We moeten het hebben over binnen, maar ik wil naar buiten. De lente staat te dringen voor het raam als ik dit aan het tikken ben. Kom naar buiten, lijkt ze te roepen, hier is het fijn: frisse lucht, weldadige warmte na al die kilte, kwetterende vogels, de geur en kleur van groei en bloei. Ik weet ook dat het me veel brengt als ik straks naar buiten ga: een helder hoofd, nieuwe energie. Wat zou het mooi zijn als we die buitenkwaliteit ook in onze gebouwen kunnen realiseren.
We hebben het dus over binnenluchtkwaliteit, IAQ. Of nog hipper, over IEQ, het lastig te vertalen begrip dat gebruikt wordt door adviseurs, wetenschappers en vooruitstrevende opdrachtgevers. IEQ staat voor ‘indoor environmental quality’ en gaat over alle gebouwgebonden aspecten die invloed hebben op de gezondheid en welzijn van gebruikers. Het gaat om de hele atmosfeer in een gebouw. Denk aan: thermisch comfort, akoestiek, daglicht, afscherming van hinderlijk zonlicht, afwezigheid van tocht en vanzelfsprekend de binnenluchtkwaliteit.
Soms wordt ook ‘beleving’ erbij betrokken, want een technisch perfect gebouw kan zielloos en afstandelijk overkomen. Dan komen we op het terrein van de psychologische kwaliteit en zaken als kleur en tactiliteit. Voor techneuten altijd een lastig en ongrijpbaar aspect. Je herkent het, maar kunt er lastig de vinger op leggen. Terug naar vertrouwd terrein, de binnenluchtkwaliteit. Het gaat om alle facetten: afwezigheid van vervuilende stoffen, zowel fijnstof als chemie, met een aangename vochtigheid, een goed CO2-gehalte en geen hinderlijke geur. Alsof je buiten bent op een lentedag.
Wat blijft is de belangrijke rol van de adviseur en installateur. Het vraagt wel wat aanpassingen. Het belangrijkst is dat we moeten afstappen van het idee dat we met installatietechniek alles kunnen oplossen. Samen met de architect, opdrachtgever en – als het even kan – gebruikers op zoek naar evenwicht en afwisseling, naar mogelijkheden van interactie met de omgeving, met buiten. Dat is een gebouwkwaliteit op zichzelf, zeker voor gebruikers. Uit de gezondheidswetenschap kunnen we leren dat afwisseling weldadig en gezond is voor de mensen in een gebouw. Afwisseling in temperatuur, verlichtingsniveau, zicht en akoestische kwaliteit.
Als er dan installaties nodig zijn, dan ook stilstaan bij de beleving daarvan. Luchtstromen kunnen hinderlijk zijn, geluid kan klachten geven, zelf als rekenkundig aan de voorschriften wordt voldaan. Dat vraagt kennis, inzicht en een open blik bij ontwerp, realisatie en beheer van die installaties. U, lezer, was natuurlijk al zover. Maar als ik hoor wat er aan klachtenonderzoeken bij mijn collega’s binnenkomen, is er nog ruimte voor verbetering in de sector.
Soms is het ook doodsimpel: zet iets open. Nee, niet altijd natuurlijk. Niet als het regent en vriest, niet als het buiten verstikkend heet is. Maar gewoon op een lentedag: breng dan buiten maar naar binnen.