnen.nl of geef hen een goede gebruiksaanwijzing en uitleg mee.’
Niet overdreven isoleren
Hensen gruwelt van de mate waarin woningen de laatste jaren geïsoleerd zijn. ‘Ik ben tegenstander van overdreven isoleren. De focus ligt zo eenzijdig op CO2-reductie en isolatie, dat we nu met luchtdichte woningen zitten waar soms de schimmel op de muren staat. Ook weer vanwege onwetendheid van de gebruiker. Want een ontwerper kan de installaties nog zo mooi bedenken, als die in de praktijk vaker niet dan wel functioneren, doet dat het binnenklimaat geen goed. Teveel CO2 en/of fijnstof kan dan echt tot gezondheidsproblemen leiden.’
De World Health Organization (WHO) geeft aan dat 2,7 procent van alles ziektes het gevolg is van slechte binnenluchtkwaliteit. Dat zegt genoeg. Het is ook niet vreemd; gemiddeld brengen we 20 uur per dag binnen door.
Bouwbesluit bouwwerken leefomgeving
Het Bbl schrijft voor dat de minimale ventilatiecapaciteit in nieuwe gebouwen 0,9 dm³ per seconde, per m2 moet zijn, waarvan minimaal de helft een directe toevoer van lucht is. Is er een kooktoestel in de ruimte, dan moeten af- en toevoer minimaal 21 dm3 per seconde bedragen. Het Bbl geeft niet aan wat de ventilatiecapaciteit moet zijn per specifieke ruimte. Hiervoor verwijst het naar NEN 1087.
Er zijn vier PvE’s die specifieke richtlijnen geven voor ventilatie: Frisse Scholen, Gezonde Kantoren, Gezonde Woningen en Langdurige Zorg. Hensen: ‘Dat is heel positief en die PvE’s zijn ook goed ontvangen door de markt. Vooral bij kantoren is daardoor verbetering opgetreden. Bij woningen valt het in de praktijk nog tegen. Veelal omdat de systemen niet werken zoals ze zijn ontworpen. Bijvoorbeeld omdat individuele eigenaren de systemen overrulen, negeren of verkeerd gebruiken.’
Gezond en duurzaam niet tegenstrijdig
Gezond en duurzaam zijn niet intrinsiek tegenstrijdig, weet de onderzoekster. ‘Als je de twee aspecten bij nieuwbouw maar integraal benadert en de woningeigenaren of huurders goed instrueert over hun eigen verantwoordelijkheid en gedrag. Duurzame maatregelen als een warmtepomp en elektrisch koken hebben in principe een positief effect op het binnenklimaat. Er komt namelijk geen stikstofdioxide meer vrij van een gasfornuis of koolmonoxide van een cv-ketel. Maar als ik kijk naar duurzame renovaties, dan gaat het echt vaak fout. Er komt een nieuwe schil omheen, maar aan ventilatie is niet gedacht of het bestaande systeem is lastig aan te passen op de nieuwe situatie. Als je bewoners dan niet uitlegt dat de aard van de woning verandert en ze dus ook hun gedrag en verwachtingen moeten aanpassen, kan het goed mis gaan.’
Automatisch sturen
Automatische sturingen van de ventilatie, op CO2 of luchtvochtigheid, vindt Hensen een goede ontwikkeling. ‘Bij CO2-gestuurd ventileren weet je zeker dat de lucht ververst wordt wanneer dat nodig is. Je omzeilt daarmee de onzekere factor ‘mens’. Dat is nou een goed voorbeeld van hoe de techniek mensen kan helpen. Automatisch sturen heeft wat mij betreft de voorkeur boven alleen maar metingen verrichten en daar zelf je strategie op bepalen. Vochtmeters, CO2-meters, fijnstofmeters; allemaal leuk, net als calorieën- en stappentellers leuk zijn. Maar je hebt er niet veel aan als je niet snapt wat je daarmee moet. Als je niet weet wat normaal of goed is.’
Warmte buiten houden
Waar klimaatinstallaties tot voor kort vooral bedoeld waren om de kou buiten en de warmte binnen te houden, is dat nu aan het veranderen. Door klimaatverandering en potdichte woningen, moeten we in de zomers ook warmte gaan weren.
‘Oververhitting is een fors probleem aan het worden. Onze woningen zijn niet gebouwd op het veranderende klimaat. We bouwen lichte constructies, met vaak donkere gevelstenen of hout, waardoor huizen snel opwarmen. Omdat ze ook nog eens vergaand geïsoleerd en kierdicht zijn, raak je die warmte niet makkelijk kwijt. Hittegolven en het stedelijk hitte-eilandeffect zorgen er ook nog eens voor dat het effect van natuurlijke nachtafkoeling afneemt. Dus de problemen stapelen zich op.’
‘De TOjuli-eis in de Beng-berekening moet ervoor zorgen dat temperatuuroverschrijding in nieuwbouwwoningen wordt voorkomen. Met een woning zonder zonwering kom je nu niet meer weg. Dat hebben berekeningen van onze master-studenten laatst bevestigd. Maar daar zie je ook weer dat hoewel de zonwering op een automatische sturing werkt, mensen alsnog aan de knoppen gaan draaien, omdat ze graag in het daglicht zitten.’
‘20 °C binnen als het buiten 35 °C is, dat is echt onverstandig’
Voorkeur voor passieve koeling
Goedkope airco’s, die ze massaal op daken zag verrijzen tijdens de pandemie, vindt ze geen oplossing. ‘Ze gebruiken veel energie en bovendien worden ze vaak te koud ingesteld. Grote temperatuurverschillen tussen binnen en buiten kunnen luchtwegklachten veroorzaken. Ik ben een voorstander van adaptief thermisch comfort. Als de temperatuur buiten stijgt, moet ook de binnentemperatuur iets meestijgen.’
‘Mensen hebben het vermogen om zich aan te passen aan wisselende temperaturen en bewezen is dat ze zich prettiger voelen als de binnentemperatuur met de buitentemperatuur mee beweegt. Je mag niet bibberen van de kou of smelten van de warmte, maar voor je lichaam is het goed om af en toe uit je thermische comfort zone te komen. Laat dus de temperatuurregeling meebewegen met de buitentemperatuur. 20 °C binnen als het buiten 35 °C is, dat is echt onverstandig. En laat passieve koeling zijn werk doen.’
Phase changing materials
Dat stelt wel eisen aan het ontwerp van de woning. Die moet zodanig ontworpen zijn dat verkoeling zoveel mogelijk op een passieve manier wordt gerealiseerd. Met zonwering, thermisch effectieve bouwmassa en ramen die open kunnen. Aangevuld met luchtbehandeling voor ventilatie.
‘Latente koude (en warmte) opslaan in phase change materials (PCM), in de vloer, wanden of het dak, is ook een mooie oplossing. Overdag zorgt het PCM voor koeling van de omgevingslucht door de ’s nachts opgeslagen koude af te staan.’ Naast het conditioneren van de toevoerlucht, zorgt PCM-koeling tevens voor het stabiliseren van de relatieve luchtvochtigheid.
Integrale benadering
Hensen is zijdelings betrokken bij de pilot Healthy Home in Rosmalen. In dit Living Lab worden twee NOM-woningen vergeleken; één ‘gewone’ en één met extra aandacht voor binnenklimaat. ‘Na een jaar meten en observeren, gaan onze studenten daar de inzichten van verzamelen. Wat maakt de ene woning gezonder dan de andere?’
Beide woningen zijn optimaal geïsoleerd, gasloos en voorzien van een energiezuinig ventilatiesysteem. In de Healthy Home zijn extra maatregelen toegepast, zoals leemstucwerk en een grotere capaciteit van het ventilatiesysteem. Sensoren meten de luchtkwaliteit en sturen automatisch bij waar nodig.
‘Ik denk dat we hier vooral zullen leren dat integraliteit de sleutel tot succes is. Benader een woning vanuit alle disciplines en verwerk er alle belangrijke inzichten in vanuit één helikopterview. Dat doen we nu ook bij ons bachelor programma bij Bouwkunde. We laten studenten vanaf het begin alle aspecten meenemen: thermisch comfort, lucht, akoestiek, licht. Ik hoop dat deze nieuwe generatie experts dat ook echt in de praktijk gaat brengen.’
Lada Hensen-Centnerová
Dr. ing. Lada Hensen-Centnerová studeerde in 1992 af in Civiele Techniek aan de Technische Universiteit in Bratislava (Slowakije) met een specialisatie in Gebouwinstallaties. Vervolgens werd ze assistent-professor op de afdeling Micro-environmental and Building Services Engineering aan de faculteit Civiele Techniek van de Tsjechische Technische Universiteit in Praag (Tsjechië), waar ze in 2001 promoveerde. Sinds 2016 werkt ze aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e), aanvankelijk als projectmanager bij het Smart Cities Programma en sinds januari 2018 als docent en onderzoeker binnen de afdeling Gebouwde Omgeving van de TU Eindhoven, waar ze tevens operationeel directeur is van het postdoctoraal programma Smart Buildings & Cities. Daarnaast is ze de huidige voorzitter van de Nederlandse afdeling van de International Society of Indoor Air Quality and Climate (ISIAQ.nl) en vicevoorzitter van REHVA sinds 2022, met als missie om mensen te helpen zich goed te voelen in gebouwen die hun gezondheid en welzijn bevorderen.
Tekst: Astrid Zoumpoulis-Verbraeken
Fotografie: Bart van Overbeeke