April 2025
Zonnestroom op woningen groeit minder snel; zakelijke markt blijft stabiel
Nationaal Solar Trendrapport 2025
Het aantal pv-installaties nam in 2024 minder snel toe dan in de jaren daarvoor. Het was de kleinste groei sinds 2020. Die terugloop kwam vooral op het conto van residentiële systemen en niet of nauwelijks voor commerciële installaties. Toch verwachten de onderzoekers dat deze terugloop niet doorzet. Voor 2025 wordt een iets grotere groei verwacht dan in 2024. Zowel de residentiële als zakelijke markt zullen dit jaar weer iets in volume toenemen.
Na de jaar op jaar stabiele en steeds stijgende verkoopcijfers, ligt de nieuw geïnstalleerde capaciteit aan zonnepanelen in 2024 30 procent lager dan in 2023. In 2024 werd ‘slechts’ 3,4 GWpiek geïnstalleerd, de laagste hoeveelheid in dit decennium. De oorzaak voor deze daling ligt vrijwel volledig bij de residentiële markt. Daar installeerde de markt in 2023 nog bijna 2,5 GWp en daalde dit in 2024 met 52 procent naar 1,13 GWp. De zakelijke markt kende een daling van 4 procent naar 2,3 GWp. Voor 2025 verwachten de onderzoekers van het Nationaal Solar Trendrapport ongeveer dezelfde verkoopcijfers als in 2024, met mogelijk een licht herstel in de residentiële markt. In totaal zou de verkoop in 2025 op 4 GWp kunnen uitkomen.
Geen verdere daling
De prognose voor de komende drie jaar laat in geen enkel scenario een verdere daling van de jaarlijkse toegevoegde capaciteit zien. Volgens het lage scenario zullen de toegevoegde capaciteiten naar verwachting op het niveau van 2024 blijven. Het basisscenario voorziet een lichte marktverbetering in 2025 en 2026, met een piek van 4,5 GWp, gevolgd door een daling in 2027 terug naar 4 GWp. Het hoge scenario voorspelt een sterk herstel van de markt in 2025, met bijna 6 GWp, en gaat uit van een toename van 5,5 GWp tot 6 GWp in de daaropvolgende jaren. Uit een analyse van de sectoren blijkt dat, volgens het basisscenario, de verwachte groei voornamelijk uit de zakelijke sector komt. Voor de residentiële sector verwacht men een groei die vergelijkbaar is met 2024. Maar ook een herstel van 20 procent in 2025, van 1,1 GWp naar 1,4 GWp, wordt niet uitgesloten.
Naar verwachting zal de zakelijke sector tot 2027 het grootste deel van de groei in pv-capaciteit voor zijn rekening nemen. In 2024 bereikte de zakelijke sector een totale capaciteit van 16,2 GWp. Dit is een toename van 16 procent ten opzichte van een jaar eerder. Het is wel de laagste toename van het afgelopen decennium. De totale geschatte pv-capaciteit in Nederland kwam in 2024 uit op 27,7 GWp. Dat is al ruim meer dan de 25,7 GWp die het Nederlands Integraal Nationaal Plan Energie en Klimaat als verwachting voor 2030 had vastgelegd.
Salderingsregeling
De lagere groei in het afgelopen jaar laat zien dat de problemen op de pv-markt van algemene aard zijn. Toch benadrukken de onderzoekers dat vooral de woningbouw het meest te leiden heeft van de afname. Dit is niet los te zien van het Belastingplan 2025, dat het kabinet Schoof vorig jaar lanceerde. Daarin staat het voornemen om de salderingsregeling te beëindigen. De Tweede en Eerste Kamer hebben eind vorig jaar ingestemd en daarmee is het zeker dat de salderingsregeling per 1 januari 2027 stopt.
TNO en CE Delft onderzochten, naar aanloop van de behandeling van het belastingplan, wat de gevolgen zijn van het afschaffen van de salderingsregeling. Zij stellen dat de terugverdientijd van een investering in zonnepanelen in 2027 12 jaar of zelfs 17 jaar wordt, afhankelijk van de wijze waarop energieleveranciers de terugleverkosten mogen verrekenen. Dat laatste is nog een punt van discussie, waarop veel belangenorganisaties de overheid proberen te beïnvloeden en bij te sturen. Op basis van het huidige Belastingplan lijkt een terugverdientijd van 17 jaar het meest aannemelijk. Bij behoud van de salderingsregeling zou dit 9 jaar zijn.
Toegevoegde capaciteit aan batterijopslagsystemen groeit met 100 procent per jaar
Meer opslag
Volgens de onderzoekers kunnen huishoudens en kleine bedrijven een gunstigere terugverdientijd behouden als het hen lukt om het eigen gebruik van zonnestroom te verhogen. Op dit moment bedraagt het eigen gebruik van een huishouden gemiddeld 30 procent. Als ze dat kan verhogen naar 60 procent, dan blijft de terugverdientijd op hetzelfde niveau als bij behoud van de salderingsregeling.
De meest kansrijke manier om het eigen gebruik te verhogen lijkt het plaatsen van (relatief) minder zonnepanelen (bij een gelijke vraag). Hierdoor zijn er minder momenten met overproductie van elektriciteit die men tegen een lage prijs moet terugleveren. Daardoor neemt het eigen gebruik toe. Ook vraagsturing, het afstemmen van vraag en aanbod, kan effect hebben.
Een ander gevolg van de aanstaande afschaffing van de salderingsregeling is een significante groei van batterijopslagcapaciteit. Dit is een wereldwijde ontwikkeling, maar nu ook zichtbaar in Nederland. Op dit moment groeit de toegevoegde capaciteit aan batterijopslagsystemen met een snelheid van meer dan 100 procent per jaar. Het onderzoek laat zien dat we in Nederland in 2024 minstens 942 MWh aan nieuwe capaciteit installeerden. Daarbij gaat het naar verwachting om 472 MWh residentieel, 246 MWh zakelijk en 224 MWh voor grootschalige utiliteitsbatterijsystemen.
Het kan niet anders dat de aangekondigde afschaffing van de salderingsregeling en de congestieproblemen dit proces versnellen. Als de huidige sterke groei van batterijverkoop doorzet, zullen veel huishoudens met zonnepanelen investeren in een batterijsysteem met de opslagduur van één uur. Die investeringen zullen ook plaatsvinden bij middelgrote pv-installaties in de zakelijke en industriële sector. Bij dit soort prognoses, schrijven de onderzoekers, is de nutssector beperkt tot de plannen van Tennet om tegen 2030 een batterijopslagcapaciteit van 9 GW te realiseren, waarbij men rekening houdt met een conservatieve opslagduur van 2 uur.
Prijzen
De prijzen van zonnepanelen daalden de afgelopen drie jaar aanzienlijk. Dit toont de volwassenheid aan van de technologie en de opschaling van productie. Voor high-efficiency panelen daalden de prijzen van 0,44 €/Wp in juli 2022 naar 0,125 €/Wp in december 2024. Bij mainstreampanelen daalde de prijs van 0,34 €/Wp naar 0,095 €/Wp in dezelfde periode. Deze dalende trend staat in contrast met de prijspiek van 2022. In dat jaar waren de prijzen voor zonnepanelen het hoogst in de afgelopen vijf jaar. Destijds werden de prijzen opgedreven door de energiecrisis als gevolg van de oorlog tussen Oekraïne en Rusland en door de economische gevolgen van de Covid-pandemie.
Naast sterk dalende prijzen, maakt ook de pv-technologie nog altijd enorme sprongen in efficiëntie. De efficiëntie van zonnepanelen steeg van slechts 9 procent in 1980 naar 21,8 procent in 2023. En tegelijk daarmee daalden de kosten van zonne-energie sinds 2010 voor residentiële, zakelijke en grootschalige pv-systemen met maar liefst 70 procent. Dit komt vooral door grootschalige productie en intensief onderzoek en ontwikkeling.
Een belangrijke maatstaf voor de kosten van zonne-energie is de Levelized Cost of Electricity (LCoE), die de elektriciteitskosten over de levensduur van een zonne-energiecentrale meet. Volgens schattingen van Lazard is de LCoE voor grootschalige pv-systemen met 83 procent gedaald tussen 2009 en 2024, van 359 naar 61 $/MWh. Prognoses van de Europese Commissie zijn zelfs nog optimistischer. Hun publicatie toont aan dat de wereldwijde LCoE voor grootschalige zonneprojecten tussen 2010 en 2023 met 90 procent daalde, van 417 naar 41 $/MWh. Naar verwachting zullen de kosten verder dalen: een extra afname van 60 procent wordt verwacht tegen 2050 ten opzichte van het niveau van 2020.
Zonnewarmte
De onderzoekers keken ook naar de stand van zaken op het gebied van zonnewarmte. In het kader van de energietransitie vervult zonne-energie een cruciale rol bij het verminderen van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen. Maar voor velen ligt daarbij de focus op pv.
Zonthermische systemen, die zonnewarmte voor huishoudelijke en industriële doeleinden genereren, zijn veel minder populair. Deze techniek maakt dan ook een trage groei door. Sterker nog, op dit moment stagneert de groei en daarmee volgt ons land een wereldwijde trend. Cijfers laten duidelijk zien dat de investeringen in de zonne-energiesector zich vooral richten op pv-systemen en niet op zonthermische collectoren.
De laatste jaren is het totale aantal m2 aan zonnecollectoren in Nederland nagenoeg gelijk gebleven. In 2023 was de groei slechts 0,8 procent, wat overeenkomt met een groei van 5.159 m2 van zonnecollectoren in 2022. Dat duidt op een stagnatie in de zonnewarmtesector. Al vijf jaar op rij blijft het totale oppervlak aan zonnecollectoren tussen de 660.000 en 670.000 m2 schommelen.
De afname van nieuw geïnstalleerde zonnecollectoren is een duidelijke indicator van marktvertraging. In 2023 nam het aantal nieuw geïnstalleerde collectoren met 17 procent af ten opzichte van 2022. Daarbij werden laagterecords van vóór 2017 bereikt. Volgens de onderzoekers suggereert deze trend dat marktpartijen overstappen van de zonnewarmtemarkt naar de pv-markt. Helaas ligt de ontmanteling van zonthermische collectoren op een aanzienlijk niveau, schrijven zij. De trends voor 2024 wijzen erop dat het aantal ontmantelde panelen waarschijnlijk het aantal nieuw geïnstalleerde vierkante meters zal overtreffen.
Tussen 2023 en 2024 groeide de wereldwijde geïnstalleerde pv-capaciteit met 31 procent
Hoogste ‘pv-dichtheid’
Als we kijken naar de geïnstalleerde capaciteit per hoofd van de bevolking dan is Nederland, samen met Malta, zogeheten ‘dichtheidskampioen’. Nederland staat bovenaan met een geschatte 1.533 Wpiek per hoofd van de bevolking (capita). We worden gevolgd door Duitsland (1.186 Wp/capita), Oostenrijk (996 Wp/capita) en Estland (976 Wp/capita). Slowakije (214 Wp/capita), Kroatië (219 Wp/capita) en Roemenië (262 Wp/capita) hebben de laagste pv-capaciteit per inwoner. Het EU-gemiddelde voor 2024 bedraagt 748 Wp/capita.
Ook gemeten per km2 doet Nederland het in Europa goed. Alleen Malta staat met een dichtheid van maar liefst 1.120 kW/km2 hoger. Nederland volgt met 816 kW/km2, daarna België (351 kW/km2) en Duitsland (280 kW/km2). Het EU-gemiddelde ligt op 82 kW/km2. Opvallend is de relatief lage installatie-dichtheid in het toch zonnige Frankrijk (39 kW/km2).
China
In 2024 overschreed de geïnstalleerde capaciteit van energie uit pv-systemen wereldwijd de grens van 2 TWp. Dit toont volgens de onderzoekers aan dat deze technologie zich als een van de toonaangevende bronnen van duurzame energie heeft gevestigd. De snelle groei weerspiegelt de toenemende economische aantrekkelijkheid van zonne-energie. Consumenten zijn duidelijk op zoek naar alternatieven om hun elektriciteitsrekening te verlagen. Daarnaast helpen factoren als de voortdurende daling van de kosten van apparatuur, brede maatschappelijke acceptatie en snellere vergunningsprocedures in vergelijking tot andere technieken.
Tussen 2023 en 2024 groeide de wereldwijde geïnstalleerde capaciteit met 31 procent, wat betekent dat 506 GWp werd toegevoegd, aldus het Internationale Energie Agentschap (IEA). China nam hiervan 63,5 procent (321 GWp) voor haar rekening. Daarmee versterkt dat land zijn rol als aanjager in de wereldwijde ontwikkeling van zonne-energie. Met 67 GWp heeft de Europese Unie 13 procent bijgedragen.
Tegelijk verminderde China het afgelopen jaar de levering van zonnepanelen aan Nederland. De import van panelen in Nederland nam aanzienlijk af. En aangezien de haven van Rotterdam het belangrijkste importkanaal voor Europa is – met bijna de helft van alle import uit China – verminderde hierdoor ook de export vanuit Nederland naar andere EU-landen. Deze daling in de Rotterdamse haven betekende echter niet dat de Chinese importen naar andere landen zijn omgeleid.
Stroomprijs
Door de stijgende productie van zonnestroom daalt de prijs van elektriciteit in de middaguren steeds verder. In 2024 was zonne-energie verantwoordelijk voor 18,3 procent van de elektriciteitsproductie in Nederland. Dat is 4,4 procent meer dan in 2019. De stroomprijzen op de day-ahead-markt waren afgelopen jaar gemiddeld lager dan in 2022 en 2023. Tijdens de middaguren bereikten de day-ahead-prijzen in 2024 hun laagste punt van de dag, met een daling van 36 procent ten opzichte van de middagprijzen in 2023.
Sinds het voorjaar van 2021 ligt de gemiddelde elektriciteitsprijs rond het middaguur op de day-ahead-markt gedurende het grootste deel van het jaar onder de dagelijkse gemiddelde prijs, met uitzondering van de winter. In de winter is de gemiddelde prijs rond het middaguur hoger. Na een daling van de elektriciteitsprijzen in de periode 2023 - zomer 2024, was er sinds de herfst van vorig jaar weer sprake van een stijging. Deze stijging was zichtbaar in zowel de dagelijkse gemiddelde prijs als de prijs rond het middaguur. Begin 2025 begonnen de prijzen alweer te dalen. <<
Informatie
Het Nationaal Solar Trendrapport 2025 is te downloaden via www.dutchnewenergy.nl/nationaal-solar-trendrapport.
Tekst: Rob van Mil
Fotografie: iStock, DNE Research
Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief