VV07 Cover 600
27 september 2024

Isso-publicatie 53 past warmteverliesberekening voor utiliteit aan

warmteverliezen

Isso publiceert de vernieuwde Isso-publicatie 53 met een aangepaste warmteverliesberekening voor utiliteitsbouw. Dat was nodig omdat de voorgeschreven isolatiewaardes sinds 2015 fors zijn toegenomen. Bovendien zorgden de voorgeschreven toeslagen regelmatig voor overdimensionering van verwarmingsinstallaties.

De Isso-publicatie bevat een vernieuwde berekeningsmethode voor het bepalen van het per vertrek te installeren verwarmingsvermogen. Ook behandelt de bundel het te leveren verwarmingsvermogen voor een utiliteitsgebouw en de bijdrage aan een collectieve warmteopwekker. De kennis is noodzakelijk bij zowel nieuwbouw als renovatie of vervanging van de verwarmingsinstallatie.

Verschillende warmteverliezen

Het vermogen dat je minimaal in een gebouw moet installeren, is gebaseerd op warmteverliezen die altijd optreden (Φbasis) en een warmteverliezen die kunnen optreden en niet altijd gelijktijdig hoeven op te treden (Φextra).

De basiswarmteverliezen die altijd optreden zijn:

  • warmteverliezen naar de buitenlucht,
  • warmteverliezen naar aangrenzende verwarmde ruimten,
  • warmteverliezen naar aangrenzende onverwarmde ruimten,
  • warmteverliezen naar de grond,
  • infiltratieverliezen,
  • warmtewinsten.

Warmteverliezen die niet altijd of niet altijd gelijktijdig optreden zijn:

  • warmteverliezen door buitenluchttoetreding tgv ventilatie,
  • warmteverlies naar aangrenzende panden,
  • toeslag ten behoeve van bedrijfsbeperking.

LTV en warmtepompen

De extra aandacht voor overdimensionering, en de roep om dat tegen te gaan, komt vooral voort uit het toepassen van lagetemperatuurverwarming en warmtepompen. Overdimensionering kan bovendien regelproblemen veroorzaken. Mede om deze redenen maakt de nieuwe berekeningsmethode onderscheid tussen utiliteitsgebouwen die voldoen aan de nieuwbouweisen in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en gebouwen die voldoen aan de eisen voor bestaande bouw. Voor beide typen utiliteitsgebouwen zijn de volgende berekeningsmethoden opgenomen:

  • Een verkorte methode voor het bepalen van het aansluitvermogen op basis van het schilverlies;
  • Een methode voor het bepalen van het per vertrek op te stellen vermogen;
  • Een methode voor de bepaling van het benodigde vermogen c.q. de bijdrage aan een collectieve warmteopwekker.

Ruimtes hoger dan 4 meter

Naast ISSO-publicatie 53 voor de warmteverliesberekening in de utiliteit met ruimtes tot 4 meter wordt ook ISSO-publicatie 57 in vernieuwde versie uitgegeven. ISSO-publicatie 57 richt zich op de warmteverliesberekening voor ruimtes hoger dan 4 meter. Denk daarbij aan atria en vides maar ook sporthallen of bouwmarkten, ruimtes die veelal zijn voorzien van verwarmingssystemen als luchtverwarmers, (in)direct gestookte stralingspanelen of vloerverwarming.

De nieuwe ISSO-publicaties 53 en 57 zijn beschikbaar via BouwZo.nl.