VV04 Omslag 600
Mei 2025

Haalbaarheidsstudies Delta21: reëel en uitvoerbaar

duurzaam

40 01

Precies tien jaar geleden werden de eerste schetsen van het plan Delta21 voorgelegd aan enkele belangrijke stakeholders. Het plan – dat zowel waterveiligheid, energieopslag én natuurherstel omvat – is sindsdien doorontwikkeld. De fase van idealisme lijkt achter de rug nu zowel de technisch als de economisch/maatschappelijke haalbaarheidsstudies positief uitpakken. Alle reden voor de politiek om in beweging te komen en voor het projectteam om serieus na te denken over de realisatie van het plan Delta21 aan de Zuid-Hollandse kust.

Halverwege 2024 ontving initiatiefnemer Huub Lavooij de langverwachte resultaten van twee belangrijke haalbaarheidsstudies. Horvat & Partners richtte zich op de technische haalbaarheid door het beoordelen van de uitgangspunten van Delta21, de ramingen van het project en het algemene ontwerp. De hoofdconclusie luidde dat het ontwerp op hoofdlijnen constructief haalbaar en uitvoerbaar is. Daarnaast verwacht het onderzoeksbureau dat Delta21 een reële bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de waterveiligheid in het benedenrivierengebied en aan de ecologische waarde in de voordelta.
De kostenraming van Horvat & Partner ligt daarbij ongeveer 2 miljard euro hoger dan Delta21 zelf berekende; 10 miljard versus 8 miljard. De hoge kosten worden voor een belangrijk deel bepaald door de aanlegkosten van het valmeer; het verschil is te verklaren door de grotere onzekerheidsmarge die Horvat inbouwt.
CE Delft bekeek de economische en maatschappelijke haalbaarheid met een focus op uitsluitend de energetische functie van het valmeer. Hoofdonderzoeker Lucas van Cappellen: ‘Wij onderzochten welke rollen Delta21 kan vervullen in het energiesysteem en wat de toekomstige businesscase en maatschappelijke waarde is van verschillende configuraties van het valmeer voor deze rollen. Daarbij is gekeken naar elektriciteitsmarkten, zoals de day-aheadmarkt, de onbalansmarkt en de zogenoemde aFRR-markt (automatic frequency restoration reserve), netcongestie en de maatschappelijke waarden. Uiteraard speelt hierbij een groot aantal factoren een rol, maar de belangrijkste conclusie luidt toch wel dat het plan haalbaar kan zijn. Voorwaarden daarvoor zijn dat andere technieken niet significant in kosten dalen en de juiste financiering beschikbaar komt met flankerend overheidsbeleid. Zowel het meer als de investeringen zijn groot, maar áls men dit voor elkaar krijgt, dan is het plan naar verwachting concurrerend met andere opslagsystemen.’
Voor het vaststellen van de financieringsparameters is het onderzoeksbureau uitgegaan van een economische levensduur van 30 jaar omdat dit de gewenste terugverdientijd is van een investeerder. De technische levensduur bedraagt 80 tot 100 jaar. Voor de businesscase zijn twee financieringsscenario’s geschetst:
1. Er vindt een volledige financiering vanuit de markt plaats en marktpartijen dragen de risico’s. Er is geen ondersteunend beleid vanuit de overheid, zoals een subsidie-instrument of garantiefonds.
2. Markt en overheid delen risico’s. In dit scenario deelt de overheid de risico’s door ondersteuning van het valmeer. Dit kan zijn specifiek voor het valmeer of door middel van algemene ondersteuning van flexibiliteit.

Houding en rol van overheid van groot belang voor welslagen

Huub Lavooij: ‘Omdat het hier onder meer over de energiesector gaat, lijkt een volledig private financiering niet haalbaar. De infrastructuur van het energienet is immers van de staat en energieopwekking is juist 100 procent privaat. Daar kun je niet zomaar op ingrijpen. We gaan er dan ook vanuit dat een publiek/private financiering beduidend meer kansen biedt. Op basis van de uitkomsten van de rapporten ben ik ervan overtuigd dat er een rendabele businesscase mogelijk is met de inzet van het valmeer op de energiemarkten. Dit lukt het beste wanneer de elektriciteitsprijzen hoog zijn, de financieringsvoorwaarden gunstig en er korting komt op het nettarief voor opslag. Kortom, het gaat niet zomaar, maar het kán.’

40 03Delta21 kan gebruik maken van de expertise en ervaring op zowel het gebied van energie als water van SPIE om het project verder te ontwikkelingen.

De politiek aan zet?

Met het oog op een publiek/private financiering is het tijd geworden om ook de politiek warm te maken. Lavooij heeft hier vertrouwen in, aangezien Delta21 – ondanks de hoge kosten – veel te bieden heeft. ‘Met dit valmeer hoeft er in 2035 minder duurzame energie te worden opgewekt, wat ruimte bespaart. Daarnaast is het een oplossing die netverzwaring kan verzachten en tot slot is de geplande locatie ideaal. Zo ten zuiden van de Tweede Maasvlakte ligt Delta21 in de directe nabijheid van verschillende grootverbruikers; nu en in de toekomst. Zo wil bijvoorbeeld havenbedrijf Rotterdam in 2030 rond de 2 - 2,5 GW aan elektrolysers realiseren voor de productie van groene waterstof.’
De houding en de rol van de overheid is van groot belang voor het welslagen. Voor de markt is het namelijk te riskant om zo’n groot project aan te pakken zonder overheidsgaranties. Daarbij zijn de maatschappelijke baten groter dan de marktbelangen, wat betekent dat het hier om een echt overheidsprobleem gaat dat zich prima zou lenen voor een publiek/private-samenwerking.
De markt is daar graag toe bereid, maar binnen de overheid ziet Lavooij nog te weinig beweging. Zo laat het ministerie van Klimaat en Groene Groei het thema energieopslag volledig over aan de markt; ‘niet de taak van de overheid’ en dus moet de markt voor opslag privaat blijven. ‘Dit zou de haalbaarheid van Delta21 sterk verkleinen’ meent Lavooij. ‘Potentiële investeerders haken bijvoorbeeld alleen aan wanneer de overheid bepaalde garanties kan geven.’

Toch beweging?

Gelukkig zijn er ook positieve bewegingen waar te nemen. Zo heeft Pieter Grinwis (CU) samen met Henri Bontenbal (CDA) naar aanleiding van het plan Delta21 vragen gesteld aan een aantal ministers. Daarop is een antwoord gekomen van minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (KGG) met de toezegging om een onderzoek uit te laten voeren. KGG zoekt daarvoor nu aansluiting bij de ministeries I&W en LNNV om het onderzoek te verbreden, zodat naast energie, waterveiligheid en natuur ook landbouw en visserij aan de orde komen. Tot slot heeft de provincie Zuid-Holland een motie aanvaard, waarin een zeewaartse oplossing wordt meegenomen. Zo zou in de Rotterdamse haven bij de Maasvlakte de nodige ruimte voor de energietransitie uitstekend te combineren zijn met Delta21. Het zand dat bij de aanleg van Delta21 overtollig wordt, zou hier ook prima kunnen worden benut. Gedeputeerde Arne Weverling (VVD) speelt hierbij een sleutelrol.
Lavooij: ‘Vergeet ook niet dat we met veel verschillende ministeries te maken hebben met elk hun eigen programma. Tot aan Defensie toe die nieuwe oefengebieden zoekt. En soms ‘past’ het gewoon niet in de planning. Rijkswaterstaat erkent bijvoorbeeld dat het plan op zichzelf een no-regret maatregel is, maar het past niet in hun tijdlijn van dit moment. Er is ook een mismatch in de tijd met waterveiligheidsoplossingen die verband houden met de zeespiegelstijging, hogere afvoerpieken en wateroverlast. I&W en de Deltacommissaris hebben geen haast. Verder zijn er nog discussies met enerzijds LTO Noord en de landbouwsector op de eilanden en anderzijds de natuurbeweging. De landbouwsector ervaart nu al grote problemen met verzilting van het water, terwijl de Natuurbeweging de vismigratie, de brakwaterbiotoop en de biodiversiteit willen herstellen door het Haringvliet ook te verzilten.’

40 05De buisvijzelturbines die FishFlow nu bouwt hebben een diameter van maximaal 5 m. Voor Delta21 is een diameter van 10 m gepland.

Bedrijfsinitiatieven

Parallel aan de ontwikkelingen en vraagstukken is een aantal partners uit het bedrijfsleven al langer bezig om hun mogelijk toekomstige rol in Delta21 voor te bereiden. Jacco Saaman, director Business Development & Innovation bij SPIE Nederland: ‘We kwamen in 2017 in contact met Huub Lavooij die ons over zijn droom Delta21 vertelde. We hebben toen besloten om mee te doen. Niemand kon vertellen waarom we het niet zouden moeten doen. Het écht samenvoegen van producten en diensten is uiteraard nog niet aan de orde, maar we delen onze expertise en ervaring in zowel het energie- als het waterwezen om zo een prachtig idee te verwezenlijken.’
Het bedrijf Unica heeft een andere insteek en wil met haar product ‘datacenters’ een wezenlijk gebruiker van Delta21 worden. Luc Spin, vice president sales & marketing: ‘Een van onze negen business units houdt zich puur bezig met het bouwen van datacenters; als enige in Nederland. Deze centra worden steeds belangrijker, omdat we nu eenmaal heel veel data genereren, versturen en verwerken. Dit gebeurt deels in de cloud met behulp van datacenters. En vergis je niet: de hoeveelheid data wordt alleen maar groter. Nederland wil bijvoorbeeld meer met AI gaan doen, omdat we anders achter raken op Europa. Dat kan, maar dan hebben we dus meer of grotere datacenters nodig en heel praktisch gezegd: deze datacenters moeten érgens blijven en Delta21 zou wel eens een ideale locatie kunnen zijn.’
Spin doelt hiermee op het feit dat datacenter ook grote hoeveelheden energie gebruiken. Die energie kan het grote valmeer op een duurzame manier leveren. Daarbij is het een prima locatie, omdat er niemand woont en er dus ook niemand last van kan hebben. Door bovendien deze afgelegen plek te kiezen en alleengebruiker te worden – of samen met een beperkt aantal andere grote partijen – wordt netcongestie voorkomen op eventueel andere locaties waar anders een datacentrum zou worden gebouwd.
Spin: ‘Wij nemen nu de lead om alle relevante partijen bij elkaar te krijgen om zo stappen te kunnen maken als Delta21 er komt. Het kan een serieus momentum opleveren. Want het is simpel: als het datacenter er komt en een exploitant zich meldt, dan komen andere grote partijen vanzelf. En dan heb je waarschijnlijk een sluitende business case waarmee het project een dermate boost krijgt dat het er eenvoudig gaat komen. Eerlijk is eerlijk: we weten nog niet of het doorgaat, maar het is al een geweldig project om te kijken of het zou passen. Want als het níet doorgaat, dan zal Nederland toch andere plekken ter beschikking moeten gaan stellen.’

‘Delta21 zou ideale locatie voor datacenters kunnen zijn’

Fish Flow innovations

Een essentieel onderdeel van Delta21 – de vijzelturbines die kunnen fungeren als pomp én als turbine – worden ontwikkeld door FishFlow Innovations. Het gaat hier om zogenaamde buisvijzelturbines waarmee met een hoog rendement groene energie uit waterkracht is op te wekken. Kenmerkend is verder de lage onderhoudsbehoefte en de visveiligheid. Twee aspecten die in het kader van Delta21 van belang zijn.
Managing director Gerard Manshanden: ‘Deze vijzelturbines produceren we zelf, op dit moment tot een diameter van 5 m. In samenwerking met Witteveen + Bos zoeken we momenteel een testlocatie om deze grootste varianten te testen; een soort pilot. De kans is groot dat we dit kunnen gaan doen in het Twentekanaal, waarover we nu met Rijkswaterstaat in gesprek zijn. Ik hoop dat dit jaar een positief besluit over het proefproject wordt genomen en dat we het volgend jaar kunnen realiseren. Altijd goed om de oplossing gereed te hebben voor het moment dat ook Delta21 groen licht krijgt.’
Voor Delta21 staat voor de vijzeltribunes uiteindelijk een diameter van 10 m gepland.
Huub Lavooij besluit: ‘Er gebeurt op dit moment letterlijk een heleboel. Van het verder detailleren van het technisch ontwerp tot pilotprojecten en heel veel praten met stakeholders. Samen met haar twintig sponsoren is Delta21 tevens bezig met de oprichting van een coöperatie om investeerders de kans te geven om in te stappen en de private interesse te bundelen. Eind 2025 moet in elk geval duidelijk zijn dat ook de politiek van mening is dat Delta21 verder onderzoek verdient en als integrale optie serieus moet worden onderzocht, Daarvoor moet dan ook budget worden gealloceerd om de onderzoeken te kunnen doen en moet duidelijk worden hoe de publiek/private-samenwerking eruit zou kunnen zien.’

Delta21 in een notendop

Onder de naam Delta21 ontwikkelden Huub Lavooij en wijlen Leen Berke een plan dat zowel waterveiligheid, energieopslag als natuurherstel omvat. Het hart van de oplossing is een zogenaamd valmeer dat achter een duinenrij en voor de monding van het Haringvliet, tussen de Tweede Maasvlakte en het eiland Goeree-Overflakkee komt te liggen. Met behulp van vijzelturbines wordt energie tijdelijk opgeslagen en weer opgewekt (energieopslag met een capaciteit van maximaal 34 GWh). De pompcapaciteit is tijdens storm en hoge rivierafvoeren ook in te zetten als supergemaal om het overtollige rivierwater naar zee te pompen (waterveiligheid). Tot slot kan Delta21 bijdragen aan natuurherstel door buitengaats het brakwatergebied te vergroten en de zoutgrens westwaarts op te schuiven en zo de vismigratie tussen Rijn en Noordzee te herstellen en de zoute kwel op de eilanden te verminderen. Daarbij ontstaat een ecosysteem met riet, slikken en schorren, waar ook vogels zich thuis voelen. Zonder Delta21 verzandt het hele gebied tot een doodse zandvlakte zonder biodiversiteit.

Informatie: www.delta21.nl

Tekst: ing. Marjolein de Wit - Blok
Fotografie: Delta21, Esmée van Eeden, Unica, SPIE, Google Maps

Meer weten over innovatieve technieken en ontwikkelingen?
Meld u dan nu aan voor onze gratis nieuwsbrief