VV03 Omslag 600
April 2024

Geef regenwater de ruimte, in elk bouwproject

Staat het water Nederland al aan de lippen?

14 01

De afgelopen wintermaanden waren erg nat. Rond de jaarwisseling werd het langs enkele grote rivieren spannend, omdat de waterstand tot kritieke hoogte steeg. Met wat geluk, maar ook door eerder genomen maatregelen, kwam het niet tot rampzalige situaties. Wat kunnen bouw- en installatiewereld doen om de toenemende hoeveelheden regenwater de komende jaren in goede banen te leiden? Best veel, zo luidt de reactie van specialisten.

Nederland is een delta, al realiseren we ons dat niet dagelijks. We wonen in een land waar enkele grote Europese rivieren in de zee uitmonden. Tegelijk hebben we een groot deel van ons land gebouwd op land dat onder de zeespiegel ligt. Die beide uitgangspunten moeten ons doen beseffen dat we permanent de gevaren van water in het oog moeten houden.
En dat doen we ook; we hebben hiervoor in ons land al eeuwen geleden de waterschappen opgericht. Zij hebben verschillende taken, waaronder ons land beschermen tegen overstromingen en droogte. Zo zorgen waterschappen dat we niet te veel, maar ook niet te weinig water hebben. Daarnaast hebben ze een taak in het zorgen voor schoon water in sloten, rivieren, meren en beken. Ze zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het zuiveren van rioolwater. Toch merken de waterschappen dat de uitvoering van al deze taken lastiger wordt. Enerzijds door klimaatverandering, anderzijds door het beslag op de schaarse ruimte in ons land, onder meer door onze behoefte aan bouwprojecten.

Meer en vaker records

‘Het is duidelijk dat de records zich de afgelopen jaren snel opvolgen. Dat geldt zowel voor de neerslagrecords als ook voor de droogterecords. Als waterschappen doen wij alles wat in onze macht ligt om de nadelige gevolgen tegen te gaan. Maar de uitdaging wordt steeds groter’, vertelt Jane Alblas, woordvoerder voor de Unie van Waterschappen. ‘Waar een hevige regenbui, grote hoeveelheden regen of een lange, droge periode in de vorige eeuw nog een incident was, merken we dat dergelijke calamiteiten, als we ze nog zo mogen noemen, sinds een jaar of tien vaker voorkomen. De klimaatscenario’s van het KNMI voorspellen ook dat dit vaker zal blijven gebeuren. Hevige regenbuien zien we al veel regelmatiger dan vroeger. Wij weten dus dat we vaker grote hoeveelheden water zullen moeten afvoeren.’
Volgens Alblas is dit voor de 21 waterschappen in ons land een uitdaging, al verschilt het nogal over welk waterschap je het hebt. ‘Nederland is een klein land, maar de regionale diversiteit is heel groot. Niet alle waterschappen hebben met dezelfde problematiek te maken. Er zijn waterschappen met veel dijken, waardoor het versterken van die dijken een groot deel van hun werk beslaat. Andere waterschappen hebben helemaal geen dijken en bij hen ligt de nadruk op het zorgen voor voldoende water in hun werkgebied en weer anderen zijn wat drukker bezig met het op niveau houden van de waterkwaliteit.’

Vergt een balanceer-act

In alle gevallen vergt het van de waterschappen ‘een balanceer-act’, aldus Alblas. ‘We willen en moeten het water tijdens overmatige regenval snel afvoeren, maar we willen water ook vasthouden om te zorgen dat er in droge periodes geen watertekorten zijn.’ De waterschappen treffen hiervoor verschillende maatregelen, ook weer afhankelijk van de regio waarin ze werkzaam zijn. ‘Op sommige plekken creëren we waterbergingen en overstroomgebieden, om tijdelijk de grote hoeveelheden regenwater die bijvoorbeeld rivieren meevoeren de nodige ruimte te geven.’
Ook spelen de waterschappen met het waterpeil, dat in de zomer en winter nu meer mag variëren dan vroeger het geval was. ‘Een andere maatregel is het aanpassen van beken en sloten. In het verleden zijn veel beken bijvoorbeeld rechtgetrokken, zodat ze water snel afvoeren. Maar in bepaalde gebieden, zoals de Veluwe of de Achterhoek, willen we water langer vasthouden om te zorgen dat droge periodes in de zomer minder desastreus zijn. Door beken weer te laten meanderen duurt het langer voordat water naar rivieren stroomt en heeft het meer tijd om in de grond te zakken.’

14 04Het spreekt voor zich dat we niet in de overloopgebieden van rivieren moeten bouwen.

Ruimte voor rivieren

Ook bij Deltares, het Nederlands kennisinstituut voor water en ondergrond, stelt men nuchter vast dat de extremen vaker voorkomen. De waterstanden die we deze winter op de grote rivieren zagen, komen ongeveer eens in de 6 of 7 jaar voor, vertelt Frederiek Sperna Weiland, adviseur bij Deltares. Zij houdt zich vooral bezig met de waterproblematiek die speelt rondom de Rijn en de Maas.
Het programma Ruimte voor de Rivieren, dat circa 20 jaar geleden is gestart, heeft de afgelopen winter zijn nut bewezen. ‘Het was een hele natte herfst en winter, waardoor de rivieren grote hoeveelheden regenwater moesten afvoeren. De nieuwe geulen die in de afgelopen jaren zijn aangelegd, de dijken die zijn verhoogd, en de overloopgebieden hebben echt hun dienst bewezen. Tegelijkertijd waren de waterstanden dit jaar nog niet extreem hoog. Daardoor konden we in veel steden en dorpen langs de rivieren de meeste woningen drooghouden’, vertelt Sperna Weiland.
Of de getroffen maatregelen ook in de komende jaren voldoende zijn als extreme regenval verder toeneemt, is van veel factoren afhankelijk, zegt zij. ‘We zien op dit moment dat Duitsland nog niet echt is voorbereid, waardoor daar gebieden overstromen en problemen veroorzaken. Maar wat als de Duitsers zich ook beter beschermen en bijvoorbeeld hun dijken gaan ophogen. Dan komt er nog meer water ons land binnen. Wij zullen dan meer water moeten afvoeren dan we nu doen, of meer ruimte moeten creëren voor overstromingen.’

Selectiever bouwen

Zowel de waterschappen als Deltares zoeken de oplossingen in de eerste plaats op ruimtelijk niveau. We zullen in ons land nog meer rekening moeten houden met ruimte voor water. ‘Laten we nog nadrukkelijker de gebieden identificeren waar we wel en waar we niet moeten bouwen. Het spreekt voor zich dat we niet in de overloopgebieden van rivieren moeten bouwen, en kritisch moeten kijken naar laaggelegen polders’, zegt Sperna Weiland.
Of er dan nog wel voldoende ruimte is om überhaupt te bouwen? Zij denkt van wel: ‘Die gebieden zijn zeker nog te vinden, maar ook in nieuwe bouwgebieden moeten we rekening houden met hevigere regenbuien in de toekomst en de afvoer van water. Drainagesystemen en afwatering hebben gewoon overal extra aandacht nodig. Maar creëer dan ook mogelijkheden voor tijdelijke opslag van water. Dit kan in kelders, maar ook op meer natuurlijke wijze in wadi’s. Dit zijn vanuit hun aard geen grote systemen, maar kunnen op lokaal niveau een goede oplossing bieden.’
‘We voorkomen overlast op dat moment, en voor de iets langere termijn houden we water vast. We zullen wijken ook meer moeten vergroenen dan we nu waarschijnlijk doen. De combinatie van wateropvang en de aanleg van parken met meer bomen en struiken is een fraaie en tegelijk effectieve manier om wateroverlast terug te dringen.’

Ontkoppelen van regenwater

Zowel Sperna Weiland als Alblas denken dat vooral bij nieuwe woningbouwprojecten er meer oog moet zijn voor het ontkoppelen van regenwater. Niet meer al het water in het riool lozen, maar opslaan en infiltreren in de omgeving van woningen en gebouwen. Daar zullen we wel ruimte voor moeten reserveren, waardoor bouwprojecten duurder kunnen uitvallen.
‘Maar de kosten voor het vermijden van overlast gaan altijd voor de baten uit. Dat weten we inmiddels uit ervaring met eerdere maatregelen’, zegt Alblas. ‘Nemen we nu dergelijke voorzorgsmaatregelen niet, dan wentelen we de kosten af op toekomstige generaties en bewoners. Verzekeringspremies gaan alsmaar verder omhoog. Als we hier willen blijven wonen, zullen we de vereiste investeringen moeten doen.’ Volgens haar heersen er bij de Waterschappen geen ideeën over het opgeven van land omdat we gebieden niet kunnen drooghouden. ‘Wij geloven in de innovatiekracht van juist ook de bouw- en installatiewereld’, aldus Alblas.
Dirk Timmers, woordvoerder voor waterschap Hollandse Delta bevestigt haar visie en zegt dat zijn waterschap erg geïnteresseerd is in innovaties die bijdragen aan verbetering van de veiligheid, de ecosystemen en de biodiversiteit. ‘Denk bijvoorbeeld aan vispasseerbare pompen, maar ook werken met elektrisch aangedreven boringen en sonderingen. Wij laten marktpartijen ook nadenken over bijvoorbeeld hoe installaties kunnen blijven functioneren als er wateroverlast is en nutsvoorzieningen uitvallen. Het is ontzettend belangrijk om installaties en bouwprojecten zodanig vorm te geven dat deze bestand zijn tegen de toenemende gevolgen van klimaatverandering.’

14 05Ook inwoners hebben een rol, als is het maar door een regenton te plaatsen, maar beter nog: tegels uit de tuin, groen erin.

Minder verharde oppervlakken

Drijvend bouwen en bouwen op terpen lijken twee voor de hand liggende maatregelen, maar deze zijn relatief duur, zeggen de specialisten. ‘Kleinschalig is een drijvende wijk een leuke oplossing, maar we kunnen niet ons woningprobleem met drijvende dorpen of steden oplossen’, zegt Sperna Weiland. ‘Het helpt echt als we in elk nieuw project, maar ook waar mogelijk in bestaande renovatieprojecten of herontwikkelingen, ruimte voor water creëren. Natuurlijk willen we ook minder verharde oppervlakken. Gemeenten kunnen hun inwoners meer stimuleren om hun tuinen van al die tegels en verhardingen te ontdoen.’
‘Watermanagement is belangrijk en wordt door klimaatverandering steeds belangrijker’, zegt Timmers. ‘Tegelijk zullen alle inwoners ook moeten beseffen dat we ons moeten aanpassen aan veranderende omstandigheden. De problemen kunnen niet alleen door overheden worden opgelost, door dijken te verstevigen of te verhogen. Als inwoner vervul je ook een belangrijke rol, als is het maar door een regenton te plaatsen en onze tuinen te vergroenen: tegel eruit, groen erin. Zo kan het regenwater de grond inzakken in plaats van dat het wegstroomt naar het riool. Kortom; niet alles is eindeloos maakbaar. Dat het klimaat impact heeft op onze leefomgeving is duidelijk.’

Rol voor wet- en regelgeving

‘Voor ons als waterschappen is het belangrijk dat de overheid de komende jaren echt in wet- en regelgeving vastlegt dat het water- en bodembelang zwaar meeweegt of sterker nog: sturend is bij het vaststellen van ruimtelijke plannen. In het nieuwe Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL) is de afweging van het waterbelang al minder vrijblijvend, maar de praktijk is en blijft weerbarstig’, zegt Alblas. ‘Wij wensen eigenlijk nog dwingender maatregelen. Denk bijvoorbeeld aan een maatregel als het niet meer plaatsen van een meterkast op de begane grond als we in een beekdal bouwen. In Zuid-Limburg hebben we gezien dat in zo’n beekdal de kans op wateroverlast groter is dan elders. Ook het op klimaatbestendige manier herbouwen van panden, die eerder door wateroverlast getroffen zijn, zou een vereiste moeten zijn.’
Voor al die maatregelen hebben de waterschappen de innovaties en ideeën uit de markt hard nodig. Een aantal jaar terug is de marktvisie ‘De waterschapsmarkt van de toekomst – Bouwstenen voor vernieuwing’ opgesteld, waarin onder anderen ook Bouwend Nederland, Vereniging van Waterbouwers, MKB Infra, NLingenieurs en Techniek Nederland participeren. Dit visiedocument bevat drie bouwstenen die moeten bijdragen aan vernieuwing in de waterschapsmarkt: maximale maatschappelijke waarde, de mens centraal, en een gezonde bouwkolom. De nadruk in dit visiedocument ligt op implementatie van bepaalde maatregelen in projecten en programma’s. Deze richten zich vooral op ‘doen’, met het gezamenlijke doel om als sector bij te dragen aan droge voeten, schoon water en voldoende water in Nederland.

Er is niet één toverstaf

Ook de waterschappen zelf werken aan innovaties om water- en bodembeheer naar een hoger niveau te brengen. Begin februari, zo vertelt Alblas, is de Waterinnovatieprijs uitgereikt. De 21 waterschappen zonden 60 innovatieve projecten in, die bijdragen aan het waterschapswerk. De inzendingen waren verdeeld over vier categorieën: briljantjes, gezonde leefomgeving, water en bodem sturend, en dijken van de toekomst. Uiteindelijk werden uit 12 genomineerden de vier winnaars gekozen.
‘Uit de inzendingen blijkt dat alle partijen met vernieuwing bezig zijn. Maar ook dat de oplossingen heel divers zijn, wat natuurlijk wordt ingegeven door de uiteenlopende gebiedskennis. De innovaties maken ook duidelijk dat er niet één toverstaf is. Wel valt op alle plekken veel meer neerslag dan voorheen, en al dat water moeten we in het systeem een plek geven. Soms moeten we aanvaarden dat we de maakbaarheid van onze omgeving moeten loslaten. Dan moeten we water en bodem sturend laten zijn. Ook kunnen we geen water bijmaken, dus het beste wat we kunnen is water langer vasthouden. Op dit moment zit ons watersysteem hartstikke vol. Maar we kunnen niet garanderen dat dit midden in de zomer, bij een lange, droge periode, nog steeds het geval is.’

Hogere waterafvoercapaciteit

De rivieren zijn uitermate belangrijk om de toename aan regenwater snel en effectief te kunnen afvoeren. Afgelopen winter bleek echter dat het afvoeren van water via de IJssel en het IJsselmeer niet heel soepel verliep omdat het waterpeil in de Waddenzee ook hoog stond. Bovendien waaide de wind op bepaalde tijden zo ongunstig dat ze het water uit zee juist het land opstuwde. Om meer water vanuit het IJsselmeer naar de Waddenzee te kunnen afvoeren, versterkt Rijkswaterstaat de bestaande spuisluizen en bouwt ze twee extra spuisluizen en een gemaal. Het gemaal bestaat uit twee pompgroepen met elk drie (mega)pompen. Die kunnen bij alle weersomstandigheden grote hoeveelheden water afvoeren: de pompen hebben samen een capaciteit van 235 m3 water per seconde.

Plan Delta21

Ook langs de westkust zijn er plannen voor het vergroten van de waterafvoercapaciteit. Dit zit gevat in het plan Delta21. Tussen de kust van de Tweede Maasvlakte en die van het eiland Goeree Overflakkee willen de plannenmakers een waterkering aanleggen in de vorm van een duinenrij, evenals een gemaal én een afsluitbare kering. De waterkering zorgt ervoor dat er in zee een energiemeer ontstaat van circa 20 km2. Het gemaal in de waterkering krijgt een grote capaciteit die voldoende moet zijn om bij de allerhoogste verwachte rivierwaterstanden het overtollige water in zee te pompen. De duinen en de afsluitbare kering bieden samen voldoende bescherming tegen hoge zeewaterstanden. Ook wil men 60 MW-getijturbines installeren om energie op te wekken met het getij en water dat in en uit het energieopslagmeer en het Haringvliet stroomt. Informatie: www.delta21.nl

Tekst: Rob van Mil
Fotografie: iStock